Categorie archief: film

inhaalmanoeuvre

Gezien op DVD : Il sorpasso (1962) van Dino Risi

il sorpassoGisteren overleed Jean-Louis Trintignant (1930-2022), een van de laatste groten van de Franse cinema. Sinds zijn debuut in Et dieu crea la femme in 1956 speelde hij in meer dan 100 films. Onlangs zag ik de Italiaanse roadmovie Il sorpasso uit 1962 waarin hij samen met Vittorrio Gassman en Catherine Spaak de hoofdrol speelt.

Het was de zevende film van Trintignant die net als in zijn debuut gecast is als de introverte en verlegen jongeman die hij in werkelijkheid ook was. Totaal in contrast met deze Roberto staat het karakter van zijn tegenspeler Bruno, gespeeld door Vittorio Gassman. Met een werveling komt hij in de titelgeneriek in zijn Lancia Aurelia B24 sport de film binnen gescheurd. Zijn auto vormt eigenlijk een derde karakter in deze road movie die in Rome en omgeving gedraaid is. De jazz spettert uit de speakers en versterkt de extraverte persoonlijkheid van Bruno. Het schallende koper verklankt ook het optimisme van de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig, toen de naoorlogse welvaart op gang begon te komen.

il sorpasso
Bruno komt in zijn Lancia Aurelia B24 sport de film binnen gescheurd.

Niet vaak zag ik een film zo licht van toon met tegelijkertijd zo’n diep existentialistische onderstroom. De joie de vivre die Dino Risi in de personage van Bruno van het doek laat spatten, herbergt ook een donkere kant. Il sorpasso kwam uit in 1962, het jaar waarin Antonioni zijn beroemde existentialistische drieluik L’avventura, La Notte en l’Eclisse voltooid had waarin de dit jaar eveneens overleden Monica Vitti (1931-2022) de hoofdrol speelde. In het script wordt ook naar deze films verwezen. Terwijl ze door het pittoreske Lazio razen, kakelt Bruno als een kip zonder kop over de vervreemding in de films van Antonioni terwijl hijzelf gelijkvormig aan de wereld geworden is. Vervreemding was in de jaren vijftig tot in de vroege jaren zestig een modewoord dat overal rond zoemde, maar slechts door weinigen begrepen werd.

Op dit soort lichte momenten wordt de existentialistische tijdgeest even aangeraakt, maar het is slechts het topje van een van de golven waarop Bruno zijn surfervaring beleeft. De introverte Bruno luistert met een mengeling van irritatie en bewondering naar de ratelende Bruno die zich steeds meer ontwikkelt als zijn coach in easy living. Het schuurt en klikt tussen de twee, omdat de tegensgestelde karakters elkaar completeren. Op hun tweedaagse road trip ontluikt zo de vriendschap tussen deze twee tegenpolen. Bruno en Roberto beseffen dat ze elkaar nodig hebben: Roberto heeft wat in te halen in leerschool van het leven in deze open sportwagen naast de drukke, zeer aanwezige persoon en Bruno voelt dat de ook hij wat in te halen heeft met de rustige Roberto aan zijn zijde. De titel van de film (vertaald: de inhaalmanoeuvre) is hier op gebaseerd.

il sorpasso 1962
Jean-Louis Trintignant als Roberto en Vittorrio Gassman als Bruno als de twee tegenpolen in Il sorpasso

Ondanks de tintelende lichtheid van deze road movie, blijft de zwaarte voelbaar. Il sorpasso gaat over de onmogelijkheid iemand anders te zijn dan je bent. Bruno en Roberto proberen zichzelf in te halen, maar hun inhaalmanoeuvre eindigt in een Griekse tragedie.

Il sorpasso [cinemagazine.nl]

Beeld van het Wilde Westen [ 8 ]

Gezien: The Missouri Breaks (1976) en The fighting Kentuckian (1949)

missouribreaksDe western is een multiversum. Je hoeft de lange pagina op wikipedia over het genre maar helemaal door te scrollen om te gaan duizelen van alle subgenres. De western is veel meer dan een cowboyfilm. Bestaat dé western eigenlijk wel? Het hangt ervan af hoe je de western en het Wilde Westen definieert.

