duistere Duitse Romantiek

Dämonische Landschaft (1826) van Carl Blechen

Karl BlechenDe Duitse landschapsschilder Carl Blechen (1798-1840) begon zijn loopbaan in 1824 als decoratieschilder in het Städtisches Theater in Berlijn. Het werk benauwde hem en in 1828 vertrok hij voor anderhalf jaar naar Italië. Toen hij terugkeerde was het koloriet in zijn schilderijen volkomen veranderd. De mediterrane wereld had zijn ogen geopend voor licht en kleur. Wanneer je in de Alte National Galerie in Berlijn op de bovenste verdieping in de grote zaal de landschappen van David Caspar Friedrich bekijkt en vergelijkt met het werk van Carl Blechen in de aangrenzende kabinetten, dan valt je onmiddellijk het verschil op tussen een Duitse schilder die wéll en een Duitse schilder die niet in Italiëis geweest. Carl Blechen is te laat geboren voor de Romantiek. Eerder is hij evenals John Mallord William Turner een voorloper van het impressionisme.

Maar in onderstaand schilderij dat hij omstreeks 1826 schilderde, toont hij zich een ware romanticus. Het is een donker landschap, terwijl de rotsformatie theatraal belicht wordt. Voor Blechen‘s tijdgenoot, de arts , schilder en amateur-geoloog Carl Gustav Carus vormen rotsen een belangrijk bestanddeel van wat hij het Erdblebenbild noemde. Maar voor Carl Blechen lijken de rotsen hier een samengebalde demonische energie te representeren. Links op de voorgrond zien we een naakte figuur die de jager aanmoedigt om te schieten. Op de oever zien we een vreemde figuur, is het een kluizenaar? Het is allemaal niet duidelijk, maar dit raadselachtige tafereel vind ik persoonlijk wel een van de meest intrigerende landschappen van Blechen.

Dämonische Landschaft, um 1826
Carl Blechen circa 1826
Dämonische Landschaft, 98 x 143 cm
Die Dämonische Landschaft wurde durch eine effektvolle Lichtregie in Szene gesetzt, die bildbestimmende, von schwefeliggelben Wolkenbanken verhangene schroffe Felsformation reflektiert die Bilderzählung formal. Während Blechen hier auch bühnentaugliches, schauerliches Bestiarium zur Stimmungsverstärkung einsetzte, nahm die „Felslandschaft mit Mönch“ im schweren, bedrohlichen Felsüberhang eher subtile psychologische Dispositionen der Staffage auf. Das Schauerliche wurde hier über die kalkulierte Unkenntnis der Bilderzählung erzeugt, da Blechen nichts vollständig sichtbar macht und enthüllt. Die Kontrastwirkung zwischen übermächtiger Felswand und der fragilen Staffage – ein Ausgesetztsein an die Unberechenbarkeit der Natur – tut dazu ihr Übriges.
 
Bron: Friederike Sack 2007, blz. 101
Assisi, um 1835
Bijna tien jaar na het demonische landschap schilderde Blechen dit uitzicht op Assisi. Door zijn verblijf in Italiëwaren zijn landschappen kleurrijk geworden.

Ondanks zijn sprankelende en kleurrijke landschappen uit de jaren dertig waarin we het visioen van het impressionisme al kunnen zien schitteren, lukt het Blechen niet om zijn persoonlijke demonen te bedwingen. Tegen zijn veertigste raakt hij ernstig depressief. In 1837 wordt hij opgenomen in een kliniek. Het jaar daarop maakt hij nog een erholungsreise naar Dresden. Tenslotte sterft hij in 1840 ‘in geistiger Umnachtung’. Hij wordt net geen 42.

Carl Blechens Landschaften, Friederike Sack 2007 [ PDF ]