Categorie archief: 17e eeuw

Het wilde Oosten

gisterenavond gezien op Arte: Black Robe (1991)

black robeDe meeste westerns spelen zich af in de periode 1850-1890 en dus in de tijd dat de territoria in de Far West aan het Amerikaanse grondgebied werden toegevoegd. Eerst trokken de pioniers van Saint Louis via de trails naar het Westen; vlak na de Civil War kwam de eerste transcontinentale spoorweg tot stand. Daarna ging het hard met de kolonisatie van de Far West. Rond 1890 bestond het Wilde Westen niet meer, maar bleef tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw voortleven in de western.

De exploratie van het Westen in de tweede helft de eeuw is waarschijnlijk de meest belichte episode in de Amerikaanse geschiedenis. Een enkele keer wordt er iets verder teruggegrepen in die eeuw, bijvoorbeeld in The Revenant (2015) een film die zich afspeelt in 1823. Films die nog verder de geschiedenis induiken en zich afspelen in de koloniale tijd, zijn er natuurlijk ook. Maar dan zijn het geen westerns meer. Eigenlijk zouden die films easterns moeten heten, omdat ze zich afspelen aan de Amerikaanse oostkust. De achttiende eeuw, en uiteraard de Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd krijgen hier de meeste aandacht. Maar er zijn ook films die zich afspelen in de zeventiende eeuw. Het Amerikaanse continent was toen nog een uitgestrekte wildernis met alleen aan de kust een enkele koloniale nederzetting, handelspost of militaire versterking.

Een film die een poëtisch beeld geeft van de eerste encounters tussen westerlingen en natives is The New World (2005) van Terrence Malick. Deze film speelt zich af in en rond Jamestown, de eerste permanente nederzetting van de Engelsen (en de kiem van de staat Virginia), die al in 1607 werd gesticht. De ongerepte Amerikaanse wildernis moet voor de eerste kolonisten op een aards paradijs hebben geleken. Betoverend mooi. Maar intussen levensgevaarlijk.

De ongerepte Amerikaanse wildernis moet voor de eerste kolonisten op een aards paradijs hebben geleken. Betoverend mooi. Maar intussen levensgevaarlijk.

Dit beeld van het pre-koloniale Amerika komt ook naar voren in de film Black Robe (1991). Het verhaal speelt zich iets later af dan dat van The New World en het toneel ligt een stuk noordelijker, namelijk in Quebec. Dit gebied werd zoals bekend niet door de Engelsen gekoloniseerd maar door de Fransen. Een veel gehoorde kritiek is dat er in de film Engels gesproken wordt (naast het Algonkisch). Ik zag de film op Arte met Franse nasynchronisatie dus het kwam voor mij gelukkig authentiek over.

black robe
de verafgelegen missiepost in het gebied van de Huron

Black robe is gebaseerd op de gelijknamige roman van Brian Moore uit 1985. Het verhaal gaat over een jezuïet die afreist naar een verafgelegen missiepost in het gebied van de Huron. Hij wordt daarbij begeleid door een groep Algonkin.

Net als in The Revenant wordt het harde bestaan in de uitgestrekte besneeuwde wildernis heel concreet gemaakt. Vanuit de luie stoel zijn de landschappen schitterend om naar te kijken, maar je zou voor geen goud in de schoenen willen staan van de pioniers en missionarissen die de wildernis moesten doorkruisen. De natuur was niet de enige vijand. Als je in handen van de Irokezen viel, dan belandde je rechtstreeks in de hel. De reden waarom westerlingen toch voor deze levensgevaarlijk wildernis kozen, was divers. Meestal ging het om winstbejag. Avontuurlijke pelsjagers die zaken deden met de plaatselijke indianenstammen werden gedreven door hebzucht, terwijl de meeste missionarissen die het evangelie aan de inheemse Amerikaanse volkeren wilden verkondigen juist uit idealisme handelden.

Het mooie van Black Robe (zwartrok) is dat er nergens geoordeeld wordt over de missiedrang van de westerlingen. Het huidige standpunt is dat we vreemde culturen vooral zichzelf moeten laten zijn en niemand onze eigen cultuur en religie en al helemaal niet het eigen gelijk moeten opdringen. Vanuit dit standpunt ligt een oordeel snel klaar. De westerlingen zouden hun cultuur en christelijke geloof aan de vreemde volken hebben opgedrongen. Dat was natuurlijk ook regelmatig het geval, maar het was zeker niet altijd zo zwart-wit. Deze film laat zien dat missionering niet synoniem is met het opdringen van het geloof of het dwingen tot bekering

black robe
stills uit Black Robe (1991)

