Om de ondertitel van de biografie over de Duitse ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt te kunnen begrijpen, moeten we terug naar de achttiende eeuw. Hoe kun je de natuur nu uitvinden? Je kunt in de natuur doordringen via allerlei soorten wetenschap en ontdekkingen doen, maar uitvinden? Toch noemt Andrea Wulf haar 400 pagina dikke biografie Alexander Von Humboldt und die Erfindung der Natur. Deze titel blijkt goed gekozen. Ze beweert nergens dat Von Humboldt de natuur heeft uitgevonden, maar ze plaatst hem wel in een tijd waarin er een heel nieuw begrip over de natuur ontstond en in zekere zin werd “uitgevonden”, de jaren rond 1800. Rond 1800 was er in Europa niet alleen een politieke aardverschuiving gaande. Ook in de wetenschap vond een omwenteling plaats. De Verlichting had definitief een einde gemaakt aan de onwetendheid die het geloof in stand zou hebben gehouden. De mens had de moed gekregen om zelf na te denken en langs empirische weg de natuur te ontsluiten. Natuur was altijd een vijand van de mens geweest. De Bijbel leerde dat sinds de mens verdreven was uit het Paradijs de natuur vijandig was geworden. In het Paradijs bestond de dood niet, maar in de natuur draait alles om eten en gegeten worden. In zijn strijd om het bestaan was de natuur dus een vijand van de mens. Tijdens de Romantiek die aan het einde van de achttiende eeuw haar intrede deed, draaide dit beeld helemaal om. De natuur werd een heiligdom en de mens die de natuur goed kon “lezen” en aan anderen kon uitleggen, werd een soort priesterfiguur. Alexander von Humboldt die in 1769 geboren werd, een maand na Napoleon, was bijna twintig toen de Franse Revolutie uitbrak. Hij leefde in een stormachtige tijd. Als Duitser groeide hij op in het klimaat van de vroege Romantiek. De Duitse romantici waren volgelingen van Rousseau en zagen de natuur als goed. De cultuur, het “huis” van de mens om zich te beschermen tegen de onberekenbare natuur, zag Rousseau als verdorven. Deze veranderde houding ten aanzien van de natuur had ook alles te maken met de Verlichting, die Rousseau eigenlijk verafschuwde. Door de natuurwetenschap kreeg de mens steeds meer grip op de natuur. De natuur werd minder bedreigend en er bestond een groeiend optimisme over een vreedzame onderwerping van de natuur. De industriële revolutie was nog niet op gang gekomen en het fenomeen milieuvervuiling was ondenkbaar. In dit klimaat discussieerde Von Humboldt met zijn tijdgenoten over de natuur. Zo was er onder geologen was er een levendig debat of alle aardse gesteenten van oorsprong in de oceanen gevormd (neptunisme) of juist ontstaan zijn door vulkanisme aangedreven door warmte uit het binnenste van de aarde.(plutonisme). In dit debat zouden neptunisten en plutonisten veertig jaar lang (van 1790 tot 1830) tegenover elkaar staan. Uiteindelijk zou Von Humboldt met bewijzen komen dat de theorie van het neptunisme onhoudbaar was. Door hun hoge geboorte en intellect hadden Alexander en zijn broer Wilhelm Von Humboldt in Jena het voorrecht om in het gezelschap van Goethe en Schiller te verkeren. Goethe en Von Humboldt hadden veel interesse voor geologie en waren in die jaren aanhanger van het neptunisme. Maar ze toonden ook veel belangstelling voor botanie. In het tweede hoofdstuk Fantasie und Natur: Johann Wolfgang von Goethe und Humboldt beschrijft Andrea Wulf hun vriendschap. Goethe liep tegen de vijftig en was tweemaal zo oud als Alexander von Humboldt. Hij merkte over de getalenteerde jongeman op: Goethe over Alexander von Humboldt Alexander von Humboldt stierf in 1859 op bijna 90-jarige leeftijd in Berlijn. Hij was een van de beroemdste mensen van zijn tijd. Tijdens zijn leven zou hij de grootste bioloog ter wereld blijven. Kort na zijn dood, in het najaar van 1859 verscheen The Origin of Species. Het boek sloeg in als een bom en maakte Darwin op slag wereldberoemd. Tegenwoordig staat Von Humboldt in zijn schaduw maar Darwin zag Von Humboldt als zijn leermeester op wiens schouders hij stond. interview met Andrea Wulf over haar Alexander von Humboldt [ nrc.nl ] | avhumboldt.de
und die Erfindung der Natur van Andrea Wulf
Bron: avhumboldt.de
Categorie archief: wetenschap
objectiviteitskoorts
Vorig jaar schreef ik hier al iets over de Description de l’Égypte, ou Recueil des observations et des recherches qui ont été faites en Égypte pendant l’expédition de l’armée française. Dit werk verscheen tussen 1809 en 1829 in tien delen en geldt als een mijlpaal in de wetenschap van de vroege negentiende eeuw. Het volledige werk bestaat uit honderden platen onderverdeeld in de volgende categorieën: antiquiteiten, topografische atlas, Egypte rond 1800 en natuurlijke historie (dieren, planten en mineralen). De oudheidkundige opgravingen nemen het grootste deel in beslag (vijf delen) maar de Description de l’Égypte geeft ook een prachtig beeld van Egypte zoals de Fransen het in 1798 aantroffen. Caïro telde in die tijd 600.000 inwoners en was daarmee even groot als Parijs.