Het Wilde Westen was de pionierssamenleving die tot 1890 het westen van de Verenigde Staten bestond. De western speelt zich af ten westen van de frontier, de grens tussen de geciviliseerde oostelijke staten en de westelijke territoria. Deze grens schoof in de negentiende eeuw steeds verder op naar het Westen. Oorspronkelijk was het Wilde Westen een immens territorium, maar toen de kolonisatie in 1870 in een stroomversnelling was gekomen, bestond het na 1890 alleen nog als mythe.

Door de Louisiana Purchase in 1803 verdubbelde het grondgebied van de Verenigde Staten en kwam er een enorme uitbreiding naar het Westen. De Appalachen waren de natuurlijke westgrens van de oorspronkelijke 13 Engelse koloniën geweest. Na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten in 1776, kwamen de eerste uitbreidingen naar het Westen. Nieuwe staten als Kentucky (1792), Tennessee (1796) en Ohio (1803) lagen nu ten westen van de Appalachen.

Rond 1830 was de Mississippi de frontier geworden. Saint Louis, oorspronkelijk een Franse nederzetting op de plek waar de Missouri in de Mississippi stroomt, in het hart van Louisiana (niet te verwarren met de staat Lousiana) werd rond het midden van de negentiende eeuw dé stad waar de pioniers via diverse ‘trails’ westwaarts trokken. Veel westerns spelen zich af in de tweede helft van de negentiende eeuw in de decennia vóór en na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865).

Na de Amerikaanse Burgeroorlog wordt het Wilde Westen definitief ontsloten door de spoorwegen. De eerste transcontinentale verbinding was op 10 mei 1869 een feit. Het was het begin van het einde want twintig jaar later hield het Wilde Westen op te bestaan.

Als je een western definieert als een film die zich afspeelt in het Wilde Westen, dan speelt de western zich altijd af vóór 1890. Hoe eerder het verhaal zich afspeelt, hoe oostelijker het toneel kan liggen. Films die zich in het koloniale Amerika afspelen (vóór 1776), zijn in feite allemaal westerns, omdat de frontier toen nog in het oosten lag. Soms wordt een nog ruimere definitie van het genre gehanteerd. No country for old men van de gebroeders Coen en Brokeback mountain van Ang Lee worden wel eens als (moderne) westerns gezien.

Afgelopen week zag ik twee atypische westerns die allebei ook nog eens enorm van elkaar verschillen en daarmee demonstreren hoe veelzijdig het genre is. The Missouri Breaks (1976) speelt zich af in Montana in de 1880’s. The fighting Kentuckian (1949) laat een heel ander toneel zien en speelt ook veel eerder in de negentiende eeuw, in de staat Alabama in 1818.

The fighting Kentuckian
The fighting Kentuckian (1949)

Ondanks dit grote verschil in plaats en tijd, zijn beide films toch als western te definiëren, al zijn het zeker geen typische westerns. We zien geen cowboys en indianen en ook geen dorre landschappen als in Arizona of New Mexico. Door de westerns van John Ford werden deze zo iconisch, dat ze synoniem werden met het genre.

Maar alles dat in het gebied ten westen van de frontier is gesitueerd, mag dus als western gezien worden. Zo is The Revenant (2015) die zich in 1823 in Missouri afspeelt evengoed een western als een western van John Ford of Sergio Leone die zich in het grensgebied van de VS en Mexico afspeelt. Het beeld van het Wilde Westen is dus veel meer dan Deadwood, Tombstone of Brimstone. Het Wilde Westen was zeker niet alleen de playground voor lonesome cowboys maar ook voor pelsjagers (mountain men). Afhankelijk van de periode waarin het verhaal zich afspeelt, zien we een cowboyhoed of wasberenmuts.