Ook laat Black Robe een veel genuanceerder beeld zien van de relatie tussen de westerlingen en de inheemse bevolking. Vaak worden we verleid tot een zwart-wit beeld: de Europeanen en de indianen. Daarbij wordt dan vergeten dat DE indianen, overigens de Europese benaming van de oorspronkelijke bewoners van Amerika, eigenlijk nooit bestaan hebben. In werkelijkheid ging het om honderden veelal nomadische volkeren die over het hele continent verspreid leefden in ontelbare stammen. Deze stammen stonden soms op voet van oorlog met elkaar, net als de kolonisators overigens. De tegenstelling Europeanen vs. Indianen geeft dus helemaal geen goed beeld. Daarbij stimuleert het een denken in termen van “wij-zij”, waarbij “wij” de agressors zijn en “zij” de slachtoffers. Natuurlijk kwam dit nogal eens voor, maar in werkelijkheid is het verhaal van de kolonisatie van Amerika veel genuanceerder.

In Black Robe zien we dat er in 1634 al innige vriendschappen bestonden tussen de Europeanen en inheemse bewoners van Amerika. Soms werd er zelfs samen gestreden tegen vijandige stammen. Wanneer er oorlogen waren tussen de stammen, ging het bijna altijd om jachtgronden. Europeanen waren dus niet de enigen die om territorium vochten. Ook stonden inheemse volken ook open voor het christelijk geloof en namen ze dit vrijwillig aan. Daarbij versmolt het vaak met elementen uit hun eigen natuurreligie. Black Robe laat uiteraard maar één episode zien in de koloniale geschiedenis van Amerika, en in deze periode waren de Europeanen nog erg zwak waren en sterk afhankelijk van een symbiose met de oorspronkelijke bewoners. De wederzijdse afhankelijkheid van autochtone Amerikanen en allochtonen (westerlingen) laat zien dat de symbiose tussen volkeren met een volstrekt andere cultuur vaak vreedzamer is geweest dan het eenzijdige “wij-zij” verhaal ons vertelt.

Black Robe [ imdb.com ]

Maria de Medici

gisteren gezien op TV5 Monde: Secrets d’histoire
Maria de Medici – l’obsession du pouvoir (2018)

Het einde van de zestiende en begin van de zeventiende eeuw is niet mijn terrein, maar de aflevering over Maria de Medici (1575-1642) in de Franse reeks Secrets d’histoire wilde ik graag zien, vanwege twee kastelen die onlosmakelijk met haar naam verbonden zijn: het chateau de Blois en natuurlijk het Palais du Luxembourg in Parijs. Beide kastelen bezocht ik respectievelijk in 1981 en 2000 en het was in 1981 in Blois dat ik voor het eerst over haar hoorde.

Maria de Medici
Maria de Medici geschilderd door Rubens

De Franse reeks secrets d’histoire levert afleveringen van 100 minuten af. Dat is lang voor een historische documentaire op televisie maar het is ook gemaakt voor de liefhebber. Er komen experts aan het woord en om het verleden tot leven te brengen zit er veel reenactment doorheen gemixt. Maria de Medici wordt gespeeld door Jessica Morali die eigenlijk veel te mooi is, maar het is natuurlijk televisie. De reeks pretendeert geheimen te onthullen. En daar slaagt het programma zeker in.

Het mooiste geheim van de aflevering van gisteren, vond ik het aquaduct dat vanuit de Seine water aanvoert naar de Jardin du Luxembourg. Bij een aquaduct denk je meestal aan een brug waar water over stroomt, maar een aquaduct kan ook ondergronds zijn. Een schoon riool eigenlijk. Toen Maria de Medici tussen 1615 en 1627 door architect Salomon de Brosse het Palais du Luxembourg liet bouwen, werd een aquaduct aangelegd om de tuinen rond het kasteel van water te voorzien. Het ligt er nog steeds al merken de toeristen daar weinig van. Na vier eeuwen verkeert het nog altijd in prima staat en doet het nog steeds dienst.

Maria de Medici – l’obsession du pouvoir [ imdb.com ]

Luttichuys

Isaack Luttichuys (1616-1673)

Tot voor eergisteren had ik nog nooit gehoord van Rembrandt’s tijdsgenoot Isaack Luttichuys. Hij schilderde fijne portretten van rijke burgers in de traditie van Hans Holbein en Angnolo Bronzino. Luttichuys heeft zich mijlenver verwijderd van de levendigheid van Frans Hals maar toch zien we op zijn statige portretten mensen van vlees en bloed.

