Categorie archief: Italië

inhaalmanoeuvre

Gezien op DVD : Il sorpasso (1962) van Dino Risi

il sorpassoGisteren overleed Jean-Louis Trintignant (1930-2022), een van de laatste groten van de Franse cinema. Sinds zijn debuut in Et dieu crea la femme in 1956 speelde hij in meer dan 100 films. Onlangs zag ik de Italiaanse roadmovie Il sorpasso uit 1962 waarin hij samen met Vittorrio Gassman en Catherine Spaak de hoofdrol speelt.

Het was de zevende film van Trintignant die net als in zijn debuut gecast is als de introverte en verlegen jongeman die hij in werkelijkheid ook was. Totaal in contrast met deze Roberto staat het karakter van zijn tegenspeler Bruno, gespeeld door Vittorio Gassman. Met een werveling komt hij in de titelgeneriek in zijn Lancia Aurelia B24 sport de film binnen gescheurd. Zijn auto vormt eigenlijk een derde karakter in deze road movie die in Rome en omgeving gedraaid is. De jazz spettert uit de speakers en versterkt de extraverte persoonlijkheid van Bruno. Het schallende koper verklankt ook het optimisme van de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig, toen de naoorlogse welvaart op gang begon te komen.

il sorpasso
Bruno komt in zijn Lancia Aurelia B24 sport de film binnen gescheurd.

Niet vaak zag ik een film zo licht van toon met tegelijkertijd zo’n diep existentialistische onderstroom. De joie de vivre die Dino Risi in de personage van Bruno van het doek laat spatten, herbergt ook een donkere kant. Il sorpasso kwam uit in 1962, het jaar waarin Antonioni zijn beroemde existentialistische drieluik L’avventura, La Notte en l’Eclisse voltooid had waarin de dit jaar eveneens overleden Monica Vitti (1931-2022) de hoofdrol speelde. In het script wordt ook naar deze films verwezen. Terwijl ze door het pittoreske Lazio razen, kakelt Bruno als een kip zonder kop over de vervreemding in de films van Antonioni terwijl hijzelf gelijkvormig aan de wereld geworden is. Vervreemding was in de jaren vijftig tot in de vroege jaren zestig een modewoord dat overal rond zoemde, maar slechts door weinigen begrepen werd.

Op dit soort lichte momenten wordt de existentialistische tijdgeest even aangeraakt, maar het is slechts het topje van een van de golven waarop Bruno zijn surfervaring beleeft. De introverte Bruno luistert met een mengeling van irritatie en bewondering naar de ratelende Bruno die zich steeds meer ontwikkelt als zijn coach in easy living. Het schuurt en klikt tussen de twee, omdat de tegensgestelde karakters elkaar completeren. Op hun tweedaagse road trip ontluikt zo de vriendschap tussen deze twee tegenpolen. Bruno en Roberto beseffen dat ze elkaar nodig hebben: Roberto heeft wat in te halen in leerschool van het leven in deze open sportwagen naast de drukke, zeer aanwezige persoon en Bruno voelt dat de ook hij wat in te halen heeft met de rustige Roberto aan zijn zijde. De titel van de film (vertaald: de inhaalmanoeuvre) is hier op gebaseerd.

il sorpasso 1962
Jean-Louis Trintignant als Roberto en Vittorrio Gassman als Bruno als de twee tegenpolen in Il sorpasso

Ondanks de tintelende lichtheid van deze road movie, blijft de zwaarte voelbaar. Il sorpasso gaat over de onmogelijkheid iemand anders te zijn dan je bent. Bruno en Roberto proberen zichzelf in te halen, maar hun inhaalmanoeuvre eindigt in een Griekse tragedie.

Il sorpasso [cinemagazine.nl]

pronkschilder [ 2 ]

Franz Xaver Winterhalter (1805-1873)

Franz Xaver Winterhalter, een boerenzoon uit het Zwarte Woud, werd in de jaren veertig van de negentiende eeuw een van de meeste gevraagde portretschilders van Europa en rekende naast koningin Victoria van Engeland en keizerin Eugènie van Frankrijk talrijke vorsten en adellijke personen onder zijn klanten. Als schilder die uitsluitend werkte in opdracht bereikte hij ongeveer het hoogst haalbare.

