Op dit moment luister ik veel naar de symfonieën van Aleksandr Skrjabin. Ook heb ik het pianoconcert uit 1896 weer eens uit de kast gehaald, een vroeg werk van de componist in laat-romantische Chopinstijl. Na 1900 voert Skrjabin de chromatische spanning steeds hoger op om tenslotte bijna zelf op te lossen in het Prometheus-akkoord (1910). Zelf zei hij over zijn mystieke akkoord: ‘De melodie is een gedesintegreerde harmonie en de harmonie is een verdichte melodie’
Bron: en.wikipedia.org
In mijn aantekeningen over Skrjabin vond ik overigens nog het volgende citaat, overgeschreven uit een of ander handboek musicologie:
Nadat hij de wellust van de dominante none (5-klank) had uitgeput, woekerden undecimen en tredecimen (6- en 7- klanken) in allerlei geëxalteerde vormen. Het accoord uit Skrjabin’s tweede scheppingsperiod kan ook bepaald worden als een opeenstapeling van kwarten, waar de tritonus de scepter zwaait. Dit klankenagregaat kwam de toondichter voor als geschikste uitdrukking van zijn mystiek smachten.
Vorige week schreef ik hier al iets over Skrjabin’s visionaire ideëen. Tijdens de uitvoering van het vuurgedicht Prometheus moest een kleurenklavier (soort lichtorgel) kleurmengingen projecteren op een wit scherm. Voor zijn hallucinerende compostitie Mysterium dat hij niet meer heeft kunnen voltooien, moest bij de uitvoering behalve kleur ook geur worden toegevoegd, om de extase hoger op te voeren.
Na Skrjabin’s dood in 1915 wordt zijn werk regelmatig uitgevoerd met een “lichtshow”. In danceclub Now&Wow (Rotterdam) werd in 2002 Le Poeme de l’ Extase in een lichtshow met de naam Skrjabin’s Ecstacy ten gehore gebracht met visuele effecten van videokunstenaar en veejay Gerald van der Kaap Beeldend kunstenaar Peter Struyken maakte in 1998 een serie stills bij het vuurgedicht Prometheus.