Isaack Luttichuys
portret van Esther Bary (1630-1696), bruid van Jan Hendrik Lestevenon ca. 1652
Isaack Luttichuys
detail
Isaack Luttichuys
portret van een jonge vrouw, 1656

Isaack Luttichuys [ nl.wikipedia.org ]

jij daar!

de roeping van Mattheus in de schilderkunst van de 17e eeuw

Samen met Giotto di Bondone (1266-1334) en Michelangelo Buonarroti (1475-1564) is Caravaggio (1571-1610) wellicht de meest invloedrijke schilder uit de geschiedenis. Met zijn revolutionaire chiaroscuro had hij enorme invloed op de barokschilderkunst in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Met dramatische lichteffecten toverde Caravaggio zijn schilderijen om in kijkdozen. De ruimtelijke illusie was maximaal geworden.

De maniëristen van de zestiende eeuw beheersten de anatomie van het menselijk lichaam zo goed dat ze het in allerlei houdingen konden neerzetten. Door het lichaam in perspectief (het zogenaamde “verkort”) af te beelden, was de bewegingsvrijheid van de figuren enorm toegenomen. Maar het maniërisme kwam ook met zichzelf in de knoop te liggen. Vaak waren de posen helemaal niet functioneel. Het maniërisme was letterlijk en figuurlijk een pose geworden.

Caravaggio bevrijdde het maniërisme uit de crisis door terug te gaan naar eenvoudige composities en de gebaren functioneel te gebruiken, zodat ze zeggingskracht kregen. Dat werd nog versterkt door een overdreven schema van licht en donker waarmee bepaalde gebaren extra benadrukt konden worden, zoals je met een marker fragmenten uit een tekst onderstreept. Caravaggio is niet de uitvinder van de barok maar hij was wel de schilder met wie de barok in het laatste decennium van de zestiende eeuw definitief doorbrak.

Caravaggio
Caravaggio Vocazione di san Matteo, 1599-1600

De katholieke kerk was tijdens de Contrareformatie de kunst gaan gebruiken om het volk bij de moederkerk te houden. De aantrekkingskracht van het woord was sinds 1517 groot gebleken, maar op het Concilie van Trente (1543-1563) had Rome besloten om terug te slaan met het beeld. De roeping van Mattheus is een van de bekendste schilderijen van Caravaggio. We kijken eerder naar een tableau vivant in een ondiepe ruimte dan naar een plat schilderij. Met deze voorstelling leek hij zijn tijdgenoten te willen zeggen: als Jezus in het huis van de tollenaar Mattheus komt om hem te roepen, dan wil Hij ook in ons huis komen om ons te roepen. De voorstelling is daarom een genretafereel en geen verheven voorstelling. God is afgedaald in onze wereld en stapt Persoonlijk op ons af.

Cuadro vivente
tableau vivant (Cuadro vivente) van Caravaggio’s meesterwerk. [credits: comune.caravaggio.bg.it]
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars tot bekering.

Mattheus 9:13

In Nederland werd Caravaggio aan het begin van de zeventiende eeuw nagevolgd door de Utrechtse Caravaggisten. In de jonge calvinistische Republiek was Utrecht immers de zetel van de bisschop en werd nog in opdracht voor de katholieke kerk geschilderd. De protestantse kerken hadden immers afstand gedaan van beelden. Hendrick Ter Brugghen (1588-1629) schilderde in 1621 een voorstelling van De roeping van Mattheus waarbij Mattheus net als in het tafereel van Caravaggio de wijzende hand van Jezus spiegelt naar zichzelf toe. Maar hij blijft er kalm onder.

Ter Brugghen
Hendrick Ter Brugghen 1621

In diezelfde tijd schilderde de Italiaanse kapucijner monnik Bernardo Strozzi (1581-1641) het tafereel weer als een inbraak in het leven van de tollenaar. Mattheus deinst achteruit en brengt zijn hand naar zijn borst. Bedoelt u mij?!

Strozzi
Bernardo Strozzi ca. 1625-1630

Tenslotte schilderde Rembrandt’s tijdgenoot Jacob I van Oost (1603-1671) uit Brugge in 1648 een roeping van Mattheus waarbij we de tollenaar op zijn rug zien. Geschrokken draait hij zich naar de deur waar Jezus binnenkomt. Zijn hond neemt de emotie van zijn baasje over alsof de schilder ons wil zeggen: een gelovige mens luistert naar Jezus zoals een hond naar zijn baasje.

