poetische science fiction

gisteren gezien: A space odyssey 2001 van Stanley Kubrick uit 1968

a space odyssey 2001Vorige week woensdag zond Arte The Killing uit , de eerste grote film van Stanley Kubrick uit 1956. Gisteren zag ik op dezelfde zender misschien zijn bekendste film A space odyssey 2001 uit 1968. Toen ik de film zo’n 20 jaar geleden voor het eerst zag, was ik vooral onder de indruk van de ruimtereis in het laatste deel, een soort gevisualiseerde LSD-trip. Ik ontdekte ook een website Kubrick 2001: The space odyssey explained waar je met Flash-animaties wordt rondgeleid in de diepere lagen van A space odyssey 2001.

In deze film zijn alle facetten van het filmmaken zo goed mogelijk benut: de art direction, het sound design. Kubrick slaagt erin de film ver boven het genre science-fiction te tillen. De film is veeleer een beleving, een filosofische oefening, en in zijn soort volstrekt vernieuwend. De film gaat over evolutie: als de hoofdpersoon Dave sterft aan het einde van de film en herboren wordt als sterrenkind suggereert Kubrick dat de mensheid misschien gewoon gaat verdwijnen, of zal opgaan in een andere dimensie. De cineast verlaat met zijn drie-akten-vertelstructuur in deze film gebruikelijke lineaire verteltrant. In de openingssequens zien wij een van de meest spectaculaire overgangen ooit. Aan het begin zien wij een stel mensapen, die op een gegeven moment het wapen – een eenvoudig stuk bot – uitvinden. Als één van de apen het bot in de lucht gooit, gaat het over in een ruimteschip. Opeens zijn wij dan vier miljoen jaar verder in de evolutie.
 
Bron: nl.wikipedia.org

A space odyssey 2001 [ moviemeter.nl ] | A space odyssey 2001 [ digg.be ]