De huidige situatie waarin Rusland zichzelf ziet als de beschermer van de Krim lijkt enigszins op de situatie na de Achtste Russisch-Turkse Oorlog (1828-1829). Rusland stelde zich toen op als de beschermheer van de Donauvorstendommen.
zichzelf als de beschermer
van alle orthodoxe christenen.
Moldavië en Walachije waren na de Achtste Russisch-Turkse Oorlog een protectoraat van Rusland geworden. De bevolking was grotendeels christelijk en Tsaar Nicolaas I beschouwde zichzelf als de beschermer van alle orthodoxe christenen. In het Verdrag van Adrianopel had hij er bovendien voor gezorgd dat Servië definitief onafhankelijk werd. Op de Balkan werd er tussen Rusland en orthodoxe volkeren een religieuze bloedband gesmeed. Tot op de dag van vandaag is met name de de broederschap tussen Russen en Serviërs bijzonder hecht. Op de Balkan wordt de geestelijke kern van het politieke panslavisme gevormd door het orthodoxe christendom.
Begin juli 1853 werden de protectoraten Moldavië en Walachije door Russische troepen bezet. De sultan die een opmars naar Constantinopel vreesde, verklaarde Rusland op 4 oktober 1853 de oorlog. De eerste gevechten vonden in oktober en november plaats tussen de Ottomaanse en de Russische vloot in de Zwarte Zee. Op 30 november 1853 werd de Ottomaanse vloot bij Sinope vernietigd. Het zag er naar uit dat Rusland het Ottomaanse Rijk met het nieuwe Phaixhans-kanonnen verpletterd zou verslaan. Engeland en Frankrijk grepen in om de Russische expansie een halt toe te roepen. Ze steunden het Ottomaanse Rijk, eerst diplomatiek en daarna ook militair.
Op 27 februari 1854 stelden ze een ultimatum: Rusland moest vóór 30 april de Donauvorstendommen ontruimd hebben. Tsaar Nicolaas I reageerde niet. Op 20 maart staken Russische troepen zelfs de Donau over. Deze provocatie bracht Engeland en Frankrijk ertoe om Rusland een week later de oorlog te verklaren. Toch braken er de eerste maanden nog geen grote gevechten uit en in de zomer van 1854 leek er tussen de grootmachten nog vrede mogelijk.
Nu Londen en Parijs aan Rusland de oorlog hadden verklaard, stelden Wenen en Berlijn zich defensief op. Rusland was voor Oostenrijk en Pruisen een belangrijke bondgenoot geweest tegen Napoleon. Oostenrijk mobiliseerde in april 1854 in Galicië en Transsylvanië tegenover het door Rusland bezet gehouden Moldavië en Walachije. Op 3 juni stelde Oostenrijk een ultimatum aan Rusland om zijn troepen terug te trekken. Ondertussen hadden Oostenrijk en het Ottomaanse Rijk in juni een verdrag gesloten, waarin bepaald was dat Oostenrijk tot het einde van de oorlog de Donauvorstendommen bezet mocht houden!
Op 8 augustus begon Rusland aan de ontruiming van de Donauvorstendommen. Maar de bezetting van de monding van de Donau (Bessarabië) door Rusland sneed de levensader van het Habsburgse Rijk af van de Zwarte Zee. In Wenen werden door de grootmachten onder leiding van Oostenrijk nóg drie eisen gesteld:
1. Rusland moest afstand doen van haar protectoraat over de Donau-vorstendommen;
2. Daarnaast moest Rusland afstand doen van elk recht zich te mengen in Ottomaanse aangelegenheden namens het orthodoxe geloof;
3. De London Straits Convention (1841) moest worden herzien;
4. Alle landen hadden recht op vrije doorgang door de monding van de Donau.
Tsaar Nicolaas I weigerde op deze eisen in te gaan en daarmee hielden alle diplomatieke wegen op. De politiek zou met andere middelen voortgezet worden. Met het definitieve breken van het bondgenootschap uit 1815 brak in augustus 1854 de Krimoorlog uit.

Bron: nl.wikipedia.org