Dagelijks archief: vrijdag 18 november 2005

bange trans-religieuzen ?

Jan OegemaAnton van Harskamp, hoogleraar Religie, Identiteit en Civil Religion aan de VU, schreef afgelopen dinsdag in Trouw een raak stukje over soloreligieuzen. De uitgever Jan Oegema (foto) die deze term bedacht, sprak vorig weekend tijdens een bijeenkomst in de Rode Hoed. De godsdienst is dood, lang leve de religie. Wat beweegt de trans-religieus?

Interessant vind ik Harskamp hij de soloreligieuzen ontmaskert als zielen die meester willen zijn over hun eigen geloof en dus bang zijn voor de overgave.

Wie zijn de soloreligieuzen en wat houdt hun religiositeit in?
Gebruikmakend van Jan Oegema’s appèl tot religieuze „outcoming„: soloreligieuzen zijn mensen die het verkerkelijkte christendom verlaten hebben, maar toch nog steeds waarde hechten aan de mystieke traditie van datzelfde christendom. En het zijn mensen die uit literatuur hun religiositeit alleen construeren, „onder de leeslamp„, terwijl ze toch enig verlangen hebben naar gezamenlijkheid.
 
En hun religiositeit? Het gaat om mensen die in plaats van het geloof aan een Vadergod daarboven, een besef hebben gekregen van het goddelijke als de eenheid of de samenhang van al wat „leven„ is. En het gaat óók nog eens om mensen die die eenheid van het „leven„ via de introspectie van het eigen innerlijk ervaren, én zich daarin onthechten van hun ego, kennelijk om bij een niet-zelf of een hoger of dieper „zelf„ uit te komen.
 
Maar er í­s wat met die soloreligieuzen. Want ze zijn bang, bang om voor hun religiositeit uit te komen. Ze dúrven niet wat Willem Jan Otten durfde, geeft Jan Oegema aan.
 
Maar: dat is niet juist! We moeten zeggen: de solo’s wí­llen niet wat Otten durfde. Want Otten heeft het juist over een persoonlijke God, zelfs over een Vader die hem gevonden heeft. Ook heeft Otten in de katholieke kerk een ritueel thuis gevonden. En, om nog maar één ding te noemen: Otten schrijft en spreekt van kwaad, ook kwaad in hem, van zonde dus, én van zijn behoefte aan vergeving, een behoefte die voor hem een reden is om te leven in dat geloof aan een persoonlijke God. Nee, Otten is een anti-soloreligieus.

Tenslotte vat hij het als volgt samen::

Soloreligiositeit heeft een familiegelijkenis met nieuwetijdsachtige spiritualiteit. Ze heeft een antichristelijke spits. En: de nog niet voltooide soloreligieuzen zijn bang. Dat zullen ze altijd blijven, zolang ze toegeven aan de wil om meester te zijn over hun eigen geloof, want die wil verraadt bangheid. Zij zijn daarom niets anders dan „de bange meesters van hun eigen geloof„.

Godsbeelden [ Trouw.nl ]