Maandelijks archief: juli 2010

Kant aan de kant

gelezen in Romantiek. een Duitse affaire
Het romantische transcenderen, van Schlegel tot Nietzsche, gaat niet in de richting van de grote rust, maar is op avontuur uit. Hierbij past eerder het beeld van iemand die zee kiest voor een stormachtige reis. Waar de romantische nieuwsgierigheid toe leidde, laat zich goed illustreren in het contrast met Kant.
 
Kant
had in de Kritik der reinen Vernunft een poëtisch beeld gevonden voor de zelfbeperking van de rede, die door de romantici juist niet wordt geaccepteerd.
 
“Wij hebben thans”, schrijft Kant, “het land van het zuivere verstand niet alleen doorkruist (…) maar ook opgemeten en elk ding dat daar voorkomt zijn plaats gewezen. Maar dit land is een eiland (…) omringd door een weidse stormachtige oceaan (…) waar menige mistbank en snel wegsmeltend ijs ons nieuwe landen voorliegt, en doordat dit de zeevarende op zijn ontdekkingsreis onophoudelijk met ijdele hoop misleidt, stort deze zich in het avontuur, wat hij nooit ofte nimmer kan laten en wat hij toch ook nooit ofte nimmer tot een goed einde kan brengen.”
 
Bron: Rüdiger Safranski, Romantiek. een Duitse affaire. Uitgeverij Atlas, Amsterdam, 2007 (blz 290-291) vertaling: Mark Wildschut
Kant en Nietzsche
Immanuel Kant (1724-1804) en
Friedrich Nietzsche (1844-1900)

RomantiekRomantik. Eine Deutsche Affäre
Die Romantik, neben dem Idealismus der Inbegriff des deutschen Geistes, ist in aufgeklärten Zeiten an den Rand gedrängt worden. Rüdiger Safranski holt sie für uns ins Zentrum zurück. Er beschreibt die Romantik als Epoche, ihre Zeitgenossen Tieck, Novalis, Fichte, Schelling, Schleiermacher oder Dorothea Veit, die für die Entfesselung des Genies stehen, für den Aufbruch ins Grenzenlose, für die Lust am Experiment. Und er erzählt die Geschichte des Romantischen, die bis heute fortlebt. Sie handelt von der Karriere des Imaginären und führt über Heine, Richard Wagner, Nietzsche und Thomas Mann bis zu den Erregungen des 20. Jahrhunderts – die Biographie einer Geisteshaltung. ( Bron: powells.com )

verpletterend

de plafonds in het dogepaleis van Venetië

DogepaleisOok tijdens ons bezoek aan Venetië wisten we wat we zouden gaan missen. En wilden missen. Bijvoorbeeld een bezoek aan het dogepaleis. In 1977 had ik dat met mijn vader en mijn broer al bezocht en de indruk was zo verpletterend geweest (mijn broer hield er een verpletterende hoofdpijn aan over) dat ik sindsdien geen behoefte meer heb aan een overdosis Venetiaanse krachtpatserij. Verpletterend zijn vooral de plafonds van de grote zalen in het dogepaleis. Hier zijn de tegenvoeters van Tiepolo aan het werk geweest. Je krijgt beslist geen uitzicht op een roze hemel die het dak openbreekt, maar je hebt eerder het gevoel verpletterd te worden onder het monsterlijke profiel van een enorme schoen. Michaela en ik besloten niet naar binnen te gaan en kijken nu virtueel rond. Naast de sala del maggior consiglio staan ook de sala dello scrutinio, de sala del senato en de sala del collegio open voor een virtueel bezoek.

Dogepaleis
virtueel bezoek aan de sala del maggior consiglio met Arounder.com
Dogepaleis
Gabriel Bella (1730-1799)
la sala del senato, vóór 1792. Bella beschikt beslist niet over ‘sprezzatura’ maar zijn bijna naïeve voorstellingen bieden een prettig tegenwicht bij alle Venetiaanse krachtpatserij

Palazzo Ducale [ museiciviciveneziani.it ]

tenebrist & colorist [ 1 ]

Giovanni Battista Piazzetta (1683-1754) en
Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770) in de San Stae in Venetië

Na een bezoek aan Venetië ontdek je wat je allemaal gemist hebt. Bijvoorbeeld de San Stae. De gevel van deze achttiende eeuwse kerk hebben we in het voorbijgaan aan het Canal Grande wel gezien, maar het is jammer dat we niet even binnen zijn geweest.

