Dagelijks archief: vrijdag 11 juni 2010

het uitverkoren groeps-IK

gelezen in Romantiek. Een Duitse Affaire van Rüdiger Safranski

Romantiek. Een Duitse AffaireHet spook van het nationalisme waart niet meer rond, maar zit nu met 24 zetels (1,5 miljoen kiezers) stevig in de volksvertegenwoordiging. De onderbuik van het volk heeft een duidelijke stem gekregen. Hoe gevaarlijk is dat? Wanneer we naar de geschiedenis van onze oosterburen kijken, gaan alle haren recht overeind staan.

Het begon ruim 200 jaar geleden allemaal zo mooi met het gedachtengoed van de filosoof Johann Gottlieb Fichte (1762-1814). Hij vestigt alle aandacht op ons ‘ik’ en voor Fichte betekent dat in diepste zin een ongedeeld ‘ik’. Voordat de Franse Revolutie losbarstte, had vooral de adel ‘een ik’ (lees: individuele vrijheid), maar het gewone volk kwam daar niet of nauwelijks aan toe. Tijdens de Verlichting ontwaakte ‘het ik’ ook onder het gewone volk. Rüdiger Safranski beschrijft in zijn boek Romantiek. Een Duitse Affaire hoe er in het denken van Fichte geleidelijk een omslag plaats vond van het universalisme in het nationalisme. ‘Het ik’ van het Duitse volk werd in de eerste plaats ‘een Duits ik’. En dat ‘Duitse ik’ voelde zich uitverkoren de wereld geestelijk vóór te gaan…

De idee van culturele natie is bij Novalis en Schiller nog in de geest van een universalistische missie geformuleerd, de appreciatie van het eigene gaat nog niet gepaard met verachting voor het vreemde.

Rüdiger Safranski

Johann Gottlieb FichteNovalis gelooft net als Schiller dat het de ‘wereldgeest; is die de Duitsers heeft ‘uitverkoren’ voor de grote missie vrijheid en humaniteit in Europa te bevorderen, en geen van beiden had ooit kunnen bevroeden dat de traagheid waarmee de Duitse Natie tot stand kwam niet tot democratische culturele rijpheid zou leiden, maar dat er in plaats daarvan bijzondere vormen van hysterie en ressentiment uitgebroed zouden worden, dat de langzaam gegroeide cultuur en vorming niet sterk genoeg zouden zijn om de latere barbarij een halt toe te roepen, en dat deze cultuur zich zelfs als instrument voor barbaarse doeleinden zou laten gebruiken.
 
De idee van culturele natie is bij Novalis en Schiller nog in de geest van een universalistische missie geformuleerd, de appreciatie van het eigene gaat nog niet gepaard met verachting voor het vreemde.
 
Bij Fichte kun je echter gadeslaan hoe het universalisme geleidelijk omslaat in nationalisme. De Grundzüge des gegenwärtigen Zeitalters van 1805 zijn nog universalistisch; (…) Maar een jaar later, in de in Berlijn gehouden Reden an die Deutsche Nation van 1807/08, is het vaderland niet alleen het uiterlijke kader, maar het eigenlijke subject van de vrijheid. (…) Fichte spreekt over het volk als over één groot individu. De heuglijke eigenschappen van de enkeling – vrijheid, daadkracht, geest, cultuur – worden nu aan het volk toegeschreven (…)
 
uit: Romantiek. Een Duitse Affaire. Hoofdstuk I, blz. 21
Nederland heeft gewonnen!

Geert Wilders op 9 juni 2010