Toen ik Ladri di biciclette voor de eerste maal zag, werd ik onmiddellijk verliefd op deze ontroerende en hartverscheurende film. Het verhaal is van een bijna lachwekkende eenvoud (fiets wordt gestolen, man gaat met zijn zoontje de fiets zoeken.), maar de inhoud is zo universeel, dat de film na 63 jaar nog steeds helemaal overeind staat. Ladri di biciclette bestaat uit meerdere lagen. Anno 2011 kun je deze film bekijken als een tijdsdocument van het naoorlogse Rome met zijn enorme werkloosheid en schrijnende armoede. Tegelijkertijd is het een ijzersterk document van sociaal-realisme dat ons verbindt met het ellendige en uitzichtsloze bestaan van de ontelbare naamloze armen en werklozen op deze wereld. In de diepste laag van de film gaat het over het naakte bestaan en de metafysische dakloosheid van de moderne mens. Vooral in de score van Alessandro Cicognini is dat goed te horen. Zijn atmosferische, ijle klanken roepen een sfeer op van een desolate ruimte die geen geborgenheid meer biedt.
Het knappe aan deze film is de koppeling van een uiterst simpel thema aan de bestaansgrond. In Ladri di biciclette is de fiets de metafoor van onze hoop. Wanneer de vader een baantje als plakker heeft gekregen, maar daarbij afhankelijk is van zijn fiets, is het ontroerend om de kinderlijke blijdschap in het armoedige gezinnetje te zien. De donkere wolk boven hun bestaan is opzij geschoven. De vader is zo trots als een pauw op zijn fiets, zijn vrouw en zijn zoontje genieten volop voor hem mee. De fiets verlost zijn gezin uit de armoede. Zonder fiets zou zijn gezin weer wegzakken in de armoede en hijzelf in het gevoel waardeloos te zijn voor de wereld. Een leven zonder fiets is een ondragelijke achtbaan van schaamte, woede, verdriet en machteloosheid.
Op zijn eerste werkdag gebeurt het rampzalige. Wanneer zijn fiets gestolen wordt, lijkt de bodem onder het bestaan van de vader weggeslagen. Hoe vertelt hij het zijn vrouw en zijn zoontje? Schaamte, woede, verdriet, machteloosheid… Het jongetje voelt het lijden van zijn vader feilloos aan. Trouw en dapper begeleidt hij hem door de eindeloze stad, de spreekwoordelijke hooiberg waarin zij nu de speld moeten gaan zoeken. We zien honderden, duizenden fietsen, maar het is niet die ene. Alle hoop lijkt vervlogen. Ladri di biciclette is hét voorbeeld van het sombere naoorlogse neo-realisme en heeft zijn wortels in het existentialisme. Wanneer de katholieke kerk, het baken van de oude hoop, in beeld komt, is het naakte bestaan van de vader zichtbaar geworden. Want hij kan en wil niet meer geloven. De Verlosser zegt hem niets meer, alleen zijn fiets kan hem verlossen uit de misère. Hij is een arme materialist geworden, een van het geloof beroofde, moderne mens.