Dagelijks archief: zaterdag 12 februari 2005

verstrikt in de waarheid, kan dat?

“Het kwam veeleer doordat de mensen in hun bewustzijn geen ruimte wilden vrijmaken voor een dergelijke onvoorstelbare verschrikking. Ze bezaten noch de verbeeldingskracht, noch de moed die verschrikking onder ogen te zien. Het blijkt mogelijk te zijn om te leven in het schemergebied tussen kennen en ontkennen.”
W.A. Visser ‘t Hooft, Memoirs
Londen 1973

Dit is het motto van het boek “Albert Speer: verstrikt in de waarheid” geschreven door Gitta Sereny.

Interessant boek. Albert Speer is een van de weinigen die de dans ontsprongen bij de Neurenberger processen tegen Nazi-misdadigers, hij werd ‘slechts’ veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. In de gevangenis is hij boeken gaan schrijven, waarin hij tot een soort gewetensonderzoek kwam. In die zin is was hij beter dan de meeste andere nazis : hij gaf toe dat hij ‘fout’ geweest was. Echter, hij is, ondanks dat de ‘feiten’ hebben ‘aangetoond’ dat hij wel op de hoogte geweest moést zijn van de Holocaust, blijven ontkennen dat hij hier iets van wist .

Nietzsche heeft de vraag gesteld “hoeveel waarheid verdraagt de mens”.

Blijkbaar zit er in mensen, zie Albert Speer, een mechanisme, dat er voor zorgt dat we ‘bepaalde waarheden’ over onszelf, niet onder ogen krijgen, er is iets dat zich hardnekkig verzet.

Dit mechanisme beschermt ons, zou je kunnen zeggen, tegen die waarheden die we niet aankunnen.

Behoort dit mechanisme tot het Goede ( bijvoorbeeld omdat het ons dan pas met waarheden confronteert, op het moment dat we het aankunnen) of tot het Kwade( bijvoorbeeld omdat het ons afhoudt van de waarheden die we, hoe verschrikkelijk ze ook zijn ,
nodig hebben om tot onszelf te komen.

gepost door Kees Straks

Reactie Woest & Vredig
De vraagstelling blijft enerzijds gesteld binnen het relativisme, omdat er over waarheden gesproken wordt. Aan de andere kant veronderstelt de vraag juist het Goede en het Kwade met een hoofdletter. De vraag zou consistenter zijn als gesproken zou worden over de Waarheid i.p.v. waarheden. In dat geval lijkt het mij dat elke gedachte die mij afhoudt van de Waarheid nooit uit het Goede kan voortkomen. Het Goede wil dat we tot de Waarheid komen en niet dat we gevangen raken in deelwaarheden. Een deelwaarheid die grote macht uitoefent, is bijvoorbeeld de opvatting dat de Waarheid uit stukjes (van de Waarheid) zou bestaan. Of de gedachte dat elk mens en elke tijd zijn eigen waarheid heeft.

Het Goede openbaart mij persoonlijk dat er één ongedeelde Waarheid bestaat. Dat is voor de achterdochtige postmoderne mens een levensgevaarlijke uitspraak. Maar ik weet het zeker: ook al hebben wij in deze gebroken wereld de neiging ons te laten misleiden door stukjes van de waarheid, we kunnen nog altijd de ongebroken Waarheid (her)kennen, mits we daarbij het hart gebruiken. Vanuit mijn verstand kan ik hoogstens een relativistisch standpunt innemen of juist een absolute waarheid liegen.