Zijn leven leest als een succesverhaal. Nadat zijn vader hem eerst naar Freiburg had gestuurd waar hij als lithograaf bij een uitgever werkte, mocht hij in München aan de kunstacademie studeren. Hij kreeg daar o.a. les van hofschilder Joseph Karl Stieler. Deze was op zijn beurt een leerling van Gérard. Deze laatste had hem in Parijs geschoold in de gepolijste stijl van het classicisme, de heersende stijl onder Napoleon. Zo leerde Winterhalter van Stieler zijn portretten uiterst nauwkeurig en glad uit te werken. Dit was de eerste stap naar de roem, want bij de vorstenhoven in Europa kwam je omstreeks 1830 alleen in beeld als je de fotografisch precieze benadering van je onderwerp beheerste.

Sophie van BadenToen Winterhalter zijn studie in München had afgerond, vertrok hij eind jaren twintig naar Karlsruhe waar het hof van groothertog Leopold van Baden gevestigd was. Daar werd hij tekenleraar van groothertogin Sophie én hofschilder. In 1833 ontving hij van de groothertog een stipendium voor een studiereis naar Italië. Deze reis zou van groot belang zijn voor zijn verdere ontwikkeling. In de jaren dertig waren er zoveel schilders uit Noord-Europa in Italië dat zich in Rome hele gemeenschappen hadden gevormd. Winterhalter sloot zich aan bij een Duitse groep schilders. Net als zijn vakgenoten vond hij zijn modellen meestal op straat: vaak Italiaanse kinderen of mooie meisjes die voor bijna niets tot de beschikking van de kunstenaar stonden. Van Winterhalter zijn schetsboeken en olieverfstudies uit zijn tijd in Italië bewaard gebleven en een deel wordt geëxposeerd in Le Petit Salon, het Winterhalter Museum in Menzenschwand.

In Italië maakte Winterhalter genreschilderijen die een grote rol zouden spelen in zijn loopbaan als portretschilder. In december 1834 waagde hij de sprong naar Parijs, destijds het artistieke centrum van Europa. Om daar als schilder carrière te kunnen maken, was deelname aan de Parijse salon een verplicht nummer. Deze kunsttentoonstelling was het jaarlijkse hoogtepunt voor de schilderkunst waarbij de koning hoogstpersoonlijk de onderscheidingen kwam uitdelen. Wanneer je op de salon indruk wilde maken, moest je echt uitpakken. Het historiestuk was een vereiste geworden om mee te dingen daar de koninklijke medaille. dit type schilderij vertelde een verhaal en bundelde alle genres inéén: portret, naakt, stilleven en landschap. Met een historiestuk kon de schilder laten zien hoe goed hij alle genres beheerste en hoe overtuigend hij een verhaal kon vertellen.

Römische genrescene
Römische genrescene 1833
De Italiaanse periode (1833-34) bleek voor Winterhalter een belangrijke stap op weg naar zijn succes in Parijs

De genreschilderijen die Winterhalter tijdens zijn verblijf in Italië (1833-1834) had gemaakt, kwamen voor zijn inzendingen voor de Parijse salon goed van pas, want zo had hij geleerd om groepsportretten te componeren. Bovendien had de kleurigheid van de Italiaanse schilderkunst hem sterk beïnvloed. Voor de salon van 1836 schilderde Winterhalter een historiestuk dat helemaal met Italië verbonden is en wat ook een Italiaanse titel draagt Il dolce far niente. Het was een voor Biedermeierbegrippen groot schilderij met acht volwassen personen en drie kinderen, geplaatst in een zinderend Italiaans landschap.

