Dagelijks archief: zaterdag 15 april 2006

WRR rapport over islam

Reacties op het WRR-rapport Dynamiek in islamitisch activisme
dat verscheen op 12 april j.l.

De inhoud van het WRR-rapport, een verslag van een raad die wetenschappelijk prentendeert te zijn, heeft mij aan de ene kant verbaasd, aan de andere kant ook weer niet. Links en rechts konden afgelopen week weer over elkaar heenvallen. Een kort verslag van de reacties. We beginnen bij de bron:

Onder brede belangstelling verscheen op 12 april jl. Dynamiek in islamitisch activisme. Aanknopingspunten voor democratisering en mensenrechten (AUP, ISBN 978 90 5356827 9) WRR-rapporten aan de regering nr. 73
 
De raad draagt met dit rapport mogelijkheden aan voor Nederland en de EU om kansen voor toenadering tot de moslimwereld te benutten. Aanknopingspunten zijn er meer dan men algemeen veronderstelt. Analyses in dit rapport gaan over de ontwikkelingen in islamitisch activisme sinds de jaren zeventig en zijn mede gebaseerd op studies die op verzoek van de WRR zijn verricht en tegelijkertijd met dit rapport verschijnen. De nadruk ligt op intellectuele ontwikkelingen, de veranderende opstelling van islamitische politieke bewegingen en de betekenis van het islamitisch recht voor het recht in de moslimlanden.
 
Bron: WRR-rapport

Enkele reacties van links:
weblog van Jan Marijnissen met 107 reacties
weblog van Anja Meulebelt [ook sp] met 12 reacties
Vluchtelingenwerk

Omdat ik persoonlijk vind dat de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid zich met dit onwetenschappelijke rapport (Ayaan Hirsi Ali: “Hier lijkt de wens de vader van de gedachte”) belachelijk heeft gemaakt, enkele houtsnijdende reacties van zogenaamde ‘moslimhaters’:

ayaan hirsi aliHet rapport beschrijft vrij uitputtend in een aantal hoofdstukken de ontwikkeling van het islamitisch- politieke denken, de ontwikkeling van islamitisch-politieke bewegingen en de ontwikkeling van het islamitisch recht. Als er een ding duidelijk wordt, dan is het dat er vele stromingen en richtingen zijn en dat dé islam niet bestaat.
 
Maar het rapport is niet alleen informatief, het is ook programmatisch.
 
Dat blijkt als na vijftig pagina’s wordt geconstateerd dat de aanhang van liberale moslim- denkers niet zo erg groot is, maar dat je dat niet moet bagatelliseren.
 
„Vernieuwend denken moet ergens beginnen en kan geleidelijk aan diepgang en invloed winnen„. Hier lijkt de wens de vader van de gedachte.
 
Bron: weblog over Ayaan Hirsi Ali

Geert Wilders publiceert op zijn website niet alleen de kamervragen die hij aan de minister-president en aan de minister van Buitenlandse Zaken stelde over het WRR-rapport, maar ook over Balkenende’s toespraak in Indonesië op de Universitas Islam Negeri, 7 april j.l.

geert wildersvraag 8: Is het waar dat minister-president Balkenende in een lezing voor de Universitas Islam Negeri (Jakarta, Indonesië, 7 april 2006) heeft gezegd dat de islam als zodanig geen bedreiging vormt.[3]? Bent u het met mij eens dat die uitspraak in het licht van het anti-westerse karakter van de (zuivere) islam en de daaruit voortgevloeide aanslagen en bedreigingen van de westerse beschaving een ernstige vergissing en een derhalve laakbare opmerking is? Is de minister-president bereid zijn opmerkingen in dat licht te nuanceren danwel terug te nemen; zo neen, waarom niet?
 
vraag 9: Is het tevens waar dat de minister-president zich sterk relativerend heeft uitgelaten over het belang van de christelijke, joodse en humanistische traditie in Nederland door te stellen: „Nederland heeft altijd opengestaan voor mensen met andere overtuigingen„? Bent u het met mij eens dat in ieder geval moet worden voorkomen dat die „andere overtuigingen„ in Nederland dominant worden en de eigenlijke bronnen van onze beschaving – de joods-christelijke en humanistische tradities – gaan overheersen?
 
Bron: geertwilders.nl

Islam-bashen
WRR-onderzoeker Schoonenboom heeft naar aanleiding van het rapport gezegd dat politici op moeten houden met ‘islam-bashen’, het beschimpen van de islam. Hij beschuldigt met name CDA-fractievoorzitter Verhagen en Tweede Kamerlid Wilders van stemmingmakerij.

Verhagen en Wilders zijn uitermate ontstemd over de beschuldigingen van Schoonenboom. “Dit is onzorgvuldige lariekoek. Studeerkamerpolitiek” zegt Verhagen in een reactie. Wilders zegt over het WRR-rapport: “Dit is naïef en gevaarlijk. Dit is de taal der dwazen. Ik blijf erbij dat de islam onverenigbaar is met democratie”.

Bron: wereldomroep.nl

sylvain ephimencoTwee jaar geleden in Frankrijk veroorzaakte prediker Tariq Ramadan een golf van verontwaardiging door het stenigen van vrouwen niet te willen veroordelen. Hij stelde alleen een moratorium voor. Het rapport vindt dit werkelijk fantastisch: „Dit kan een proces van meningsvorming op gang brengen“ en ook al heeft een tijdelijke opschorting van stenigingen weinig kansen, het voorstel daartoe heeft dan „een belangrijke signaalfunctie“ gehad. Ach, om dit knoeiwerk hoef je heus niet boos te worden. Ook in de tijd van de communistische overheersing wemelde het in het Westen van naïeve geesten die „nuttige idioten„ werden genoemd.
 
