comak

de vervlakking van Suske en Wiske

de circusbaronIn 1976 las ik bijna iedere week een album van Suske en Wiske. Ik leende ze van de buurkinderen maar was in 1975 ook begonnen zelf albums te kopen, meestal tweedehands op de markt en soms nieuw. Ik spaarde er zo’n tachtig. Gelukkig ontdekte ik op tijd dat de nieuwste Suske en Wiskes niet meer zo leuk waren. Na 1970 was het met deze strip bergafwaarts gegaan en eigenlijk waren de verhalen vanaf 1960 al niet meer zo leuk. Gelukkig heb ik alle verhalen uit de jaren vijftig compleet. Willy Vandersteen zou de eerste 25 of misschien wel eerste 35 zelf getekend hebben. Daarna werd het studiowerk en werd Suske en Wiske volgens formule geproduceerd. De verhalen werden na 1960 moralistisch en sentimenteel, de tekeningen sjabloonachtig.

Suske en Wiske was ooit een van de beste, kleurigste en levendigste strips van Europa, maar werd vanaf de jaren zestig omgevormd tot een kleurloos massaproduct.

In een Stripschrift uit 1979 werd Suske en Wiske uitgebreid onder de loep genomen. De conclusie van een beschouwend artikel over de ontwikkeling van 1946 tot 1979 was duidelijk: Suske en Wiske was ooit een van de beste, kleurigste en levendigste strips van Europa, maar werd vanaf de jaren zestig omgevormd tot een kleurloos massaproduct. Stripschrift noemt het comak analoog aan muzak.

Muzak is het amorfe geluidsbehang dat in supermarkten nu al enige jaren voor “sfeer” moet zorgen. Muzak is muziek zonder dynamische overgangen of tempowisselingen, het is volledig glad en emotieloos; klankruis. Maar de goede luisteraar kan af en toe melodieën herkennen van in oorsprong verre van vlakke of emotieloze muziek. Het is echter de manier waarop hij gespeeld wordt die deze muziek zo vlak en zo doods maakt. Zo is het ook met Suske en Wiske: wat Vandersteen te vertellen heeft is niet wezenlijk veranderd, maar de manier waarop wél. Zoals muziek tot muzak kan geraken, is comic hier comak geworden. Het kan geen toeval zijn dat met de muziek ook Suske en Wiske in de supermarkten terecht is gekomen.
 
uit: Stripschrift 121/122 (1979)

Hergé, de geestelijk vader van Kuifje, heeft de teloorgang van Suske en Wiske in de jaren zeventig nog meegemaakt. Om zijn geesteskind Kuifje te beschermen tegen vervlakking, heeft hij in zijn testament laten vastleggen dat niemand na zijn dood met de avonturen van Kuifje verder mocht gaan. Bij Kuifje is in 1975 de teller op 23 albums blijven staan. Van Suske en Wiske zijn sinds 1975 alweer 177 nieuwe albums verschenen…

Suske en Wiske verhalen uit de jaren zestig
 
de gramme huurling1960 De windmakers 126, De gouden cirkel 118, De zingende zwammen 110 1961 De wolkeneters 109, De klankentapper 103 1962 De wilde weldoener 104, Het hondenparadijs 98, De kaartendans 101 1963 De kwakstralen 99, Het rijmende paard 96, De sissende sampan 94 1964 Sjeik El-Rojenbiet 90,De nerveuze Nerviërs 69, Het zoemende ei 73 1965 De koddige kater 74,De schone slaper 85, De apekermis 77 1966 Jeromba de Griek 72, De dulle griet 78 1967 De poenschepper 67, Wattman 71, Het mini-mierennest 75 1968 De zeven snaren 79, De gramme huurling 82, Tedere Tronica 86 1969 De briesende bruid 92, De junglebloem 97, De dromendiefstal 102

Ik hou het bij de albums uit de jaren vijftig. Die van de jaren zestig zijn weliswaar al veel minder, maar worden in mijn boekenkast als jeugdsentiment gekoesterd. Deze zomer herlas ik voor de zoveelste keer De bronzen sleutel uit 1950/51. Dit verhaal staat op de derde plaats in de Suske en Wiske hitparade. De verhalen uit de legendarische blauwe reeks (1950-1959) staan allemaal hoog genoteerd. Een van mijn favorieten, De circusbaron (1952/53) staat op een zestiende plaats.

Suske en Wiske 60 jaar [ W&V ] | suskeenwiske.ophetwww.net