Beeld van het wilde westen [ 7 ]

gezien: Shalako (1968) en Broken Arrow (1950)

Omroep ONS richt zich op ouderen met nostalgie-tv en moet het vooral hebben van herhalingen van series uit de jaren zestig en zeventig. Deze maand is het bij omroep ONS western-maand en dat betekent dat we kunnen kijken naar westernseries als Bonanza (1959-1973) en Cimarron Strip (1967-1968), maar ook naar een aantal speelfilms.

shalako 1968Woensdag was Shalako (1968) te zien, een Europese western, maar toch uitdrukkelijk geen spaghettiwestern. Ik zou Shalako een “superstarwestern” willen noemen. De hoofdrollen worden gespeeld door Sean Connery en Brigit Bardot die in 1968 op het toppunt van hun roem stonden. Ook Honor Blackman, die in Goldfinger (1964) de rol van Pussy Galore vertolkte, zit in de cast. De filmsterren, met als climax de romantische scenes tussen Connery en Bardot, nemen de centrale plaats in. Het verhaal, gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1962 van Louis l’Armour, wordt daar losjes omheen gelegd.

broken arrow
still uit Broken Arrow met James Stewart en Debra Paget. In de western is het landschap de hoofdrolspeler op de achtergrond.

Zoals in bijna elke western blijven de mooie plaatjes van woeste landschappen essentieel. Dat blijft voor mij de grote aantrekkingskracht van de western: de combinatie van weidse landschappen en eenlingen (meestal te paard). Eigenlijk speelt in bijna elke western het landschap de hoofdrol. Zelfs in een “superstarwestern” als Shalako.

shalako 1968Een andere western die ik onlangs zag, is Broken Arrow (1950) met James Stewart, Jeff Chandler en Debra Paget in de hoofdrollen. De film werd in 1949 opgenomen in Technicolor en speelt zich af tijdens de Apacheoorlogen. De personages Tom Jeffords, Cochise, Gerinomo en generaal Howard hebben echt bestaan. Het verhaal is gebaseerd op de roman Blood Brother (1947) van Elliott Arnold. Het bijzondere van deze western is dat de native Amerikanen voor het eerst niet afgeschilderd worden als bloeddorstige wilden, maar als mensen. Tom Jeffords (1832-1914) treedt op als verbindende figuur die een vertrouwensband heeft met Cochise, het opperhoofd van de Apachen. In de ontwikkeling van de western zal de balans na 1950 langzaam gaan omslaan. Veertig jaar later, in Dances with wolves (1990), zijn de blanke kolonisators de bloeddorstige wilden en de indianen juist edele en wijze mensen die in harmonie met de natuur leven.

Beeld van het wilde westen [ 6 ]

lustprieel

Bij de dood van Christopher Plummer (1929-2021)

Afgelopen weekend overleed Christopher Plummer en de media stonden weer vol met verwijzingen naar Kapitein von Trapp.

Google hits Plummer
Plummer werd sinds 1965 achtervolgd door zijn rol in The Sound of Music. Het Swiebertje-effect is universeel en geldt dus niet alleen voor Swiebertje.

The Sound of Music is zo’n grote filmklassieker, dat bij het overlijden van acteurs uit deze musicalfilm steeds hun rol in The Sound of Music als eerste genoemd wordt. Toen Eleanor Parker (1922-2013) in 2013 overleed, werd ze in de filmhistorie vooral bijgezet als “de actrice uit The Sound of Music”. En in 2016 was het overlijden van de tamelijk onbekende Amerikaanse actrice Charmian Carr (1942-2016) wereldnieuws omdat zij in deze musical als 23-jarige de rol van de 16-jarige Liesl speelde.

Er bestaat een wijdverbreide afkeer van The Sound of Music. Paul Verhoeven vond het een draak van een film die in 1966 regisseur David Lean (Dr. Zhivago) de oscar voor de beste film en beste regie voor zijn neus had weggekaapt. Christopher Plummer noemde de film ooit the Sound of Mucus. Velen met hen kunnen deze mierenzoete musicalfilm maar slecht verdragen.

Zelf ben ik als peuter gevormd door de muziek van The Sound of Music. Mijn ouders draaiden de langspeelplaat in 1965 en 1966 grijs terwijl ik in de box zat en geen kant op kon.

