In 1963 maakte de toen pas 23-jarige Bernardo Bertolucci een vroeg meesterwerk. Prima della Rivoluzione ging in première op het Cannes Film Festival 1964 en trok internationaal de aandacht. Maar in Italië bleef het succes uit. Bertolucci ontleende elementen uit De Kartuize van Parma. Deze zomer las ik Stendhal‘s grote roman voor het eerst en kwam zo ook op het spoor van Prima della Rivoluzione. Het enige dat echt uit het boek is overgenomen, zijn de hoofdpersonen Fabrizio del Dongo en zijn tante Gina, de hertogin van Sanseverina. Bertolucci verplaatst hen naar zijn eigen tijd, het begin van de jaren zestig.
Prima della Rivoluzione is een kruising tussen het Italiaanse neorealisme en de Franse nouvelle vague. Bertolucci opent met fraaie zwart-witbeelden van zijn vaderstad. Het communisme speelt een belanrgijke rol. Zoals zovele intellectuelen in het naoorlogse Italië was Bertolucci lid van de communistische partij. Ook zijn hoofdpersonage Fabrizio wordt aangetrokken door het communisme, maar door zijn afkomst is hij verstrikt in de Parmezaanse bourgeoisie.
Het motto van Prima della Rivoluzione is een uitspraak van Talleyrand (1754-1838): “Celui qui n’a pas vécu avant la révolution ne sait pas ce qu’est la douceur de vivre.” (Al wie niet geleefd heeft in de wereld van voor de Revolutie, heeft de zoetheid des levens niet gekend.)