Categorie archief: tekeningen en prenten

Vedute di Roma [ 5 ]

Charles Louis Clerisseau (1721-1820)

Lang voordat de eerste ansichtkaart verscheen, ergens in de jaren zeventig van de negentiende eeuw, bestonden er al prentjes voor toeristen. In Italië, het land waar het toerisme ontstaan is, konden kunstschilders vaak goed verdienen met het produceren van vedute, meestal stadsgezichten, maar soms ook landelijke taferelen. De eerste toeristen waren vaak rijke Engelsen die halverwege de achttiende eeuw hun Grand Tour door Italië maakten.

Canaletto (1697-1768) was misschien de beroemdste veduteschilder uit de achttiende eeuw. Een minder bekende veduteschilder uit de achttiende eeuw is Giovanni Paolo Pannini (1691-1765). En de bekendste vervaardiger van de ansichtkaart avant la lettre is Giovanni Battista Piranesi (1720-1778). Zijn etsen konden in oplagen verspreid worden en vonden zo ook hun weg naar Engeland, waar de Engelse toeristen bij thuiskomst van hun Grand Tour deze vedute lieten zien, als illustratie bij hun reisverhalen.

Terwijl Canaletto topografisch verantwoorde schilderijen produceerde, namen Pannini en Piranesi het niet zo nauw met de werkelijkheid. Daarom is het woord veduta (een topografisch betrouwbaar stadsgezicht of landschap) bij hen vaak niet van toepassing. Ze gebruikten daarom het woord capriccio. Deze onderscheidt zich van de veduta doordat het een fantasiestuk is. Een schilder van een capriccio kan helemaal los gaan in zijn fantasie, maar baseert zich wel op bestaande antieke bouwwerken. Hij kan de triomfboog van Septimus Sevrus groter maken of combineren met andere ruïnes die niet op het Forum Romanum staan.

Het capriccio bestond al in de zestiende en zeventiende eeuw. Vorig jaar liet ik werk zien van Marco Ricci (1676-1730) die aan het begin van de achttiende eeuw werkzaam was. Hij schilderde zijn capricci met gouache.

clerisseau
Charles Louis Clerisseau and the genesis of Neoclassicism

Afgelopen week ontdekte ik het werk van Charles Louis Clerisseau (1721-1820). Deze architect en schilder maakte voor Catharina II van Rusland een serie capricci die zich nu in het Hermitage bevinden. Evenals Ricci werkte Clerisseau graag met gouache. Omdat dekverf alleen het oppervlaktelicht weerkaatst, ziet het werk er direct en fris uit.

Vedute di Roma [ 1 ] | Vedute di Roma [ 2 ] | Vedute di Roma [ 3 ] | Vedute di Roma [ 4 ]

Illustrated London News 1848

gezien op NPO2: Victoria derde seizoen, aflevering 6
A Coburg Quartet (2019) geschreven door Daisy Goodwin

Op zaterdag 14 mei 1842 verscheen het eerste nummer van de Illustrated London News, het allereerste geïllustreerde weekblad in de geschiedenis. Het bestond tot 2003.

Illustrated London News
de header van de Illustrated London News
bleef sinds 1842 onveranderd

In de zesde aflevering van Victoria (derde seizoen), dat zich afspeelt in 1850 rond de doop van Victoria’s zevende kind Arthur (1850-1942), speelt de Illustrated London News een belangrijke rol. Victoria is not amused over een tekening bij het stukje The Royal Household in dit geïllustreerde weekblad. Rond het midden van de negentiende eeuw stonden monarchen nog boven het volk en was een kijkje in hun privéleven taboe. De onderdanen zouden wel eens kunnen denken dat hun koningin een gewone mevrouw was! Maar met de geïllustreerde tijdschriften en de revoluties van 1848 veranderde dat.

Queen Victoria-First Media MonarchNu is de tekening van Victoria als liefhebbende moeder nooit verschenen in de Illustrated London News. Maar scenarist Daisy Goodwin baseerde deze gedramatiseerde gebeurtenis wel op een historisch gegeven. In zijn boek Queen Victoria – First Media Monarch schrijft John Plunkett dat Victoria en Albert de opdracht hadden gegeven voor een serie etsen met als onderwerp hun privéleven op Buckingham Palace. De etsplaten werden achter slot en grendel gestopt. Maar iemand uit het personeel had meer dan zestig platen even naar buiten weten te smokkelen, waar ze in haast gekopieerd werden. Journalist Jasper Judge bracht deze gekopieerde platen naar de uitgever William Strange die er vijftig van afdrukte in een catalogus.