Zelf ben ik als peuter gevormd door de muziek van The Sound of Music. Mijn ouders draaiden de langspeelplaat in 1965 en 1966 grijs terwijl ik in de box zat en geen kant op kon. Zo is de muziek van Rodgers en Hammerstein aangestampt op de bodem van bestaan. Het is een steen die ik nooit meer wentelen kan, om met Nietzsche te spreken. En dat wil ik ook niet, want ik hou van de muziek, ook al is ze suikerzoet. Ik beschouw het niet eens als guilthy pleasure, maar als een pleasure zonder meer. Mijn grote favoriet was als 3-jarige en nu als 57-jarige nog altijd de ouverture en in het bijzonder My favourite things. Dat is gelijk ook mijn favoriete compositie van Rodgers en Hammerstein. Voor de improvisaties van My Favorite things van John Coltrane of Carlos Santana mag je mij wakker maken.

The sound of music past eigenlijk niet goed in de jaren zestig. In zekere zin is deze musical een laat hoogtepunt van de geest van de jaren 40 en 50 met verliefde paartjes in lustprielen terwijl zwijmelende strijkers hen begeleiden. Dit beeld zien we letterlijk in de scene waarin Rolf en Liesel het duet “sixteen, going up seventeen” zingen. Dit is rococo in de twintigste eeuw. Wanneer Rolf inzet met: “You wait, little girl, on an empty stage/ For fate to turn the light on/ Your life, little girl, is an empty page/That men will want to write on” en Liesl smachtend tegen hem aanvlijt met “Toooo wriiiiite oooon” is het bijna ondenkbaar dat de jaren zestig dan al halverwege zijn en de seksuele revolutie al op gang begint te komen.

Rolf en Liesl in hun lustprieel met sixteen, going up seventeen

De seksuele revolutie is een kantelpunt geweest in de geschiedenis en was misschien nog wel ingrijpender dan de Franse Revolutie. Het was geen omwenteling in de verhouding tussen standen, maar in de verhouding tussen man en vrouw. In zedelijk opzicht wordt de twintigste eeuw door de jaren 60 in twee stukken gesneden: de tijd vóór de seksuele revolutie en de tijd erna. En dit ene liedje “sixteen, going up seventeen” markeert de breuklijn en geeft misschien ook wel aan waarom velen the Sound of Music niet meer kunnen pruimen. Liesl is in haar roze baljurkje niet alleen een levende barbiepop, maar vertegenwoordigt ook de jonge vrouw van vóór de seksuele revolutie, die door de jongeman van vóór de seksuele revolutie het hof wordt gemaakt. Dat gaat heel anders dan na 1970. Rolf heeft het over het beschrijven van Liesls tabula rasa, haar onbeschreven blad. En in de geest van het zoete rococo was dit al heel gewaagde taal!

Voor de mens die de seksuele revolutie achter zich heeft liggen, en dat zijn wij allemaal, is dit bijna onverdraaglijk sentimenteel gekwetter. De tijd dat jongens op een galante manier meisjes het hof maken, is verleden tijd. Toch heeft deze suikerzoete romantiek iets heel moois. Het bedekt een werkelijkheid door deze te romantiseren en te poëtiseren zodat alles gaat zingen. Wanneer we de werkelijkheid direct uit de kleren laten gaan en deze recht in het gezicht kijken, blijft er van deze poëzie weinig tot niets meer over. Een aflevering van First Date zegt genoeg: Boy meets girl is vooral consumptie geworden in plaats van een betovering.

Habsburg Revisited [ 2 ]

Gezien op Arte: Maria Theresa deel vier (2019)

maria theresaIn 2017 was het 300 jaar geleden dat Maria Theresa (1717-1780) geboren werd, de dochter van de Habsburgse keizer Karel VI die in 1740 haar vader zou opvolgen. Volgens de Salische wet moest de troonopvolger mannelijk zijn. Omdat Karel VI geen mannelijke opvolger had, kondigde hij in 1713 de Pragmatieke Sanctie af die het mogelijk maakte dat het Heilige Roomse Rijk een vrouwelijke troonopvolger kreeg. Maar Frankrijk erkende de pragmatieke sanctie niet waardoor met de dood van Karel VI in 1740 de Oostenrijkse Successieoorlog zou uitbreken. Oostenrijk zou ook in oorlog komen met Pruisen, want Frederik de Grote maakte in 1740 van de gelegenheid gebruik om in de Eerste Silezische Oorlog Silezië te annexeren.

