Categorie archief: film

Film noirs op YouTube [26]

gezien: They live by night (1948)

Eigenlijk hou ik helemaal niet van misdaadfilms maar voor film noir heb ik een groot zwak. De zwartwit-cinematografie, belichting en het tijdsbeeld zuigen me altijd weer een nieuwe noir binnen. In het public domain staan honderden films waarvan het copyright om verschillende redenen niet verlengd is en die dus legaal via het internet getoond mogen worden, zoals op het YouTube-kanaal Cult Cinema Classics. In december kijk ik naar twaalf film noirs uit de periode 1945-1955.
Vandaag: They live by night van Nicholas Ray.

they live by nightThey live by night opent met een tracking shot dat voor die tijd zeer vernieuwend is. We zien de vluchtauto van de gangsters gefilmd vanuit een helikopter. Dat zet gelijk de toon, dit wordt een roadmovie. Maar het wordt ook een gangsterfilm, lovestory en een tragedie. Centraal in het verhaal staan een jongeman van 23 en een meisje van 16 die proberen te ontsnappen aan een leven van criminaliteit en wanhoop, maar die uiteindelijk ingehaald worden door hun duistere verleden.

Het jonge koppel wordt gespeeld door Cathy O’Donnell en Farley Granger. Dit bleek een zeer gelukkige combinatie. Regisseur Nicholas Ray heeft tijdens de casting goed gezien welke chemie er zat tussen deze acteurs en heeft dat voor de camera ten volle kunnen benutten. Het jonge stel weet nog niets van de liefde maar is al wel, tegen wil en dank, ingewijd in de (harde) misdaad. Het verhaal is geweven uit twee draden, de draad van lichte onschuld en die van gitzwarte misdaad. Dat maakt They live by night tot een echte tragedie. Het ontroerende liefdesverhaal wordt tenslotte overschaduwd door de rauwe werkelijkheid.

openingsequence van They live by night (1948)

Noem vijf films uit de outlaw cinema en deze film noir zit er meestal tussen, vaak samen met Gun Crazy (1950). De bekendste film met het thema couple on the run blijft evenwel Bonnie and Clyde (1967). Het scenario is gebaseerd op de roman Thieves like us uit 1937 van Edward Anderson. Het boek werd nog eens verfilmd door Robert Altman in 1974, nu onder de oorspronkelijke titel. In de film overleeft O’Donnell haar tegenspeler, maar in werkelijkheid stierf ze al in 1970 terwijl Granger pas in 2011 zou komen te overlijden.

Bowie Bowers, een jonge man die ten onrechte is veroordeeld voor moord, ontsnapt uit de gevangenis samen met twee oudere criminelen, Chicamaw en T-Dub. De drie mannen beramen bankovervallen om hun nieuwe leven te financieren, maar Bowie, die naïef en idealistisch is, verlangt naar een normaal bestaan.
 
Tijdens hun vlucht ontmoet Bowie een jonge vrouw, Keechie Mobley, die net als hij eenzaam en verloren is. De twee worden verliefd en besluiten samen een nieuw leven te beginnen, ver weg van de criminele wereld. Ze trouwen in het geheim en dromen van een toekomst samen.
 
Hun verleden blijft hen echter achtervolgen. Bowie’s betrokkenheid bij de overvallen en zijn status als voortvluchtige zorgen ervoor dat ze constant op de vlucht zijn. Tegelijkertijd raken Chicamaw en T-Dub steeds meer verstrikt in hun eigen gewelddadige levens. Bowie en Keechie proberen hun droom van vrijheid levend te houden, maar de autoriteiten komen steeds dichterbij.

