In augustus 1792 was Pruisen onder de militaire leiding van de hertog van Brunswijk begonnen aan een veldtocht vanuit Mainz richting Parijs. Het doel was om zo snel mogelijk korte metten te maken met het revolutionaire Frankrijk. Precies een jaar eerder hadden de Pruisen en de Oostenrijkers de Verklaring van Pillnitz ondertekend. Het was een intentieverklaring om militair in te grijpen als Lodewijk XVI, de koning van Frankrijk, zou worden bedreigd. Keizer Leopold II had een heel persoonlijke reden om deze verklaring te ondertekenen. Marie-Antoinette, de afgezette koningin van Frankrijk, was zijn zusje. Bovendien was de Franse Revolutie bedreigend voor hemzelf. De Girondijnen probeerden de revolutie namelijk te exporteren naar de buurlanden. In de winter van 1789/1790 waren in de Oostenrijkse Nederlanden (het huidige België) de Verenigde Nederlandse Staten uitgeroepen. Eind 1790 maakten de Oostenrijkers hier weer een einde aan, maar hadden nu aan den lijve ondervonden dat de revolutie kon overslaan.

Eind augustus 1792 trokken de Pruisen bij Longwy Frankrijk binnen. Begin september hadden ze de belangrijke vestingstad Verdun veroverd. In Parijs brak er paniek uit. De droom van vrijheid, gelijkheid en broederschap zou nu wel eens heel snel voorbij kunnen zijn. Vanaf dit cruciale moment begon de revolutie haar gruwelijke gezicht te laten zien. Uit angst dat de anti-revolutionairen in de gevangenissen een vijfde colonne zouden kunnen vormen, liet Danton toe dat het volk de gevangenissen bestormde. Tussen 2 en 6 september 1792 werden zeker elfhonderd gevangenen, onder wie 250 priesters en drie bisschoppen, door een volksjustitie op genadeloze wijze afgeslacht. Nog altijd werpen de Septembermoorden een pikzwarte schaduw over de lichte zijde van de Franse Revolutie.
Intussen bleven het Pruisische leger onder aanvoering van de Hertog van Brunswijk optrekken richting Parijs. Maar ten oosten van de stad Châlons-en-Champagne kwam het tot een keerpunt. Goethe was getuige. In zijn verslag Campagne in Frankrijk 1792 beschrijft hij het geluid van de kanonskogels die om zijn oren vliegen: “ruisende boomkruinen, klaterend water en fluitende vogels.” Goethe, kampioen in gevleugelde woorden, kreeg het op 20 september 1792 nadat ‘s avonds de kanonnen bij Valmy tot zwijgen waren gekomen, ook weer voor elkaar: “Hier en nu begint een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis en jullie allen kunnen zeggen dat jullie getuige zijn geweest van de geboorte ervan.”
Het leek alsof God zelf gesproken had, want de volgende dag werd in Parijs de Franse monarchie afgeschaft en de Eerste Franse Republiek uitgeroepen. Een dag later werd in heel Frankrijk een nieuwe kalender ingevoerd. Het was nu 1 vendémiaire van het Jaar I in plaats van 22 september 1792.
Bron: nl.wikipedia.org