Deze gebeurtenissen staan centraal in de miniserie Maria Theresa, waar in 2017 twee episoden van werden gemaakt en twee jaar later nog eens twee afleveringen. Het resultaat is een voortreffelijke kostuumfilm. Alleen al voor het eerste seizoen werden 2500 kostuums gemaakt en 700 pruiken! Ook zijn er schitterende locaties gekozen, met name in Tsjechië. In Praag, Valtice en Brno komt het Habsburgse Rijk weer helemaal tot leven.

Van SwietenDe art direction van Maria Theresa had echter een beter scenario verdiend. Het verhaal zit vol historische onjuistheden en dat is erg jammer, want bij het grote publiek ontbreekt de historische kennis om dat te kunnen zien. Het tweede seizoen van Maria Theresa (episodes 3 en 4) speelt zich af tussen juli 1740 en voorjaar 1743. Maar sommige personages waren in die tijd nog niet op het toneel verschenen. Zo speelt de Leidse arts Gerard van Swieten (1700/1772) een belangrijke rol in episode 4, maar deze zou in werkelijkheid pas in juni 1745 de lijfarts van Maria Theresa worden. En de zelfmoord van de Kroatische baron Franjo Trenk (Franz Freiherr von der Trenck) in zijn cel in Brno vindt pas in 1749 plaats.

Toch zijn dergelijke historische onnauwkeurigheden niet hinderlijk en een scenarist te vergeven. Maar wat echt stoort, is de verhaallijn in de vierde episode waarin de keizerin een affaire heeft tijdens een zomerverblijf in Olomouc (Olmütz) en daarna een buitenechtelijk kind krijgt. Dit is nooit het geval geweest. Van al haar zestien (!) kinderen staat het vast dat ze verwekt werden door haar man Franz I Stephan van wie ze veel hield. Overigens hield deze er zelf wel andere vrouwen op na, maar Maria Theresa is haar echtgenoot toch altijd trouw gebleven.

In dezelfde verhaallijn brengt de Tsjechische scenarist Miroslava Zlatníková ook een ongenuanceerd en ongeloofwaardig beeld van de Rooms-katholieke kerk naar voren en maakt op een goedkope manier gebruik van de negatieve sentimenten die er bij het grote publiek leven omtrent de Rooms-katholieke kerk als schijnheilig machtsinstituut. Vader Johannes, de persoonlijke biechtvader van de keizerin speelt in deze verhaallijn een rol van slechterik, die geen genade kent tegenover zondaars.

Ondanks het ondermaatse scenario is Maria Theresa het aankijken zeker waard. Er worden niet vaak kostuumfilms gemaakt die zich afspelen in de eerste helft van de achttiende eeuw. Rond 1740 kwam de allongepruik aan het hof nog steeds voor en ook de mode verwijst nog duidelijk naar het hof van Versailles onder Lodewijk XIV. Maria Theresa maakte na 1740 van Schloss Schönbrunn haar eigen Versailles.

Habsburg Revisited [ 1 ]

Boek & film [ 6 ]

Gisteren uitgelezen: de stille dood (2009) van Volker Kutscher
In oktober gezien op ARD: Babylon Berlin (derde seizoen)

De stille doodToen de scenaristen Tom Tykwer, Achim von Borries en Henk Handloegten aan Volker Kutscher vroegen hoeveel vrijheid hij hen gaf met de verfilming van zijn eerste roman Der nasse Fisch, had hij hen gezegd: “Ich will euere Kreativtät in keiner Weise einschränken, bleibt bitte den Kern meiner Geschichte und meiner Figuren treu und erzählt dann, wie ihr wollt.” Het resultaat was de tv-serie Babylon Berlin, meer naar de geest van Der nasse Fisch dan een verfilming.