Intro op They live by night door Eddie Muller in TCM’s Noir Alley op 2 juni 2017
Meer afleveringen in deze reeks

Film noirs op YouTube [25]

gezien: Odds Against Tomorrow (1959)

Eigenlijk hou ik helemaal niet van misdaadfilms maar voor film noir heb ik een groot zwak. De zwartwit-cinematografie, belichting en het tijdsbeeld zuigen me altijd weer een nieuwe noir binnen. In het public domain staan honderden films waarvan het copyright om verschillende redenen niet verlengd is en die dus legaal via het internet getoond mogen worden, zoals op het YouTube-kanaal Cult Cinema Classics. In december kijk ik naar twaalf film noirs uit de periode 1945-1955.
Vandaag: Odds Against Tomorrow van Robert Wise.

 odds against tomorrowOdds against tomorrow (1959) is een van de laatste film noirs uit het klassieke tijdperk. En dat is goed te zien, want deze noir staat al met één been in de nouvelle vague die in datzelfde jaar geboren werd. De cinematografie van Joseph C. Brun combineert het expressionisme met een vrijheid van filmen die we kort daarop ook zien in À bout de souffle van Jean-Luc Godard en l’eclisse van Michelangelo Antonini.

Bij de nieuwe filmtaal hoort ook een nieuw geluid: jazz! De openingsgeneriek is al een lust voor het oog en het oor. Wat een verschil met film noirs uit de jaren veertig! Stilistisch en typografisch in de geest van het label bluenote records met de bevrijdende abstractie van midcentury modern design. En dan de film zelf met veel straatbeelden uit New York en Hudson anno 1959. Voor autoliefhebbers die van vet houden is dit het paradijs. We zien de 1958 Pontiac Chieftain Safari, de 1958 Ford Fairlane 500, de 1958 Chevrolet Biscayne en de 1959 Buick LeSabre voorbijkomen. Alle vier voorzien van staartvinnen. De oplettende kijker ziet in een verborgen hoekje ook nog een 1955 BMW Isetta zien staan, want ook deze dwerg nam bescheiden deel aan de American Dream.

Wat Odds against tomorrow verder nog onderscheidt van de meeste film noirs is de thematiek. De film werd geproduceerd door Harry Belafonte, die in de late jaren vijftig samen met Sidney Poitier dé zwarte steracteur was. Het scenario van Abraham Polonsky (1910-1999) is gebaseerd op het gelijknamige boek van William P. McGivern (1918-1982), bekend van The Big Heat uit 1953. In het oorspronkelijke verhaal spelen raciale spanningen al een grote rol, maar in het filmscenario worden deze nog meer aangescherpt, met name in de relatie tussen de hoofdrolspelers Harry Belafonte (1927-2023) en Robert Ryan (1907-1973).

odds against tomorrow 1959
straatbeelden (Hudson, NY) uit 1959

De verpletterende finale loopt vooruit op de strijd van de burgerrechten die aan het begin van de jaren zestig zou ontbranden. Omdat scenarist Abraham Polonsky op de Blacklist stond, moest een andere schrijver officieel de credits krijgen. Belanfonte koos voor de zwarte auteur John Oliver Killens. Pas in 1996 werd dit hersteld en kreeg Polonsky de credits waar hij recht op had.

De verpletterende finale loopt vooruit op de strijd van de burgerrechten die aan het begin van de jaren zestig zou ontbranden.
David Burke, een voormalige politieagent met een crimineel verleden, bedenkt een plan om een bank in een klein stadje te overvallen. Hij rekruteert twee mannen voor de klus: Earl Slater, een verbitterde ex-gedetineerde met een gewelddadig verleden, en Johnny Ingram, een zwarte nachtclubzanger die diep in de schulden zit door zijn gokverslaving. Hoewel beide mannen het geld nodig hebben, staan ze vanaf het begin op gespannen voet.
 
Slater is openlijk racistisch en wantrouwend tegenover Ingram, terwijl Ingram een minachting koestert tegenover Slater vanwege zijn agressieve en kortzichtige houding. Burke probeert de twee te verenigen, maar de onderliggende spanningen blijven sluimeren.
 
Tijdens de voorbereiding op de overval lopen de spanningen verder op, wat uiteindelijk resulteert in fouten en wantrouwen tijdens de uitvoering van het plan. De overval loopt dramatisch mis, met fatale gevolgen voor alle betrokkenen. De film eindigt met een symbolische en tragische climax, waarin de haat en verdeeldheid tussen de personages hen allen ten val brengen.