Il dolce far niente
Il dolce far niente 1836

Winterhalter greep terug naar pastorale scenes van Titiaan. Drie eeuwen eerder schilderde deze Venetiaanse meester al kleurige bacchanalen. Het Italiaanse genrestuk was in de salons altijd het terrein geweest van Louis Léopold Robert. Maar door de zelfmoord van deze schilder in 1835 was deze plaats vacant gekomen. Met zijn dolce far niente solliciteerde Winterhalter als de opvolger van Robert. Hij plaatste zijn werk strategisch in de markt, een kwaliteit die onmisbaar is voor ambitieuze schilders die carrière wilde maken. Op de salon van 1836 maakte zijn schilderij furore maar de echte doorbraak kwam een jaar later.

Decamerone
Decamerone 1837

Op de salon van 1837 maakte Winterhalter grote indruk met opnieuw een Italiaanse genrestuk. Het thema van Decamerone lijkt op dat van Il dolce far niente. Eigenlijk deed hij zijn kunstje nog eens over. Maar nu met een overtuigender compositie en met nog stralender kleuren. Een groep van drie mannen en zeven vrouwen hebben zich in de tuin van een Italiaanse villa neer gevleid en luisteren naar een verhaal dat Boccaccio in zijn Decamerone heeft opgetekend. De lof van de critici was vrijwel unaniem en koning Louis Philippe beloonde het werk met een gouden medaille. Daarmee had Winterhalter zijn naam in Frankrijk gevestigd. Decamerone was zijn eerste grote succes en vanaf dat moment begon zijn ster te stijgen.

franzxaverwinterhalter.wordpress.com

Vedute di Roma [ 5 ]

Charles Louis Clerisseau (1721-1820)

Lang voordat de eerste ansichtkaart verscheen, ergens in de jaren zeventig van de negentiende eeuw, bestonden er al prentjes voor toeristen. In Italië, het land waar het toerisme ontstaan is, konden kunstschilders vaak goed verdienen met het produceren van vedute, meestal stadsgezichten, maar soms ook landelijke taferelen. De eerste toeristen waren vaak rijke Engelsen die halverwege de achttiende eeuw hun Grand Tour door Italië maakten.

Canaletto (1697-1768) was misschien de beroemdste veduteschilder uit de achttiende eeuw. Een minder bekende veduteschilder uit de achttiende eeuw is Giovanni Paolo Pannini (1691-1765). En de bekendste vervaardiger van de ansichtkaart avant la lettre is Giovanni Battista Piranesi (1720-1778). Zijn etsen konden in oplagen verspreid worden en vonden zo ook hun weg naar Engeland, waar de Engelse toeristen bij thuiskomst van hun Grand Tour deze vedute lieten zien, als illustratie bij hun reisverhalen.

Terwijl Canaletto topografisch verantwoorde schilderijen produceerde, namen Pannini en Piranesi het niet zo nauw met de werkelijkheid. Daarom is het woord veduta (een topografisch betrouwbaar stadsgezicht of landschap) bij hen vaak niet van toepassing. Ze gebruikten daarom het woord capriccio. Deze onderscheidt zich van de veduta doordat het een fantasiestuk is. Een schilder van een capriccio kan helemaal los gaan in zijn fantasie, maar baseert zich wel op bestaande antieke bouwwerken. Hij kan de triomfboog van Septimus Sevrus groter maken of combineren met andere ruïnes die niet op het Forum Romanum staan.

Het capriccio bestond al in de zestiende en zeventiende eeuw. Vorig jaar liet ik werk zien van Marco Ricci (1676-1730) die aan het begin van de achttiende eeuw werkzaam was. Hij schilderde zijn capricci met gouache.

clerisseau
Charles Louis Clerisseau and the genesis of Neoclassicism

Afgelopen week ontdekte ik het werk van Charles Louis Clerisseau (1721-1820). Deze architect en schilder maakte voor Catharina II van Rusland een serie capricci die zich nu in het Hermitage bevinden. Evenals Ricci werkte Clerisseau graag met gouache. Omdat dekverf alleen het oppervlaktelicht weerkaatst, ziet het werk er direct en fris uit.

Vedute di Roma [ 1 ] | Vedute di Roma [ 2 ] | Vedute di Roma [ 3 ] | Vedute di Roma [ 4 ]