Jacob van Oost
Jacob I van Oost 1648
9 En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheüs; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. 10 En het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheüs aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen. 11 En de Farizeën, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren? 12 Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. 13 Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
 
Bron: Mattheus 9:9-13

Connect Vermeer

vergelijk Vermeer met 16 andere Hollandse meesters

Dit zijn ze: Frans van Mieris, Gabriël Metsu, Godfried Schalcken, Quiringh van Brekelenkam, Ludolf de Jongh, Cornelis de Man, Gerard ter Borgh, Eglon van der Neer, Pieter de Hoogh, Gerard Dou, Jan Steen, Nicolaes Maes, Michiel van Musscher, Jacob Ochtervelt, Cornelis Bega en Caspar Netscher.

connect Vermeer
Contrary to popular belief, Johannes Vermeer was not a genius working in isolation. He was one of a network of Dutch artists who excelled in painting scenes of everyday life and drew inspiration from each other’s work. Discover this network and explore the connections between the artists and their paintings.

Metsu 350

vandaag is het de 350e sterfdag van Gabriël Metsu

Een van de “kleinere” meesters van de Gouden Eeuw is Gabriël Metsu (1629-1667) die slechts 38 jaar oud werd. Hij is vooral bekend om zijn genretaferelen, meestal van een klein formaat. Vaak wordt hij vergeleken met Pieter de Hoogh en Johannes Vermeer vanwege zijn intieme interieurstukken. Het onderstaande tafereel van een briefschrijvende jongeman bij een open venster waarbij het licht van links komt, zit wat het onderwerp betreft natuurlijk heel dicht tegen Vermeer aan. Maar in stilistisch opzicht stijgt Metsu minder boven zijn tijd uit dan Vermeer.

Metsu
Gabriël Metsu 1662-1665
Briefschrijvende jongeman bij geopend venster
Het schilderij toont een jonge man die voor een geopend raam met een ganzenveer een brief schrijft. Hij is gekleed in een zwart zijden kostuum met daaronder een hemd van wit linnen. Het Perzisch tapijt en het zilveren inktstel op de tafel wijzen op de welstand van de schrijver. De wereldbol die door het geopende raam zichtbaar is, staat symbool voor zijn wereldse belangen. Wellicht is de man een koopman of geleerde. Aan de muur hangt een pastoraal landschap in een schitterende lijst bekroond door een duif. Ook op de rij Delfts blauwe tegels onderaan de muur zijn vogels te zien. Briefschrijvende jongeman bij geopend venster vormt een koppel met Brieflezende vrouw. De vrouw op dat schilderij heeft de brief van de jongeman ontvangen en leest deze aandachtig. Voor zover bekend zijn beide schilderijen altijd gezamenlijk in eigendom geweest. Gabriël Metsu deed het idee voor de pendanten waarschijnlijk op bij Gerard ter Borch, die eerder een gelijksoortig paar schilderde.
 
Bron: nl.wikipedia.org

Deze zomer was in de National Gallery of Ireland de tentoonstelling Vermeer and the Masters of Genre Painting te zien. Daar hing ook het bovenstaande interieurstuk van Gabriël Metsu samen met één van de mooiste schilderijen van Vermeer. Gelukkig zijn deze permanent te zien in dit museum.

in the Dutch mountains

vandaag is het de 397e geboortedag van Albert Cuyp

Soms droom ik dat ik in de Dutch mountains ben. In de geografie van mijn onderbewustzijn liggen die ergens in de Achterhoek. Het is bepaald geen Zuid-Limburgs heuvellandschap maar echt gebergte. Schilders in de zeventiende eeuw hebben wellicht ook die droom gehad: een berglandschap in Nederland. Jacob van Ruysdael schilderde net over de grens bij Oldenzaal kasteel Bentheim. Hij maakte van de heuvel waar het kasteel ligt een heuse berg. Albert Cuyp overdreef nog meer toen hij in 1655 een schilderij van kasteel Ubbergen maakte, ook gelegen vlakbij de Duitse grens.

Ubbergen
Albert Cuyp 1655
kasteel Ubbergen
Albert Cuyp ontwikkelde na 1650 zijn eigen, rijke stijl. Hij staat bekend om de vele afgebeelde kleurrijke figuren en dieren en om zijn vaak volle kleurenpalet. Zijn marines baden in een zonnig, mediterraan licht, hoewel hij nooit in Italië is geweest. Wel reisde hij naar Arnhem, Rhenen en Kleef. Zijn stemmige riviergezichten echter, waaronder het vrij bekende Gezicht op Dordrecht, vertonen een virtuoos gebruik van matte kleuren, die met Hollandse landschappen geassocieerd worden. Zijn laatst bekende werken dateren van 1665.
 
Bron: nl.wikipedia.org

Ubbergen Castle [ nationalgallery.org.uk ]