Bron: lillarogers.com/about/interview
Lilla Rogers Studio
Bron: lillarogers.com/about/interview
Gisterenavond vond ik een foto van mijzelf uit 1995 in Brugge. In mijn gedachten had ik toen het portret dat Lucien Lévy-Dhurmer (1865-1953) in 1896 maakte van de schrijver Georges Rodenbach (1855-1898).
Voor mij is dat hét portret van de melancholicus, schitterend getroffen in het bleke, ziekelijke gelaat en zijn onderhuidse paniek. In Brugge zit je goed voor romantiek zou je denken. Zo niet voor Georges Rodenbach. Hij situeerde er zijn roman Bruges-la-Morte, maar in een verkeerde tijd. In de negentiende eeuw was Brugge ernstig in verval geraakt, heerste er armoede en prostitutie. Voor een poète maudit uit het fin de siècle daarom a place to be. Zijn roman Bruges-la-Morte werd in de decadente jaren negentig van de negentiende eeuw een hit, maar de Bruggelingen waren er niet blij mee. Tegenwoordig kun je je in een koetsje door Brugge laten rondtoeren en daarna genieten van een maaltijd die de Bourgondische gouden tijd doet herleven. Brugge is geknipt voor een romantisch weekendje voor twee personen dus. De laat-romantici en decadente dichters zagen dat duidelijk anders en bekeken de stad door een donkere bril. Die heb ik op bovenstaande foto eens uitgeprobeerd.
over de verfilming van Bruges-la-Mort
opera en verfilming
Erich Wolfgang Korngold schreef in 1920 de opera Die tote Stadt. Het libretto is van Paul Schott (een pseudoniem van de vader van de componist) en is gebaseerd op Bruges-la-Morte. Rodenbach‘s korte roman werd ook verfilmd in 1981 onder de naam Brugge, die Stille
De Utrechtse schilder Abraham Bloemaert (1564-1651) bereikte een zeer hoge leeftijd voor iemand in de zeventiende eeuw. In zijn lange leven had hij talloze leerlingen en het is dan ook niet overdreven dat men hem de vader van de Utrechtse School is gaan noemen. Het Centraal Museum in Utrecht is de thuishaven van zijn schilderijen geworden. Het museum bezit 33 Bloemaerts: 16 schilderijen en 17 tekeningen. Daar is nu een tekening bijgekomen. Het is een voorstudie van een schilderij dat al in Centraal Museum hing.
een man van stil en bequamen wesen
Bloemaert nu Ao. 1604. is oudt 37. Iaren, en werdt desen aenstaenden Kerstdagh 38. Hy is een Man van stil en bequamen wesen, hertlijck verlieft en gheneghen meer en meer nae te soecken d’uyterste cracht en schoonheyt der Const Pictura: welcke, ghelijck sy Bloemaert, om zijnen schilderachtigen bloem-aerdt, (van hem bloemigh verciert wesende) gheheel vriendlijck toeghedaen en gunstigh is, doet sy uyt rechte danckbaerheyt van Wtrecht zijnen naem recht uyt de Weerelt over loflijck voeren en dragen, door d’al-siende en al vernemende dochter der spraeck, de duysent tonghsche snel vlieghende Fama oft gheruchte, die in haer ghedacht-camer, by den vermaerden Schilders namen, den zijnen d’onsterflijckheyt sal overleveren, en voor de verderflijcke scheer van Atropos eewigh beschermen en behoeden.Karel van Mander in zijn Schilderboeck over Abraham Bloemaert
Abraham Bloemaert, de vader van de Utrechtse School [ woest & vredig ]