Victoria was bang dat het volk anders naar haar ging kijken als het een blik in haar privéleven gegund werd. Dat was ook zo, maar het werkte juist in haar voordeel. Media maken monarchen menselijker.

De gevreesde imagoschade bleef echter uit. Victoria was bang dat het volk anders naar haar ging kijken als het een blik in haar privéleven gegund werd. Dat was ook zo, maar het werkte juist in haar voordeel. De band tussen Victoria en het Engelse volk zou door de publicatie van deze huiselijke taferelen verstevigd worden. In 1848 publiceerde het satirisch blad Punch: “The people at large, who have a notion that kings and queens wear diadems instead of hats… had doubtless been much astonished to find that HER EXCELLENT MAJESTY can let her imperial notions subside into the homeliness of common life…The Windsor rogues have, all unwittingly, ‘drawn the curtain and shown the picture’ of HER MAJESTY’s retirement in pleasant aspect…” Sindsdien weten vorstenhuizen dat ze de media ook nodig hebben voor hun populariteit. Media maken monarchen menselijker.

Illustrated London News 1848 [britishnewspaperarchive.co.uk]
Illustrated London News en de Krimoorlog [ W&V ]

historiezucht

gisteren gekocht: Historiezucht (2013) van Marita Mathijsen
De obsessie met het verleden in de negentiende eeuw

HistoriezuchtSommige boeken zijn mij op het lijf geschreven. En soms begint dat al bij de titel. Bij het doorbladeren van Historiezucht voelde ik mij helemaal thuiskomen. Marita Mathijsen kent de verslaving aan de negentiende eeuw. (Je bent gelukkig nooit de enige die hier mee besmet is.) In haar aangename en speelse stijl spreekt ze over een ‘epidemie’ om de negentiende eeuwse obsessie voor geschiedenis te beschrijven. Deze ‘epidemie’ brak los aan het begin van de negentiende eeuw en zou leiden tot de democratisering van het verleden. Voor 1800 was geschiedenis het domein van de kerk en adel geweest en van vermogende liefhebbers, daarna werd geschiedenis van ons allemaal.

De natiestaat ontdekte het verleden, het eigen verleden in het bijzonder, als een belangrijk middel om het volk nationaal bewustzijn bij te brengen en op te voeden tot burgerschap. Vaderlandse geschiedenis is een product van het nationalisme in de negentiende eeuw. Daarvoor werd er neergekeken op het verleden, als iets dat oud en afgedankt was. Op de stenen van ruïnes liepen de ploegen stuk. De boer wierp die oude rommel aan de kant en ploegde voort. Totdat er archeologen op zijn akker kwamen die hem erop wezen dat er vroeger een oud kasteel op zijn land had gestaan. Marita Mathijsen vertelt er in de inleiding smakelijk over. Wanneer de boer zich bewust wordt van wat die oude rotzooi op zijn land vertegenwoordigt, namelijk nationaal erfgoed, slaat zijn afkeer voor afgedankte rommel om in trots. “Die stenen benne nog van het kasteel van de heren!”

In eeuwige verstrengeling
Op de omslag van Historiezucht staat het schilderij Les ombres de Francesca da Rimini et de Paolo Malatesta apparaissent à Dante et à Virgile van Ary Scheffer uit 1835. Het is een illustratie bij de Goddelijke Komedie van Dante. In de Divina Commedia komen Dante en Vergilius (rechts afgebeeld) in de tweede kring van de hel, waar ze onder anderen Paolo en Francesca tegenkomen. De zielen van beide verdoemden worden voortgedreven door de stormachtige wind, die als metafoor dient voor de wispelturige gevoelens van de twee overspeligen. Ze worden voor eeuwig voortgejaagd in hun verstrengeling. De keuze voor deze afbeelding op de omslag heeft een dubbele boodschap. Het schilderij behoort tot de historische schilderkunst en deze illustreert de obsessie van de negentiende eeuw met het verleden. Daarnaast drukt de eeuwige verstrengeling van de twee lichamen ook de innige verstrengeling uit van de actualiteit met het verleden.