Bron: column van Sylvain Ephimenco in Trouw

Trouw over het WRR-rapport
dossier WRR [ trouw.nl ]

islamdeskundigheid

vandaag in de Letter & Geest bijlage van Trouw:
slot van het debat tussen Michiel Leezenberg en Machteld Allen

De arabiste en historicus Machteld Allen begon een paar weken geleden in het onvolprezen Letter & Geest, een bijlage van Trouw op zaterdag, een debat met Michiel Leezenberg. Deze universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam publiceerde in 2001 een boek over islamitische filosofie. Vandaag reageert Leezenberg met een woest stuk waarin hij haar wetenschappelijk probeert koud te maken. Maar Allen slaat met het onderstaande grandioos terug.

Volgens mij zit de islamdeskundigheid gevangen tussen twee ‘scholen’, die elkaar gedeeltelijk overlappen. Beide benaderingen zijn ideologisch van aard. Bij de ene school is emancipatie en bevrijding het doel van de wetenschap, bij de andere school staat de interreligieuze ‘dialoog’ meer centraal. Bij de ene school wordt de veranderlijkheid en diversiteit van de islam als uitgangspunt genomen, terwijl de andere school de overeenkomsten tussen de drie monotheïstische godsdiensten wil benadrukken. Voor het gemak noem ik ze maar even de UvA-benadering (waarvan Leezenberg een exponentis) en de VU-benadering. Neem het niet al te letterlijk, het is maar een schets.
 
De UvA-benadering is goddeloos. Al het mensengedrag, dus ook het gedrag van moslims, wordt verklaard vanuit puur politieke of materiële motieven. De islam wordt als een veelomspannend, sociologisch fenomeen benaderd, en de geest van het poststructuralisme waart daarbij nog altijd stevig rond. Het werk van de populaire Franse islamdeskundigen (eigenlijk sociologen) Gilles Keppel en Olivier Roy zijn voorbeelden uit deze traditie. Het woord ‘essentialist’, waar Leezenberg mij van beschuldigt, komt uit het poststructuralistisch jargon. Als je een essentialist bent, bekleed je iets of iemand met inherente, onveranderlijke eigenschappen. Essentialisme is een wetenschappelijke ‘doodzonde’, zoals Leezenberg het noemt. Dat is veelzeggend. Waarom is het een morele dwaling om de islam inherente, onveranderlijke eigenschappen toe te schrijven? Omdat je dan de emancipatie van de moslims blokkeert. De UvA-school wil dat je de geschiedenis zó beschrijft, dat je het de mensen gemakkelijk maakt zich van hun ketenen te bevrijden. Dat is ook de reden waarom Leezenberg de geschiedenis van de islam wil injecteren met het woord ‘Verlichting’. Het is flink persen om de islam in die mal te krijgen, en het verkruimelt bij de eerste empirische toetsing.
 
De VU-benadering is wéll geïnteresseerd in God en de profeten. Naast alle materiële en politieke motieven wordt rekening gehouden met goddelijke openbaring als verklaring voor menselijk handelen. Maar misschien komt het doordat de godsdienst überhaupt een beetje in het verdomhoekje zit, dat de VU-school zich kenmerkt door een samentrekkende beweging. Anders gezegd: moslims worden gezien als een soort bondgenoten van christenen. Dit levert een geschiedschrijving op die haar onderwerpen selecteert op ‘bruggen bouwen’, en ‘openingen creëren voor de dialoog’. De term ‘Abrahamitische godsdiensten’ (wij delen allen één aartsvader) is één van de poëtische patenten van deze school.
 
Hoe moet het dan? In mijn ogen is wetenschap een middel om de werkelijkheid te beschrijven. Als de wetenschap de werkelijkheid wil gaan scheppen of veranderen, verwordt ze tot ideologie. Ik stel vast dat in dit opzicht bij de bestudering van de islam iets verschrikkelijk is misgegaan. Het wordt heel gewoon gevonden dat de wetenschap, ten behoeve van de emancipatie en de dialoog, bepaalt wat de islam inhoudt.
 
Het zijn echter niet de wetenschappers, maar de gelovigen die bepalen wat de islam is. Het beste is daarom misschien om te beginnen de islam te beschouwen zoals moslims die zélf beschouwen: niet als een kleurrijk, sociologisch fenomeen, maar als een flinke, volwassen godsdienst, die zich baseert op Allah’s eeuwige en ongeschapen woord, de Koran. Islamwetenschap zal dus in de eerste plaats theologie moeten zijn, te beginnen met de eenvoudige vraag: wat geloven moslims? Voor de beantwoording van die vraag kunnen we, om te beginnen, terecht bij de Koran en de hadieth.
 
Maar omdat het antwoord op die vraag, vanwege de ‘inherente’ en krasse geloofswaarheden van de islam, noch de emancipatie, noch de integratie, noch de dialoog zal bevorderen, stellen we de vraag liever helemaal niet. De Koran wordt soms zelfs afgedaan als irrelevant voor de wetenschappelijke bestudering van de islam. En wie de vraag wéll stelt, wordt onmiddellijk kaltgestellt als een ‘overspannen’ essentialist en mag niet meer meedoen.
 
Bron: trouw.nl

Michiel Leezenbergdr. Michiel Leezenberg (1964) is als universitair docent verbonden aan de afdeling Wijsbegeerte van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij verbleef geruime tijd voor onderzoek in de islamitische wereld en publiceerde hierover talrijke artikelen. In 2001 verscheen van zijn hand Islamitische filosofie – een geschiedenis, dat bekroond werd met de Socrates wisselbeker.