Het derde seizoen van Babylon Berlin baseerde zich op Der Stumme Tod, de tweede roman met inspecteur Gereon Rath. De drie scenaristen hadden zich nu nog meer vrijheid veroorloofd dan met de eerste twee reeksen die gebaseerd waren op Der nasse Fisch. Eigenlijk heeft het derde seizoen van Babylon Berlin niets meer met de roman te doen en je vraagt je af of “naar een idee van Volker Kutscher” zijn thrillers niet meer recht doet.

naar een idee van Volker Kutscher
Ironisch gezien, schrijft Kutscher iets dergelijks in Der stumme Tod (2009), jaren voordat hij voor een kapitaal de filmrechten van zijn boeken zou verkopen. Gereon Rath is bevriend met een journalist, die een collega (Heyer) heeft die zich naast zijn journalistieke werk bezig houdt met het schrijven van filmscenario’s. zo hoopt deze stiekem op een doorbraak. Maar de filmproducent gaat met zijn scenario aan de haal en Rath vraagt aan Heyer: “en mag dat dan maar gewoon? Mag iemand een scenario nemen en er iets heel anders van maken?” Heyer antwoordt: “Oppenberg heeft mijn scenario gekocht en hij kan ermee doen wat hij wil. En het verhaal zelf heeft hij ook niet veranderd.” Maar producent Oppenberg vond dat Heyer geen goede dialogen kon schrijven en huurde daar iemand anders voor in. Heyer vervolgt: “En het ergste is nog dat zijn naam in de aftiteling komt te staan. Mijn creatieve zweet blijkt alleen uit de even fraaie als snode vermelding “naar een idee van Willy Heyer.”

Tykwer, Von Borries en Handloegten zijn volledig hun gang gegaan met Der stille Tod. Alleen de hoofdfiguren Gereon Rath en Charlotte Ritter, een paar historische personages als Karl Zörgiebel (1878-1961) en Ernst Gennat (1880-1939) en wat ingrediënten uit de plot (de moord op een filmactrice, insuline injecties, een Berlijnse onderwereldkoning) hebben ze van Kutscher overgenomen. En uiteraard ook zijn “idee”.

Het Berlijn van Tom Tykwer is een soort mix van Disneyland en Gotham City, waarbij we in een achtbaan langs alle cliché’s van die goldene Zwanziger razen, met een nadruk op seks, drugs, jazz, occultisme en travestie.

Maar wat is dat idee dan? is het iets vernieuwends binnen het genre van de Krimi? Inmiddels is het genre zo uitgemolken dat vernieuwingen alleen nog mogelijk lijken in de marges van het subgenre. De combinatie van thriller en historische roman is ook al niet bepaald iets nieuws. Zelfs thrillers die zich afspelen in de Weimarrepubliek waren er al. Philip Kerr schreef tussen 1988 en 2018 veertien thrillers met Bernie Gunther die gesitueerd zijn in de jaren dertig en veertig in Berlijn. Ook voerde Kerr de historische figuur Ernst Gennat, bijgenaamd “de Boeddha” al op in zijn romans. Ook hierin was hij Kutscher dus al voor.

Waar de thrillers rond inspecteur Gereon Rath in uitblinken is in ieder geval in de Duitse gründlichkeit van de reconstructie van het tijdsbeeld. De geest van Leopold von Ranke met zijn objectieve geschiedschrijving, blijft in de Duitse film sterk aanwezig. Met name bij producent Bernd Eichinger. Twee peperdure producties als Der Untergang en Der Baader Meinhof Komplex baseerden zich op boeken (resp. Van Joachim Fest en Stefan Aust) die nauwkeurig probeerden te reconstrueren “wie es eigentlich gewesen war”.

In tegenstelling tot bovengenoemde films staan in Babylon Berlin de historische feiten op de achtergrond en de fictie op de voorgrond. Maar dat historische decor, het modernistische en progressieve Berlijn van de late jaren twintig tegen de achtergrond van het opkomende fascisme, is wat Babylon Berlin zijn look and feel geeft. Als dat er niet was geweest, dan was Babylon Berlin er waarschijnlijk ook niet geweest. Althans, niet in deze vorm. Want het is de duurste niet Engelstalige tv-productie uit de geschiedenis. Krimi und Geschichte is immers een winnende combinatie in Duitsland.

