Russisch drama [ 3 ]

gelezen in Anna Karenina en gekeken naar een verfilming uit 1997

Anna Karenina 1997Aanvankelijk werd Anna Karenina door de meeste critici afgekeurd als een romantisch niemendalletje over de Russische high society. Met een oppervlakkige blik lijkt dat ook zo. Het boek is echter zo rijk gelaagd dat het zijn genre overstijgt. Net als The Age of Innocence van Edith Wharton is Anna Karenina een zedenschets van de upper class aan het einde van de negentiende eeuw met een scherpe kritiek op de dubbele huwelijkse moraal. Maar Tolstoj heeft in zijn grote roman ook zijn eigen filosofie en een cultuurkritiek verwerkt en ik zie daarbij een duidelijke overeenkomst met het gedachtengoed van Martin Heidegger. Net als Tolstoj beschouwde Heidegger het boerenbestaan als meer authentiek dan het kosmopolitische leven in de stad. Das Gerede (het gepraat) was voor Heidegger een kenmerk van de “oneigenlijkheid” en van de “zijnsvergetelheid”. De zwijgzame boer was voor Heidegger niet alleen meer met de natuur verbonden, maar ook meer met het Zijn. Dat zien we ook heel sterk in het leven van Tolstoj, die zich na zijn vijftigste steeds meer met de Russische boer ging identificeren en in zichzelf een down-to-earth spiritualiteit ontsloot.

Net als Tolstoj beschouwde Heidegger het boerenbestaan
als meer authentiek dan het kosmopolitische leven in de stad

Naast het liefdespaar Anna en Wronski, volgen we ook Ljewin en Kitty. Ljewin is naast Anna de hoofdpersoon van het boek omdat hij de spreekbuis van Tolstoj is. We leren hem kennen als iemand uit een andere wereld, een grootgrondbezitter die dichter bij de boeren staat dan bij de high society in Sint Petersburg. In de karakters van Ljewin en Vronski contrasteert het platteland met de stad. In de ogen van de stedeling is het platteland saai, want er zijn geen ‘verfijnde conversaties’. Maar Ljewin, die een boerenziel koestert, ziet die ‘verfijnde conversaties’ vooral als de producten van opgeblazen ego’s.

Russian Ark
Tolstoj had hekel aan de dubbele huwelijksmoraal van de Russische aristocratie en aan het vele lege gepraat in de hogere kringen. [still uit Russian Ark]

In Anna Karenina komt in het begin van het boek een passage voor waarin de landeigenaar Konstantin Dimitrijewitsj Ljewin (Tolstoj’s alter ego) in de familiekring van Kitty op bezoek is en door de stedelingen ondervraagt wordt. De gastvrouw, gravin Nordston, stelt Ljewin voor met de woorden: “Konstantin Dimitrijewitsj veracht en ontvlucht de stad en ons stedelingen.” Daarna brengt gravin Norston het gesprek op de nieuwste mode in de stad: spiritisme. “Boeiend! Het bovennatuurlijke is nieuw voor mij” is Vronski‘s eerste reactie. Wat voor de boer eeuwenoud (bij)geloof is, is voor de stadse mens spannende en eigentijdse wetenschap geworden.

Het gesprek was op klopgeesten en tafeldans gekomen, en gravin Nordston, die aan spiritisme geloofde, begon van wonderlijke gevallen te vertellen, die zij had bijgewoond.
“Ach gravin, dat moet ik beslist zien; ik verzoek u, neemt u mij eens mee! Ik heb nog nooit iets bovennatuurlijks gezien, ofschoon ik er overal naar zoek”, zei Wronski glimlachend.
“Nu, goed dan, zondagavond”, antwoordde gravin Nordston, “En u, Konstantin Dimitrijewitsj, gelooft u eraan?” wendde zij zich tot Ljewin.
“Waarom vraagt u mij dat? U weet toch wat mijn antwoord is.”
“Toch zou ik graag uw mening horen.”
“Mijn mening is”, antwoordde Ljewin, “dat al die tafels bewijzen, dat onze hogere milieu’s niet hoger staan dan de boeren. De boeren geloven aan de kwade hand, aan het beheksen van het vee, aan gedaanteverwisseling, en wij…”
“Dus u gelooft er niet aan…”
“Ik kan er niet aan geloven, gravin.”
“Maar als ik het nu toch met eigen ogen gezien heb.”
“De boerenvrouwen vertellen ook, dat zij met hun eigen ogen huisgeesten gezien hebben.”
“U denkt dus, dat ik onwaarheid spreek?” vroeg ze en lachte geërgerd en geprikkeld.
“Neen, neen, Masja; Konstantin Dimitrijewitsj zegt toch slechts, dat hij er niet aan kan geloven”, zei Kitty en kleurde terwille van Ljewin; deze, dit bemerkend, wilde juist, nu nog meer geprikkeld, een antwoord geven, toen Wronski met zijn prettige glimlach te hulp kwam en het gesprek, dat gevaarlijk werd, terug op de goede baan bracht.
“Ontkent u dan elke mogelijkheid?” vroeg hij. “Maar waarom? Wij geven toch het bestaan toe van elektriciteit, al kennen wij ze niet, waarom zou er niet een nieuwe, ons geheel vreemde kracht kunnen bestaan, die…
 
uit: Anna Karenina, eerste deel

Anna Karenina (1997) van Bernard Rose [ en.wikipedia.org ]