San Stae
San Stae (rechts) aan het Canal Grande
geschilderd door Bernardo Belloto (1721-1780)

In 1721 kregen een aantal Veneziaanse schilders opdracht om voor deze kerk een martelaarschap van een heilige te schilderen. Daaronder waren ervaren meesters als Giovanni Battista Piazzetta en Sebastiano Ricci. Ook de pas 26 jaar oude Giovanni Battista Tiepolo werd gevraagd. Hij stond op dat moment nog sterk onder invloed van de dertien jaar oudere Piazzetta. Maar wanneer je zijn ‘martelaarschap van de hl. Bartholomeus‘ vergelijkt met ‘het martelaarschap van de hl. Jakobus‘ van Piazzetta , dan kun je al zien dat Tiepolo zich in een andere richting zal gaan ontwikkelen.

Piazzetta en Tiepolo
Giovanni Battista Piazzetta
martelaarschap van de hl. Jakobus, 1722
Giovanni Battista Tiepolo
martelaarschap van de hl. Bartholomeus, 1722

Piazzetta was een zgn. tenebrist die in de traditie van Caravaggio werkte. Hij bouwde zijn schilderij op vanuit een donkere achtergrond en maakte gebruik van dramatische lichteffecten. Ook de jonge Tiepolo werkte op deze manier, maar was tegelijkertijd en colorist en bouwde de vorm niet alleen vanuit chiaroscuro op, maar ook vanuit de kleur. Zo gebruikte hij in de schaduwen complementaire kleuren en soms benadrukte hij een lokale kleur, zoals in het rood op het bovenstaande schilderij te zien is.

Piazzetta
detail van het martelaarschap van de hl. Jakobus door Piazzetta

Vier jaar na het martelaarschap van de hl. Bartholomeus komt het tot een volledige breuk met het tenebrisme wanneer Tiepolo de opdracht krijgt om in Udine een aantal fresco’s te schilderen. Hij wordt daarmee een van de eerste schilders van het rococo en nu is alles licht geworden. Er is letterlijk een verschil van dag en nacht tussen de rijpe en vroege Tiepolo en het schilderij in de San Stae laat dat heel goed zien. Maar de ‘bella figura’ en de vormentaal die hij van Piazzetta en Veronese overnam, heeft Tiepolo nooit willen loslaten.

Tiepolo
detail van het martelaarschap van de hl. Bartholomeus door Tiepolo

San Stae, an abbreviation for Saint Eustachius, was founded at the beginning of XI century and reconstructed in XVII century, has a main facade (1709) on the Grand Canal of Venice, constructed by Domenico Rossi, and richly decorated with statuary by Giuseppe Torretto, Antonio Tarsia, Pietro Baratta, and Antonio Corradini. The interior has a tomb for the Mocenigo Family. The right wall contains altars with works by Niccolò Bambini, Giuseppe Camerata, and Antonio Balestra. The three chapels on the left house works by Giuseppe Torretto, Pietro Baratta, Francesco Migliori, and Jacopo Amigoni. The roof of the presbitery has a ceiling decorated with a large canvas by Bartolomeo Letterini, while the walls have canvases by Giuseppe Angeli and small canvases dedicated to the Apostles, including a Martyrdom of St. Bartholemew (1721) by a young Giambattista Tiepolo; a Martyrdom of St. James the Greater by Giambattista Piazzetta; and a Liberation of St. Peter by Sebastiano Ricci. The sacristy contains a Death of Christ by Pietro della Vecchia and a Trajan orders Sant’Eustachio to pray to the idols by Giambattista Pittoni.
Bron: en.wikipedia.org

Piazzetta [ en.wikipedia.org ] | Tiepolo [ en.wikipedia.org ]