Het succes van de thrillers rond Gereon Rath wordt uiteindelijk bepaald door de setting en de historische nauwkeurigheid waarin Kutscher zijn verhalen laat afspelen. Zou je dit decor verwijderen, dan zou der Stumme Tod een combinatie blijven van elementen uit Rebecca (1940), Sunset Boulevard (1950) en Psycho (1960). Je zou ook kunnen zeggen een combinatie van Hitchcock en Wilder. Niet bepaalde de minsten dus. En ja, Kutscher kan gewoon ook goed schrijven. Los van de deal met de producent, is Babylon Berlin natuurlijk ook goed voor de verkoop van zijn thrillers. Maar het is niet zijn geesteskind. In het eerder aangehaalde interview met de Frankfurter Allgemeine zegt hij: “Ich versuche sehr streng zu trennen zwischen meinen Romanen und Babylon Berlin. Es ist eine Adaption und ich bin sehr glücklich dass es gelungen ist.”

Babylon Berlin
website van Babylon Berlin bij de ARD

Wat Tykwer, Von Borries en Handloegten van Der Stumme Tod hebben gemaakt, is eigenlijk kitsch, een Neuschwannstein (mag het een torentje meer zijn?) met teveel subplots, cliffhangers en extreme beelden. In Babylon Berlin gaat het om het spectaculaire. Daarbij lijkt Tykwer een voorliefde te hebben voor David Lynch-achtige geheimzinnigheid waardoor de kluwens van intrige een mate van onbegrijpelijkheid krijgen. Een van de verhaallijnen die aan Babylon Berlin zijn toegevoegd, speelt rond de beurskrach van 24 oktober 1929. Daarvoor hebben ze het verhaal een halfjaar eerder laten afspelen, in het najaar van 1929 in plaats van het voorjaar van 1930. Het Berlijn van Tom Tykwer is een soort mix van Disneyland en Gotham City, waarbij we in een achtbaan langs alle cliché’s van die goldene Zwanziger razen, met een nadruk op seks, drugs, jazz, occultisme en travestie.

Boek en film [ 5 ]

Berlin Alexanderplatz 1930

aan het lezen in De stille dood (2009) van Volker Kutscher

De stille doodHet succes van de krimi’s van Volker Kutscher is waarschijnlijk voor een groot deel te danken aan de nauwkeurige reconstructie van het Berlijn rond 1930. Dat Kutscher ook historicus is, is duidelijk te merken want de fictie is naadloos verweven met de historische werkelijkheid. Uiteraard schemert de politieke realiteit, in dit geval de opkomst van het nationaal socialisme, door alles heen. De Gereon Rath-cyclus telt tot nu toe negen delen, begint in het voorjaar van 1929 en eindigt voorlopig in 1936 met de Olympische spelen in Berlijn. Natuurlijk valt de geschiedenis van het Derde Rijk ook als afzonderlijke Krimi lezen, maar de verhalen concentreren zich steeds rond de zaken van zijn hoofdpersonage Gereon Rath en “die Burg”, het hoofdbureau van de Pruisische politie aan de Alexanderplatz, keert als brandpunt telkens weer terug.

Berlijn gold in 1930 als de modernste metropool van Europa en was ook een van de grootste steden ter wereld. In het rijtje van drie grootste steden van Europa stond Berlijn met 4,3 miljoen inwoners tussen Londen en Parijs in. Er woonden in 1930 dus meer mensen in de Duitse hoofdstad dan tegenwoordig (3,8 miljoen). Kutscher kent het Berlijn van 1930 zo goed, dat het lijkt alsof hij er zelf net nog rondgelopen heeft. Toch kan hij Gereon Rath niet helemaal in de voetsporen van Franz Biberkopf laten lopen…

In 1927 presenteerde het Berlijnse raadslid Martin Wagner een plan voor de herinrichting van de Alexanderplatz. Het plein moest omgebouwd worden naar een kosmopolitisch stadsplein. Omdat “der Alex” toen ook al het belangrijkste verkeersknooppunt van de stad was, waar oost en west bij elkaar komen, moesten spoor-, metro-, en buslijnen tijdelijk omgeleid worden en ook door de enorme drukte werden de bouwwerkzaamheden bemoeilijkt. Grondwater moest voortdurend weggepompt worden en voetgangers kregen via loopplanken alternatieve routes aangeboden. In september ging het plein op de schop. Begin dertiger jaren zou “der Alex” één grote bouwput zijn, zoals de Potsdammerplatz 60 jaar later.

