(on)geloof

Il Vangelo secondo Matteo (1964) van Pier Paolo Pasolini
Willem Jan Otten in Letter & Geest (Trouw) over deze klassieker

il vangelo secondo MatteoVandaag is het in de Orthodoxe Kerk Grote Donderdag en vanavond worden de Twaalf Evangeliën over het lijden van Christus gelezen als voorbereiding op Goede Vrijdag. In de reeks films die een leven veranderen sprak Willem Jan Otten op maandag 26 maart na afloop van Il Vangelo secondo Matteo in De Balie over deze filmklassieker uit 1964. Volgens velen is het de beste film die ooit over het leven van Jezus is gemaakt. Regisseur Paolo Pasolino was atheïst en communist. Toch maakte hij een waardige film over het Evangelie volgens Mattheüs die zelfs in het Vaticaan positief ontvangen werd.

In zijn essay Hij weigert het beter te weten dan Jezus buigt Willem Jan Otten zich over het raadsel hoe een atheïst een film over het leven van Jezus kon maken die ons zo diep raakt. Door de nadruk te leggen op het gewone volk en op Jezus als man van het volk, focuste Pasolini op marxistische elementen van het Evangelie, maar toch maakte hij er geen marxistische film van. Kort na de première in 1964 werd Pasolini gevraagd hoe een “ongelovige” zo’n getrouwe Jezusvertelling kon neerzetten. Zijn antwoord is beroemd geworden: “Als u weet dat ik een ongelovige ben, dan kent u mij beter dan ik mijzelf. Het kan zijn dat ik een ongelovige ben, maar ik ben een ongelovige die naar geloof verlangt.” Voor elke gelovige is het herkenbaar “Heer ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!” Hier ligt de brug tussen niet geloven en geloven, in het willen willen en in de wetenschap dat het alleen vanuit onszelf niet gaat.

Il Vangelo secondo Matteo
still uit Il Vangelo secondo Matteo
Als u weet dat ik een ongelovige ben, dan kent u mij beter dan ik mijzelf. Het kan zijn dat ik een ongelovige ben, maar ik ben een ongelovige die naar geloof verlangt.

Pier Paolo Pasolini

En natuurlijk is de opstandige, schijnheiligheid bestrijdende filmmaker tenslotte gefascineerd door de onvoorwaardelijke revolutionaire, schijnbaar suïcidale keer die Jezus’ leven neemt – als hij besluit om met open ogen zijn gewelddadige einde tegemoet te lopen – als een zelfgekozen einde. Wetend dat hij niet alleen vervolgd zal worden door zijn beschuldigers, maar ook: dat hij niet begrepen zal worden door zijn volgelingen, en zelfs verraden en in de steek gelaten en geloochend. De Mensenzoon – als hij dat is, dan betekent dat iets radicaal anders dan zelfs zijn intiemste volgelingen menen – die altijd ergens hopen dat ‘Zoon van God’ zijn moet inhouden: gespaard worden, bijtijds gered, ‘zegevieren’…
 
Bron: Willem Jan Otten op 24 maart in Letter & Geest (Trouw)

God tussen de potten en pannen [ Woest & Vredig ]