Het rococo is eigenlijk het laatste stadium van de barok en heeft een heel eigen karakter. Ze is licht (van kleur), licht van geest en neigt zelfs naar het lichtzinnige. Er wordt vaak neerbuigend gedaan over het rococo. Het zou een behaagzieke decoratiekunst zijn waarmee de rijken der aarde onderling konden pronken. Daarin zit veel waars, maar het rococo wordt met dat oordeel ook tekort gedaan. De uitgebalanceerde elegantie van Mozart vind je ook zeker bij sommige schilders van het rococo.

olieverf op doek
De Venetiaanse schilder Giovanni Battista Tiepolo (1694-1770) is voor mij “de Mozart van de schilderkunst”. Mozart en Tiepolo leefden in de achttiende eeuw (hun levens overlapten elkaar 16 jaar) en schiepen hun werk in de geest van het rococo. Het is meestal licht van toon, virtuoos, zwierig en kleurrijk. De fresco’sin de Würzburger Residenz schilderde Tiepolo rond 1750 toen hij aan de artistieke top zat. In de fresco’s die met tempera geschilderd zijn, blijven de verfstreken afzonderlijk zichtbaar. Overvloeiende delen kunnen alleen met arceringen bereikt worden. Er kan niet verdoezeld worden zoals in olieverf. De hand van de meester blijft overal zichtbaar en is dus goed te volgen.

olieverf op doek
Net als bij Mozart zit er een vanzelfsprekendheid in het virtuoze gebaar. Het lijkt huppelend geschilderd met een volmaakte kennis van modellering en lichtval. Anders dan in zijn vroegere werk of in olieverfschilderijen, werkte Tiepolo met lichte pastelkleuren. De combinatie van het blauw van zijn luchten en het roze van zijn wolken is zijn handelsmerk geworden. Tiepolo was zoals alle grote Venetianen een colorist pur sang. Om plasticiteit te suggereren, combineert hij heldere kleuren met elkaar. Het incarnaat is geschilderd met een groenige en rozige toon. Lokale kleuren, bijv. draperieën, kunnen heel helder blauw zijn, maar ook pistache of pastelgeel.

olieverf op doek
De thematiek van zijn werk kan ik Tiepolo vergeven. Omdat hij werkte voor zeer hoge opdrachtgevers, was hij veroordeeld tot de smaak van het ancien régime. Men vroeg vooral voorstellingen met een mythologisch theater en om erotische toespelingen. Als Venetiaan was hij daar helemaal mee vertrouwd. Hij keek niet op een of twee cherubijntjes meer of minder. Tiepolo had geen moeite om de prins-bisschop van Würzburg te behagen. Zo schilderde hij in de koningszaal niet alleen een allegorie van de christelijke deugden, maar ook een mythologische grijsaard die lui over de rand hangt met een halfnaakte nimf tegen zich aan gevleid die evengoed zijn kleindochter zou kunnen zijn. Zo zag de prins-bisschop het natuurlijk graag. De allegorie van de deugden legitimeerde deze natte droom.

detail van plafondfresco in de Kaisersaal van de Würzburger Residenz
Bron: nl.wikipedia.org