Berlin Alexanderplatz 1930
De oude Alexanderplatz met links warenhuis Tietz en rechts het Königstädtisches Theater

Der stumme Tod is de tweede zaak van inspecteur Gereon Rath en speelt zich af tussen vrijdag 28 februari 1930 en donderdag 13 maart 1930. We zien Rath dus inderdaad steeds over planken door de modder lopen om bij “die Burg” te komen. We vinden hem ook regelmatig bij Aschinger op de Alexanderplatz, waar veel van zijn collega’s lunchen. Maar soms gaat hij liever naar Aschinger in de Leipzigerstrasse 60 als hij zijn collega’s wil ontlopen. Behalve deze twee lokaties waren er nog 32 andere vestigingen van Aschinger in Berlijn. Tijdens de bombardementen en de Slag om Berlijn werd 80% van het Aschingerimperium verwoest. Na de oorlog zou het nooit meer de omvang krijgen die het had in de twintiger en dertiger jaren toen Aschinger in Berlijn machtiger was als McDonalds nu.

Een ander ijkpunt op de Alexanderplatz is warenhuis Tietz. Het reusachtige Kaufhaus werd in 1905 in Wilhelminische stijl opgericht. Daarna volgden nog twee uitbreidingen waardoor het in 1911 het grootste warenhuis ter wereld werd. Tietz was overigens niet het enige warenhuis aan de Alexanderplatz. In 1911 openden ook Wertheim en Hahn hun deuren. Zo werd “der Alex” in de laatste jaren van het Keizerrijk hét winkelcentrum van Berlijn.

TietzIn oktober 1905 werd het nieuwe warenhuis officieel geopend. Maar de bouwwerkzaamheden begonnen opnieuw in 1907/08 en opnieuw later in 1910/11 – het warenhuis kreeg twee uitbreidingen. Als het klaar is, wordt het het grootste warenhuis ter wereld! Langs de Alexanderstraße beslaat het nu een front van 250 meter – nog een wereldrecord, omdat het het langste warenhuis ter wereld heeft. Boven de gevel aan de voorzijde draagt het gebouw een wereldbol met de naam Tietz – de beroemde Tietz- wereldbol.” Bron: anderes-berlin.de

Op dat moment stonden de twee hypermoderne gebouwen van Peter Behrens er nog niet. Het Berolinahaus en het Alexanderhaus. Daarvoor moesten Aschinger, Zum Hirschen, het Königstädtisches Theater en de huizen langs de Dircksenstrasse worden afgebroken. Dit geeft aan hoe het stadsbestuur stond tegenover het Wilhelminische verleden. Maar ook hoe de architecten van de Neue Sachlichheit stonden tegenover het eclecticisme van de late negentiende eeuw dat tot in de Eerste Wereldoorlog zou voortduren. De navolgers van Adolf Loos lijken de titel van zijn beroemde essay Ornament und Verbrechen serieus te hebben genomen.

Berlin Alexanderplatz 1930
De nieuwe Alexanderplatz in 1931 met links het Berolinahaus en rechts op de voorgrond warenhuis Tietz

De sloopwerkzaamheden aan de Alexanderplatz begonnen in september 1929, een maand voor de beurskrach op Wallstreet. Een stukje keizerlijk Berlijn werd in naam van de vooruitgang met de grond gelijk gemaakt. De jaren daarna verrees het spiksplinter nieuwe Berolinahaus. Dat moet destijds een opfrissing zijn geweest. Maar wanneer je niet weet dat het een van de klassieke voorbeelden van de Nieuwe Zakelijkheid is, dan hou je het nu voor een van de ontelbare betonnen dozen die er sindsdien gebouwd zijn. Overigens kon niet het hele plan worden uitgevoerd omdat door de economische crisis investeerders zich hadden teruggetrokken. Dat het Berolinahaus en Alexanderhaus 89 jaar geleden toch hun deuren konden openen is te danken aan Amerikaanse investeerders. Berlijn had zich weer eens op de kaart gezet als de modernste stad van Europa.