Regisseur Andrzej Wajda schreef samen met de Poolse schrijver Andrzej Mularczyk (1930) het scenario voor de film Katyn. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de achterblijvers: de officiersvrouw Anna, haar schoonmoeder, Róza de vrouw van een generaal, Agnieszka en Irena de zussen van luitenant en Tadeusz , de zoon van een Poolse intellectueel. Ondertussen volgt de film het lot van hun echtgenoot, zoon, vader en broer. Anna’s schoonmoeder verliest niet alleen haar man, een Poolse professor aan de Universteit van Krakov die door de nazi’s gedeporteerd wordt naar Sachsenhausen, maar ook haar zoon Andrzej die door de sovjets in Katyn wordt vermoord. De vele familierelaties maken Katyn tot een tamelijk complexe film. Om de verhaallijnen allemaal goed te kunnen volgen, moest ik de film meerdere malen zien.
Het verhaal begint op 17 september 1939, de dag dat het Rode Leger Polen in de rug aanvalt met als voorwendsel de Litouwse, Wit-Russische en Oekraïnse minderheden ten oosten van de curzonlijn te beschermen. Het Poolse leger wordt door Russische tanks omsingeld en de krijgsgevangen soldaten en officieren worden verzameld. Daarna volgt een deal die het duivelspact van Hitler en Stalin vier weken eerder, duidelijk onderstreept: de nazi’s krijgen de soldaten als krijgsgevangenen, de sovjets de officieren. Daarmee is het lot van de officieren bezegeld. Terwijl de SS’ers en de sovjetofficieren elkaar feliciteren met de overwinning en de krijgsgevangenen onder elkaar verdelen, zijn twee Poolse officieren, Anna‘s man Andrzej en Jerzy met elkaar in gesprek. Jerzy ziet het somber in, want Moskou heeft de Derde Geneefse Conventie niet ondertekend. Maar Andrzej heeft nog hoop. Hoe lang denk je dat hun vriendschap duurt? vraagt hij Jerzy. Deze antwoordt hem cynisch dat Hitler een duizendjarig rijk belooft, maar dat het communisme voor altijd is. Het duurt dus op zijn minst duizend jaar. Andrzej gelooft niet dat de Duits-Russische ‘vriendschap’ langer dan een jaar zal duren. Daarna hebben ze ons weer nodig, houdt hij zichzelf en Jerzy voor. “Wie zijn ze?” bijt Jerzy hem toe.
Nadat de nazi’s en de sovjets hun deal hebben gemaakt, worden de Poolse officieren in verschillende treinen naar drie verschillende plaatsen in de Sovjet-Unie gedeporteerd: Smolensk, Belgorod en Charkov. De film volgt de officieren die naar Smolensk (in de buurt van Katyn) gaan, maar de gevangenen die naar de andere lokaties gaan, ondergaan hetzelfde lot. Intussen worden ook de achterblijvers gevolgd: Anna die uit Krakow komt maar de Curzonlijn is overgestoken om haar man Andrzej in Oost-Polen op te zoeken. Haar schoonmoeder in Krakow, en Róza , de vrouw van een Poolse generaal. Alledrie deze vrouwen verliezen hun man. De Poolse officieren die we leren kennen door de personages Andrzej, Jerzy, Piotr en de generaal worden gevolgd tot vlak voor hun deportatie naar Katyn. Ze zijn uitgelaten als ze na maanden in een ijskoud kerkgebouw gevangen te hebben gezeten, eindelijk naar buiten worden gelaten.
Dan springt de film drie jaar verder naar april 1943. De nazi’s houden nu het westen van de Sovjet Unie bezet en hebben in Katyn het massagraf ontdekt. In Krakow worden de namen van de vermoorde officieren, geestelijken en intellectuelen omgeroepen. Anna, haar schoonmoeder en Róza die drie jaar in onzekerheid hebben geleefd, horen het vreselijke bericht. Ook worden er twee nieuwe personen in het verhaal geïntroduceerd: Agnieszka en Irena, zussen van luitenant Piotr. Anna en haar schoonmoeder zijn opgelucht omdat hun Andrzej niet op de lijst staat, maar de onzekerheid blijft. Róza krijgt van de nazi’s een oproep. Ze krijgt te horen dat haar man door de bolsjewieken is vermoord en ontvangt een onderscheiding uit Berlijn. Als ze gedwongen wordt een tekst voor te lezen waarvan de nazi’s een opname willen maken, weigert ze. Om haar van de harde waarheid te overtuigen, laten de nazi’s haar een propagandafilm zien met verschrikkelijke beelden van het massagraf bij Katyn.