Ary Scheffer 1835
Ary Scheffer Paolo en Francesca (1835)
De eeuwige verstrengeling van de twee overspeligen is een metafoor van de innige verstrengeling van de actualiteit met het verleden. Terwijl het dier trouw is aan het heden, gaat de mens steeds vreemd met zijn verleden.
Historiezucht kan de lezer doen duizelen, zoveel feitjes en weetjes worden met elkaar in verband gebracht. Nooit is deze informatiedichtheid echter een bezwaar. Kundig en vol humor neemt Mathijsen de lezer bij de hand; het is haar grote verdienste dat dit lijvige boek goed leesbaar blijft. Persoonlijke anekdotes uit Mathijsens jeugd en menselijke portretten wisselen de cultuurhistorische beschrijvingen af. Zo ontmoeten we bijvoorbeeld dichter Jacob van Dijk die in 1789 het eerste literatuuroverzicht schreef voor het Nederlandse taalgebied. Door zijn halsstarrige weigering wijzigingen door te voeren, verwerd hij tot een voetnoot in de literatuurgeschiedenis.
 
Bron: nexus-instituut.nl

Historiezucht [ vantilt.nl ]

Urban gothic [ 1 ]

aan het lezen in Les Mystères de Paris (1842) van Eugène Sue

Os Misterios de Lisboa (1854) van de Portugese schrijver Camilo Branco (1825-1890) was een van de vele roman-feuilletons halverwege de negentiende eeuw die gebaseerd waren op Les Mystères de Paris van Eugène Sue (1804-1857). In 1842-43 was dit feuilleton een enorm succes. Beïnvloed door de socialistische ideeën van zijn tijd beschreef Sue de dagelijkse ellende van de onderste klasse in Parijs. Twintig jaar later zou Victor Hugo met Les Miserables het feuilleton van Sue in bekendheid nog eens overtreffen.

gravure uit 1851
illustratie Les Mystères de Paris 1851

Les Mystères de Paris vond ook navolging in Engeland. In 1844 schreef George W.M. Reynolds de Mysteries of London. In de jaren veertig van de negentiende eeuw waren London en Parijs de grootste steden ter wereld en boden dus enorm veel stof voor verhalen over de sociale ellende van die tijd. Ook Dostojevski en Multatuli lieten zich inspireren door het sociaal-realisme van Eugène Sue.

Urban Gothic romans uit het City Mysterie genre
 
Les Vrais Mysteres des Paris by Eugene Vidocq
The Mysteries of London by G. W. M. Reynolds
The Mysteries of Lisbon by Camilo Branco
The Slums of St. Petersburg by Vsevolod Krestovsky
The Mysteries of New York by Ned Buntline

Les Mystères de Paris [ gallica.bnf.fr ]

Matho Tonga

De klassieker Matho Tonga (1948-1954) van Hans Georg Kresse
verscheen opnieuw in stripweekblad PEP (1 t/m 29) van 1970

Matho TongaAf en toe blader ik weer eens door de PEP’s uit de jaren zeventig. Het jeugdsentiment ben ik dan meestal ver voorbij. PEP is een schatkamer van Nederlandse stripmakers. Een van de nog levende meesters Dick Matena (Den Haag, 1943) tekende al vanaf 1968 voor PEP. Eerst De Argonautjes (1968-1973) en Ridder Roodhart (1969-1971) naar scenario’s van Lo Hartog van Banda. Tussen 1971 en 1975 tekende en schreef hij de strip Grote Pyr. Na 1970 werd PEP uitgebreid van 32 naar 48 pagina’s en verschenen nog meer strips van Nederlandse makelij. Hans G. Kresse (1921-1992) tekende vanaf 1966 voor PEP. In 1970 verscheen zijn klassieker Matho Tonga – de laatste der Mandan’s met nieuwe belettering opnieuw in PEP.

Kresse tekende verschillende verhalen van Matho Tonga. Het derde verhaal, het geheim van dr. Dorian, verscheen in Nederland in 1955 in Jaargang 58 van De Wereldkroniek.

Matho Tonga
plaatje uit Matho Tonga (pagina 59)

Het aantrekkelijke van Matho Tongha is dat deze strip niet ingekleurd is. Het fenomenale tekenwerk komt zo veel beter tot zijn recht. In 1970 zou Hans G. Kresse starten met zijn indianenstrips. PEP publiceert daarvan de eerste verhalen: De wraak van Minimic [#36 1970], Mangas Coloradas – Woestijn van wraak [#43 1971 t/m #9 1972] en Wetamo – De heks van Pocasset [#40 1972 t/m #8 40 1973]. Deze strips zijn wel ingekleurd waardoor het tekenwerk lang niet meer zo mooi uitkomt.

