Jaren terug ontdekte ik bij De Slegte een zeldzaam exemplaar van der Weg aus dem Chaos van de Hongaarse architect Paul Ligeti. Het is een zware linnen band uit het interbellum met een hoog Untergang des Abendlandes-gehalte. De eerste editie die in 1931 verscheen, is gelukkig niet gedrukt in Buchstaben met weerhaken. Ik kocht het boek onmiddellijk omdat ik geïnteresseerd ben in de conjunctuur van de (kunst)historische ontwikkeling waar deze studie juist op focust. Daarmee is het ook een curiosum geworden, want het ordenen van de geschiedenis in wetmatige modellen is al minstens een halve eeuw even bizar als not done. In onze postmoderne tijd denken we niet meer in termen van opkomst, bloei en verval maar in termen van pluriformiteit, complexiteit en relativiteit. Toch is het helemaal niet verkeerd om eens uit ons postmoderne kader te ontsnappen. Laten we het eens proberen: Zou postmodernisme een andere naam kunnen zijn voor arrogantie (van het heden over het verleden) verpakt in de bescheidenheid waarin het ‘Grote Woord’ ontbreekt? Ik ben het helemaal met Huub Mous eens die op zijn blog schrijft:
Bron: huubmous.nl

Pa(u)l Ligeti (1885-1941) was een joods Hongaarse architect over wie nauwelijks iets bekend is. Der Weg aus dem Chaos verscheen in 1931 bij de prestigieuze uitgeverij Callwey in München. In 1926 was de oorspronkelijke tekst al in een Hongaarse editie verschenen, maar met de Duitse uitgave in 1931 kreeg deze studie een veel groter verspreidingsgebied. Ligeti was de leermeester van de modernistische architect Farkas Molnár die in 1945 in Budapest gedood werd tijdens de Russische beschietingen. Ligeti stierf vier jaar eerder in een concentratiekamp.
ziet sterven, krijgt zicht
op het eind van zijn levenscyclus.
Oswald Spengler
Op het web vond ik overigens nog een verwijzing naar deze vergeten studie: Obscure(d) Modernism: The Aesthetics of the Architect Paul Ligeti van Rajesh Heynickx:
Chaos in studies on world history, have been mainly dominated by the idea that his philosophy of history and art theory was fascinating but intellectually negligible because it consisted of an incoherent patchwork of ideas. I want here to probe more fully the foundations of and justification for this treatment of Ligeti’s work. ( … ) To answer that question, I firstly want to offer an analysis of Ligeti’s art philosophy by delving into his intellectual sources and the graphical figures and charts he designed to elucidate his theories. Secondly, I will raise questions about the nature of writing (architectural) history and will discuss how our knowledge of twentieth-century aesthetics has been formed. More particularly, I will explore the mechanism by which historiographical narratives canonised some, and excluded other, strains of modernist thought.
Bron: Obscure(d) Modernism: The Aesthetics of the Architect Paul Ligeti