Intro op Odds against tomorrow door Eddie Muller in TCM’s Noir Alley op 7 oktober 2018
Meer afleveringen in deze reeks

Film noirs op YouTube [24]

gezien: The Prowler (1951)

Eigenlijk hou ik helemaal niet van misdaadfilms maar voor film noir heb ik een groot zwak. De zwartwit-cinematografie, belichting en het tijdsbeeld zuigen me altijd weer een nieuwe noir binnen. In het public domain staan honderden films waarvan het copyright om verschillende redenen niet verlengd is en die dus legaal via het internet getoond mogen worden, zoals op het YouTube-kanaal Cult Cinema Classics. In december kijk ik naar twaalf film noirs uit de periode 1945-1955.
Vandaag: The Prowler van Joseph Losey.

The ProwlerHet hoogtepunt van de Film Noir, de late jaren veertig en het begin van de jaren vijftig, viel in de Verenigde Staten samen met de Second Red Scare (1947-1957), vooral bekend door de heksenjacht op communisten door senator Joseph McCarthy. De Second Red Scare wordt daarom ook vaak McCarthyism genoemd. Ook voor de film (noir) had de communistenjacht grote gevolgen. In 1947 begon deze periode van vervolging van communisten en subversieven met de Hollywood Blacklist. In dat jaar hadden een aantal regisseurs en scenaristen uit Hollywood geweigerd om antwoord te geven op vragen van de HUAC. Omdat ze geacht werden daaraan mee te werken, werden ze wegens Contempt of Congres veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf en een geldboete van duizend dollar. Ze werden bekend als de Hollywood Ten.

Een van hen was Dalton Trumbo, de schrijver van het scenario voor The Prowler. Omdat hij op de zwarte lijst stond kon hij niet op zijn eigen naam publiceren en kwamen de credits voor het scenario op naam van zijn vriend Hugo Butler, die na het verschijnen van The Prowler ook op de Hollywood Blacklist werd geplaatst. Ook regisseur Jozef Losey kwam op de Blacklist. Rond 1952 stonden er honderden namen op deze zwarte lijst en evenzovele carrières werden er door vernietigd. Losey week uit naar Engeland waar hij tot zijn dood in 1984 nog 25 films regisseerde.

The Prowler met zijn zeer controversiële scenario (een relatie tussen een overspelige huisvrouw en een corrupte politieagent) was een onafhankelijke productie en viel dus niet onder de hoede van een filmstudio. Daardoor werd de film als “wees” beschouwd en uiteindelijk bleef er maar één kopie over. Ruim een halve eeuw later ontfermde de Film noir foundation zich over het weeskind en The Prowler werd gerestaureerd door UCLA. Eddie Muller, de oprichter van de Film noir foundation, plaatste de film in zijn lijstje met favoriete noirs. Het scenario van The Prowler is duidelijk verwant aan dat van James McCain’s Double Indemnity. Maar nu is de verleider niet de vrouw maar de man.

De film begint wanneer Susan Gilvray, een eenzame huisvrouw in Los Angeles, een politieagent belt omdat ze denkt dat een gluurder haar bespioneert. Agent Webb Garwood reageert op de oproep en raakt al snel geobsedeerd door haar. Hoewel Susan in eerste instantie afstandelijk is, laat ze uiteindelijk toe dat Webb haar vaker bezoekt. Hij ontdekt dat ze ongelukkig getrouwd is met haar rijke maar afstandelijke echtgenoot, John Gilvray, die een nachtelijke radioprogramma host.
 
Webb ziet een kans om zowel Susan als haar fortuin te bemachtigen. Hij begint een affaire met haar en bedenkt een plan om John uit de weg te ruimen. Webb manipuleert de situatie en doet het lijken alsof John per ongeluk wordt neergeschoten tijdens een vermeende inbraak. Hoewel het incident aanvankelijk als zelfverdediging wordt beschouwd, begint Susan zich schuldig te voelen over hun daad.
 
De situatie escaleert wanneer Susan ontdekt dat ze zwanger is, terwijl Webb steeds paranoïde wordt over mogelijke ontdekking. Hij dwingt haar om met hem te vluchten naar een afgelegen woestijngebied, waar hun relatie steeds instabieler wordt. Uiteindelijk wordt Webb geconfronteerd met de consequenties van zijn misdaden, wat leidt tot een dodelijke confrontatie.

Intro bij The Prowler in TCM’s Noir Alley door Eddie Muller op 14 mei 2017
Meer afleveringen in deze reeks