Scorsese’s biecht

zaterdagavond met Michaela gezien in Focus Arnhem: Silence (2016)

SilenceWie hecht aan het (voor)oordeel dat het boeddhisme opener, vreedzamer en toleranter is dan het christendom, kan de nieuwste film van Martin Scorsese beter niet kijken. Het verhaal speelt zich af in het Japan omstreeks het midden van de 17e eeuw toen christenen vervolgd werden door boeddhisten. Zij zagen het christendom, dat door Portugese jezuïeten geïntroduceerd was, als iets gevaarlijks en waren vastbesloten het uit te roeien.

De Japanners die zich tot het christendom bekeerd hadden, waren levende getuigenissen van hun Voorbeeld. Ze vormden met elkaar een hechte gemeenschap, gedroegen zich nederig en waren de andere Japanners niet tot last. Toch moesten ze van de Japanse inquisiteurs hun geloof afzweren. Deden ze dat niet, dan werden ze voor de ogen van de anderen gemarteld. Boeddhisme zoals we het nog niet kenden.

Silence is gebaseerd op de roman Chinmoku (1966) van de Japanse schrijver Shusaku Endo. In 1971 werd het boek voor het eerst verfilmd. De verfilming die nu in de bioscoop draait, is eerder een auteursfilm dan een verfilming. Het is misschien wel de meest persoonlijke film van Martin Scorsese en heeft iets van een biecht. De regisseur hoopt dit jaar zijn 75e verjaardag te vieren en Silence is mogelijk zijn testament. Samen met zijn vaste scenarist Jay Cocks (The Age of Innocence, Gangs of New York) schreef hij het draaiboek.

Silence gaat over de volharding. Wat is het christelijk geloof je waard? Anders gezegd: blijf je in elke omstandigheid trouw aan God? Dat laatste interpreteren we in onze postchristelijke tijd heel anders dan in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Voor de Jezuïeten en de tot het christendom bekeerde Japanners was God niet een “concept” maar een Persoon die in Christus mensgeworden en onze persoonlijke Verlosser is. De Japanse boeddhisten keken hier in de zeventiende eeuw op eenzelfde manier naar als de meesten van ons tegenwoordig. De christelijke god is in de boeddhistische, maar ook in de postmoderne visie, een constructie, een godsbeeld. Niets meer en niets minder.

Silence
still uit Silence
De christelijke god is in de boeddhistische, maar ook in de postmoderne visie, een constructie, een godsbeeld.

Dat maakt het lastig om naar Silence te kijken vanuit de ogen van de twee Portugese priesters en de Japanse christenen. Wij kijken in de eenentwintigste eeuw eigenlijk met de ogen van de boeddhistische Japanners in de zeventiende eeuw. Waarom komen jullie je godsbeeld aan ons opdringen? Vanuit deze heilige verontwaardiging kan de blijdschap en de innerlijke revolutie van de bekeerde Japanners niet worden (mee)gevoeld en begrepen. De Japanse heersers voelden zich door het christendom bedreigd, kozen voor isolationisme en besloten de bekeerde Japanners tot afvalligheid te dwingen. Hun priesters moesten daarin voorgaan, want de priesters waren immers hun leiders.

In de postkoloniale tijd zijn we geneigd de kerstening van vreemde volkeren (dus ook van de Japanners) door onze blanke voorouders af te keuren. Tegelijkertijd vinden we het vanzelfsprekend dat niet-Westerse migranten hun godsdienst hier verspreiden. In de 17e eeuw verspreidden de Europeanen het christendom over de wereld. De Japanners in Silence bekeerden zich uit vrije wil omdat ze in Christus de Waarheid leerden kennen. De Waarheid werd in het Japan van de 17e eeuw niet getolereerd. En ook het postmodernisme heeft het er moeilijk mee.

Het zeventiende-eeuwse Japan confronteert ons op verschillende manieren: de overtuiging dat openheid voor andere culturen en godsdienstvrijheid iets fundamenteels is, botst hier op een andere overtuiging, namelijk dat het boeddhisme een zeer tolerante levensbeschouwing is die alle vormen, en dus verschillen, overstijgt. Maar in Silence toont het boeddhisme een onverdraagzaamheid die we bepaald niet met het boeddhisme associëren. Christenen moeten hun geloof afzweren en weer Japanners worden. Boeddhisme first! Je voelt je er ongemakkelijk bij: het isolationistische Japan van 1640 bleek vele malen erger dan het huidige Amerika van Trump: een andere godsdienst werd verboden en de gelovigen werden op uiterst wrede wijze vervolgd.

De Waarheid werd in het Japan van de 17e eeuw niet getolereerd. En ook het postmodernisme heeft het er moeilijk mee.

Hoofdpersoon Padre Rodrigues, die net als Petrus zijn Heer niet verloochenen wil, komt in Silence soms over als een koppige man die vasthoudt aan zijn eigen gelijk. Zo zien de boeddhisten het in ieder geval. Een mens die niet wil loslaten. Dat het verraad van de Ander, want dat betekent het afzweren van het christelijk geloof, iets totaal anders is dan een boeddhistisch “loslaten”, een “go with the flow”, maakt Silence voor mij niet genoeg duidelijk. In navolging van Christus krijgt Padre Rodrigues een verschrikkelijke beproeving.

De inquisiteur plaatst hem voor een duivels dilemma: door afvalligheid kan hij het leven van zijn vrienden sparen. Of hij moet toezien hoe zij op een wrede wijze gedood worden “als hij zich koppig en egoïstisch vastklampt aan een denkbeeld”. Deze ultieme beproeving brengt hem in de godverlatenheid waarin Silence eindigt. Scorsese lijkt ons te willen zeggen: in deze leegte komt de zwijgende God dichterbij en tenslotte moeten wijzelf misschien ook zwijgen over God en dat geheim meenemen in ons graf.

Silence [ imdb.com ]