Het tweede deel van de film dat begint in 1945 vind ik in psychologisch opzicht het boeiendst. Dit deel van de film maakt ook duidelijk dat de oorlog voor het Poolse volk pas in 1989 eindigde. Het naoorlogse Polen bleef gewoon een bezet land waar de waarheid niet gezegd mocht worden. Vooral de waarheid over Katyn niet. Nu de nazi’s de massagravan in de bossen van Katyn eenmaal gevonden hadden en uitgeplozen, deed de NKVD (de voorloper van de KGB) er alles aan om de schuld in de schoenen van de nazi’s te schuiven. Wajda laat in zijn film naast een authentieke nazipropagandafilm ook een sovjetpropagandafilm zien, waarin alles 180 graden gedraaid wordt. De sovjets gingen over tot geschiedvervalsing en de massamoord bij Katyn had volgens Moskou in 1941 plaats gevonden, toen Hitler Rusland was binnengevallen.
In dit deel van de film wordt het Poolse volk vooral met zichzelf geconfronteerd. Wie in het communistische Polen wilde overleven, moest laf zijn en wie het lef had om te beweren dat de ruim 20.000 Poolse officieren, geestelijken en intellectuelen in april 1940 door de sovjets waren vermoord, werd door de Poolse Geheime Dienst als staatsgevaarlijk gezien en opgepakt. Het verschil tussen waarheid en leugen, moed en lafheid, is vooral bij de zussen Agnieszka en Irena zichtbaar. Irena loopt mee in het communistische systeem, maar Agnieszka wil de waarheid over Katyn niet verzwijgen. Ze heeft een grafsteen voor haar broer Piotr laten maken met als inscriptie de datum 7 april 1940. Daarmee maakt zij zichzelf staatsgevaarlijk. Irena probeert haar ervan te weerhouden. “Wij moeten voor de levenden kiezen, maar jij kiest voor de doden, dat is morbide.” maar Agnieszka antwoordt haar dat ze voor de slachtoffers kiest en niet voor de moordenaars. De twee zussen scheiden zich.
Wajda heeft zijn film geladen met symboliek. De vereenzelviging van het Poolse volk met het lijden en offer van Christus komt sterk tot uitdrukking in hun geloof. In de Sovjet Unie is het geloof vernietigd. Een leegstaand orthodox kerkgebouw in de buurt van Smolensk wordt gebruikt als gevangenis voor de Poolse officieren. In plaats van de Bijbel, moet een Poolse priester de Pravda lezen. Het enige dat aan de rand van het massagraf nog overblijft, is het geloof. “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.” Na het afslachten van de krijgsgevangenen schuift een bulldozer het massagraf dicht, de biddende hand van Piotr met rozenkrans steekt nog even boven het zand uit. Dan wordt het beeld zwart.
het executiebevel van Beria
In 1992 heeft Boris Jeltsin aan de toenmalige Poolse president Lech Walesa een document overhandigd waaruit blijkt dat NKVD-chef Lavrenti Beria verantwoordelijk is voor de massaexecutie bij Katyn. In het document, dat door Beria is ondertekend, staat o.a. te lezen: “Breng naar de Sowjet-NKVD (Volkscommissariaat voor binnenlandse zaken; voorganger van de KGB) de 14 700 voormalige Poolse officieren, ambtenaren, landeigenaren, politiemensen, en geindarmes, die worden vastgehouden in krijgsgevangenkampen… Alsmede officieren, landeigenaren, fabrikanten en geestelijken, in gevangenissen in de westelijke gebieden van Oekraine en Wit-Rusland, in totaal 11 000 mensen. Hun zaken moeten volgens een speciale procedure worden behandeld en zij moeten worden onderworpen aan de hoogste straf – executie door het vuurpeloton.”