Matho Tonga
laatste pagina van Matho Tonga in PEP
Matho Tonga
plaatje uit Matho Tonga (pagina 59)
Matho Tonga
In 1977 verscheen bij Uitgeverij Oberon een fraai album in zwart-wit van Matho Tonga – de laatste der Mandan’s. Daarna verscheen nog het tweede deel De strijd in de Zwarte Bergen

Matho Tonga [ depepsite.nl ] | Matho Tonga [ vlaamsstripcentrum.be ]

De moord op de Hertog (1820)

gelezen in: De schele hertogin (2000) van Frederic Bastet :
De moord op de Duc de Berry op 23 februari 1820
Duc de Berry
La mort du Duc de Berry
Prent over de moordaanslag op hertog Karel Ferdinand van Berry. De hertog werd op 13 februari 1820 neergestoken bij de opera in Parijs door Louis Pierre Louvel. Hij stierf de volgende dag. De prent is gedrukt met zes houtsneden en ingekleurd met rood, geel en blauw. Op de prent is geen uitgever vermeld. Deze prent is uitgegeven door P.J. Brepols in Turnhout of door één van zijn opvolgers.
Op 13 februari 1820 werd Karel aangevallen, toen hij het operagebouw aan de rue de Richelieu in Parijs verliet samen met zijn vrouw. Hij werd neergestoken door Louis Pierre Louvel en stierf de volgende dag. Zeven maanden na zijn dood beviel Caroline van een zoon (l’enfant du miracle) die de titel hertog van Bordeaux kreeg, maar beter bekend is als Henri d’Artois, graaf van Chambord. Koning Lodewijk XVIII liet na de moord op zijn neef het operagebouw afbreken.
 
Bron: nl.wikipedia.org
Duc de Berry
La mort du Duc de Berry

Karel Ferdinand van Berry [ nl.wikipedia.org ]

born to be brave

de brave kunst van Moritz von Schwind (1804-1871)

Von SchwindIn juli 2010 maakte ik voor het eerst kennis met het werk van de Oostenrijkse illustrator en schilder Moritz von Schwind. In het kasteel Hohenschwangau, niet te verwarren met Schloss Neuschwannstein, zagen we fresco’s naar ontwerpen van Von Schwind. Een maand later kocht ik een dikke oeuvrecatalogus uit 1906. Waarschijnlijk het eerste en laatste volledige overzicht van zijn werk, want daarna raakte Von Schwind in de vergetelheid. Zijn geromantiseerde taferelen verdragen zich niet goed met de moderniteit en vinden waarschijnlijk alleen nog waardering bij liefhebbers van Victoriaanse koektrommelplaatjes.

Schwind
Der Handschuh der Heiligen Elisabeth (1856)

Er zijn zeker nog wel meer redenen om het werk van Moritz von Schwind te waarderen. In de eerste plaats zijn vakmanschap. In de tweede plaats zijn ijver. En in de derde plaats zijn braafheid. Want ook dat laatste is een kwaliteit. Von Schwind werd in 1804 in Wenen geboren. Zijn ouders hebben tweemaal een vernederende vrede met Napoleon meegemaakt, de Vrede van Pressburg in 1805 en de Vrede van Schönbrunn in 1809. Moritz was nog te klein om zich dat later te herinneren.

Maar het Congres van Wenen (1814-1815) waarbij de rollen omgedraaid werden, zal hij als elfjarig jongetje bewust hebben meegemaakt. Deze gebeurtenis bepaalde het politieke en artistieke klimaat in Europa tot 1848 en werkte ook daarna nog een poosje door. Wenen was het centrum van de Restauratie en gold als oerconservatief. Het grootste deel van zijn leven (Von Schwind overleed in 1871) werd bepaald door de conservatieve geest van de Restauratie. Hij was “born to be brave“.

Als brave ambachtsman volgde hij het Renaissancistische schoonheidsideaal waarbij Rafael het summum is. Alles is ten dienste gesteld aan de onderlinge harmonie. Compositie, vorm en kleur zijn helder. Er is geen picturaal vuurwerk. De verf is getemd door de tekening en zit keurig binnen de lijntjes. Dat is goed te zien in een detail van Sabina von Steinbach uit 1844. Von Schwind omhelst, net als zijn tijdgenoot Peter von Cornelius (1783-1867) en de Nazarener de reactionaire kunst.

Schwind
detail van Sabina von Steinbach (1844)

Moritz von Schwind [ de.wikipedia.org ]