een onzuivere bron

The History of the Decline and Fall of the Roman Empire (1776-1787)
van Edward Gibbon

AgoraIn de film Agora (2009) van de Spaanse regisseur Alejandro Amenábar komt een scene voor waarin de beroemde bibliotheek van Alexandrië wordt geplunderd door een woeste menigte fundamentalistische christenen. Het is een van de meest geslaagde scenes uit de film. Terwijl de boekrollen met teksten van Plato en Aristoteles als confetti door de lucht worden gesmeten maakt de camera een draai van 180 graden waardoor alles op zijn kop komt te staan. De boodschap is overduidelijk: het christelijk geloof heeft de kennis van de antieke beschaving vernietigd en de hele wereld eeuwen terug gesmeten in de tijd. Maar deze boodschap is zeker niet juist. In het jaar 392 na Christus plunderden fanatieke christenen inderdaad de stad, maar de beroemde bibliotheek was in de tijd van Hypatia nog maar een schaduw van wat het ooit geweest was. In het jaar 48 voor Christus hadden de troepen van Julius Ceasar de grootste schat aan oude Griekse manuscripten al in brand gestoken.

Edward GibbonTussen 1776 en 1887 schreef Edward Gibbon de beroemde studie The History of the Decline and Fall of the Roman Empire over de ondergang van het Romeinse Rijk. Gibbon was een man van de Verlichting en hij keek met een wetenschappelijke bril op naar de geschiedenis. Tegenwoordig is dat de normaalste zaak van de wereld, maar in zijn tijd bestond geschiedenis nog niet als wetenschap. Omdat Gibbon het Christendom niet als heilsgeschiedenis zag en de Kerk ook niet als het Lichaam van Christus, kwam hij op zeer gespannen voet met de Angelicaanse Kerk te staan. Vooral op de hoofdstukken XV en XVI waarin hij de plaats en de opkomst van het Christendom in het Romeinse Rijk beschrijft, heeft hij veel kritiek gekregen. In sommige landen werd The History of the Decline and Fall of the Roman Empire zelfs een verboden boek. Gibbon gebruikte voor zijn levenswerk zesduizend bronnen in vele talen. Maar hij was niet overal nauwkeurig. Na later historisch onderzoek blijkt dat hij ons met de beschrijvingen van de geschiedenis van de bibliotheek van Alexandrië en het leven van de vrouwelijke filosoof Hypatia een ingekleurd beeld heeft gegeven.

Gibbon
uit hoofdstuk XLVII van The History of the Decline and Fall of the Roman Empire

Edward Gibbon heeft er absoluut toe bijgedragen dat Hypatia het symbool is geworden van de wetenschapper die alles in vrijheid wil onderzoeken en zich niet onderwerpt aan bijgeloof en fanatisme. Net als Giordano Bruno is ze een martelaar geworden van filosofie en wetenschap.

Gibbon
uit hoofdstuk XLVII van The History of the Decline and Fall of the Roman Empire

Gibbon‘s ingekleurde voorstelling blijkt hardnekkig. De serie Cosmos uit 1980 volgt hem en ook Alejandro Amenábar baseerde zich voor het scenario van Agora op de informatie die Gibbon verspreid heeft. De christenen worden afgeschilderd als grote cultuurbarbaren die vijandig staan tegenover de wetenschap. Maar in werkelijkheid bestudeerden kerkvaders in Alexandriëook de wetenschap. De strenge scheiding tussen wetenschap en geloof komt uit de koker van de Verlichting en Gibbon‘s klassieker in het bijzonder.

uit de tv-serie Cosmos (1980)
The last scientist who worked in the Library was a mathematician, astronomer, physicist and the head of the Neoplatonic school of philosophy — an extraordinary range of accomplishments for any individual in any age. Her name was Hypatia. She was born in Alexandria in 370. At a time when women had few options and were treated as property, Hypatia moved freely and unselfconsciously through traditional male domains. By all accounts she was a great beauty. She had many suitors but rejected all offers of marriage. The Alexandria of Hypatia‘s time — by then long under Roman rule — was a city under grave strain. Slavery had sapped classical civilization of its vitality. The growing Christian Church was consolidating its power and attempting to eradicate pagan influence and culture.
 
Carl Sagan in Cosmos (1980)Hypatia stood at the epicenter of these mighty social forces. Cyril, the Archbishop of Alexandria, despised her because of her close friendship with the Roman governor, and because she was a symbol of learning and science, which were largely identified by the early Church with paganism In great personal danger, she continued to teach and publish, until, in the year 415, on her way to work she was set upon by a fanatical mob of Cyril’s parishioners. They dragged her from her chariot, tore off her clothes, and armed with abalone shells, flayed her flesh from her bones. Her remains were burned, her works obliterated, her name forgotten. Cyril was made a saint.
 
Bron: physics.weber.edu

The fuss about Hypatia and Bibliotheca Alexandrina [ orthodoxchristianity.net ]