Telkens als ik weer eens blader door dit wetenschappelijk (én artistieke) monument valt me weer op hoe sterk de drang naar objectiviteit 200 jaar geleden was. De fotografie schreeuwde om uitgevonden te worden, maar pas tien jaar nadat het laatste deel van de Description de l’Egypte verschenen was, lukte het Daguerre om fotografische beelden te fixeren. Een objectievere schrijver dan het licht is er niet. Maar de graveurs van de Decription kwamen de werkelijkheid die Egypte heet, bijzonder nader. De gravures zijn wetenschappelijk verantwoord en hebben geen artistieke pretentie.
Toch ademt dit wetenschappelijke werk uit de vroege negentiende eeuw onmiskenbaar iets romantisch. Dat heeft verschillende oorzaken. Tussen 1809 en 1829, toen de tien delen verschenen, draaide de (historische) romantiek op volle toeren. Het was begonnen in Duitsland en breidde zich al snel uit naar Frankrijk en Engeland. Er stonden romantische helden op als Lord Byron en zelfs in het classicistische Frankrijk spatte het romantische pathos bij schilders als Géricault en Delacroix van het doek.
Daarnaast was de expeditie naar Egypte die Napoleon in 1798 en 1799 ondernam één van de meest dwaze militaire ondernemingen uit de geschiedenis. Het was eerder een romantische gril. Maar we hebben aan dit onbezonnen avontuur wél de egyptologie aan te danken. Tenslotte is de achterkant van de wetenschappelijke belangstelling voor Egypte een romantisch verlangen naar een andere wereld. Terwijl de Duitse romantiek vooral de middeleeuwen zocht, ontwikkelde zich in Frankrijk het oriëntalisme. Met de Franse verovering van Algerije in 1830 kwam dit pas goed op gang, maar in de Description kun je al heel goed een aanzet zien.
De Description de l’Egypte was geen nieuw fenomeen. In de tweede helft van de achttiende eeuw was de wetenschappelijke gravure sterk in opkomst. Vooral door de verspreiding van de laatste (illustratieve) delen van de Encyclopédie in de jaren 1770 was men vertrouwd geraakt met de wetenschappelijk verantwoorde illustratie. Dat zien we zelfs bij de Italiaanse meestergraveur Piranesi. In het begin van zijn carrière aan het einde van de 1740′s werkt hij nog in een rococostijl, maar aan het einde van zijn leven in de 1770′s is zijn werk strakker en strenger geworden. Met andere woorden: wetenschappelijk verantwoord.
De Entzauberung der Welt, die Max Weber honderd jaar geleden meende te zien, had zijn oorsprong dus al in de achttiende eeuw. De romantiek zou de objectiviteitskoorts aan het begin van de negentiende eeuw met irrationaliteit bestrijden. Dat zou in veel gevallen tot de “romantische ziekte” lijden. Maar in de Description de l’Egypte zijn wetenschap en romantiek voor mijn gevoel in evenwicht al is het omdat ik mijn eigen gevoel eraan toevoeg.
mer à boire
Über die Epochen der neueren Geschichte (1854) van Leopold von Ranke
Op 25 september 1854 begon de Duitse historicus Leopold von Ranke voor de Beierse koning Maximiliaan II aan een serie voordrachten in Berchtesgaden onder de titel Über die Epochen der neueren Geschichte. Hieruit komt het beroemde citaat : “Jede Epoche ist unmittelbar zu Gott.” Het is vooral gericht aan iedereen die meent dat het heden superieur is aan het verleden.
Wij weten weliswaar veel meer als vroeger maar toch stonden onze voorouders met hun beperkte kennis in dezelfde verbinding met de bron van kennis als wij in het digitale tijdperk. Met het internet is de paradox van kennis dagelijks te ervaren: hoe meer we weten, hoe meer we bewust worden van wat we niet weten. Surf bijvoorbeeld over de oceaan van kennis die wikipedia heet en het duizelt je als je onder het surfen even stilstaat bij de uitgestrektheid en diepte van deze oceaan. Menselijke kennis als mer à boire. Wij surfen slechts over de toppen van enkele golven.
Deden de intellectuelen uit de Verlichting die de Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers (1751-1776) lazen eigenlijk niet hetzelfde als wij? Het reservoir van kennis dat de encyclopedisten bijeen hadden gebracht, was toen ook al niet leeg te drinken. Een druppel uit een vijver en een druppel uit de oceaan van wikipedia blijft hetzelfde water. Elke tijd staat in directe verbinding met de bron van kennis. Het grote verschil met de tijd van Ranke en onze tijd, is dat Ranke de bron van kennis nog God noemde. De kennis die uit deze Bron komt, is het Levende Water uit het Evangelie.
Leopold Von Ranke is een van de vaders van de objectieve geschiedschrijving. De jonge Nietzsche zette zich in Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben af tegen het historisme van Ranke. Met Goethe stelde hij: “Overigens heb ik een afkeer van alles wat slechts mijn kennis vergroot zonder meteen ook mijn handelen te stimuleren of te inspireren.” Nietzsche wilde geen kennis bijeenbrengen om de kennis, niet archiveren. Hij wilde kennis om te kunnen leven.
Über die Epochen der neueren Geschichte [ gutenberg.spiegel.de ]