Categorie archief: tekeningen en prenten

historiezucht

gisteren gekocht: Historiezucht (2013) van Marita Mathijsen
De obsessie met het verleden in de negentiende eeuw

HistoriezuchtSommige boeken zijn mij op het lijf geschreven. En soms begint dat al bij de titel. Bij het doorbladeren van Historiezucht voelde ik mij helemaal thuiskomen. Marita Mathijsen kent de verslaving aan de negentiende eeuw. (Je bent gelukkig nooit de enige die hier mee besmet is.) In haar aangename en speelse stijl spreekt ze over een ‘epidemie’ om de negentiende eeuwse obsessie voor geschiedenis te beschrijven. Deze ‘epidemie’ brak los aan het begin van de negentiende eeuw en zou leiden tot de democratisering van het verleden. Voor 1800 was geschiedenis het domein van de kerk en adel geweest en van vermogende liefhebbers, daarna werd geschiedenis van ons allemaal.

De natiestaat ontdekte het verleden, het eigen verleden in het bijzonder, als een belangrijk middel om het volk nationaal bewustzijn bij te brengen en op te voeden tot burgerschap. Vaderlandse geschiedenis is een product van het nationalisme in de negentiende eeuw. Daarvoor werd er neergekeken op het verleden, als iets dat oud en afgedankt was. Op de stenen van ruïnes liepen de ploegen stuk. De boer wierp die oude rommel aan de kant en ploegde voort. Totdat er archeologen op zijn akker kwamen die hem erop wezen dat er vroeger een oud kasteel op zijn land had gestaan. Marita Mathijsen vertelt er in de inleiding smakelijk over. Wanneer de boer zich bewust wordt van wat die oude rotzooi op zijn land vertegenwoordigt, namelijk nationaal erfgoed, slaat zijn afkeer voor afgedankte rommel om in trots. “Die stenen benne nog van het kasteel van de heren!”

In eeuwige verstrengeling
Op de omslag van Historiezucht staat het schilderij Les ombres de Francesca da Rimini et de Paolo Malatesta apparaissent à Dante et à Virgile van Ary Scheffer uit 1835. Het is een illustratie bij de Goddelijke Komedie van Dante. In de Divina Commedia komen Dante en Vergilius (rechts afgebeeld) in de tweede kring van de hel, waar ze onder anderen Paolo en Francesca tegenkomen. De zielen van beide verdoemden worden voortgedreven door de stormachtige wind, die als metafoor dient voor de wispelturige gevoelens van de twee overspeligen. Ze worden voor eeuwig voortgejaagd in hun verstrengeling. De keuze voor deze afbeelding op de omslag heeft een dubbele boodschap. Het schilderij behoort tot de historische schilderkunst en deze illustreert de obsessie van de negentiende eeuw met het verleden. Daarnaast drukt de eeuwige verstrengeling van de twee lichamen ook de innige verstrengeling uit van de actualiteit met het verleden.

Ary Scheffer 1835
Ary Scheffer Paolo en Francesca (1835)
De eeuwige verstrengeling van de twee overspeligen is een metafoor van de innige verstrengeling van de actualiteit met het verleden. Terwijl het dier trouw is aan het heden, gaat de mens steeds vreemd met zijn verleden.
Historiezucht kan de lezer doen duizelen, zoveel feitjes en weetjes worden met elkaar in verband gebracht. Nooit is deze informatiedichtheid echter een bezwaar. Kundig en vol humor neemt Mathijsen de lezer bij de hand; het is haar grote verdienste dat dit lijvige boek goed leesbaar blijft. Persoonlijke anekdotes uit Mathijsens jeugd en menselijke portretten wisselen de cultuurhistorische beschrijvingen af. Zo ontmoeten we bijvoorbeeld dichter Jacob van Dijk die in 1789 het eerste literatuuroverzicht schreef voor het Nederlandse taalgebied. Door zijn halsstarrige weigering wijzigingen door te voeren, verwerd hij tot een voetnoot in de literatuurgeschiedenis.
 
Bron: nexus-instituut.nl

Historiezucht [ vantilt.nl ]

Urban gothic [ 1 ]

aan het lezen in Les Mystères de Paris (1842) van Eugène Sue

Os Misterios de Lisboa (1854) van de Portugese schrijver Camilo Branco (1825-1890) was een van de vele roman-feuilletons halverwege de negentiende eeuw die gebaseerd waren op Les Mystères de Paris van Eugène Sue (1804-1857). In 1842-43 was dit feuilleton een enorm succes. Beïnvloed door de socialistische ideeën van zijn tijd beschreef Sue de dagelijkse ellende van de onderste klasse in Parijs. Twintig jaar later zou Victor Hugo met Les Miserables het feuilleton van Sue in bekendheid nog eens overtreffen.

gravure uit 1851
illustratie Les Mystères de Paris 1851

Les Mystères de Paris vond ook navolging in Engeland. In 1844 schreef George W.M. Reynolds de Mysteries of London. In de jaren veertig van de negentiende eeuw waren London en Parijs de grootste steden ter wereld en boden dus enorm veel stof voor verhalen over de sociale ellende van die tijd. Ook Dostojevski en Multatuli lieten zich inspireren door het sociaal-realisme van Eugène Sue.

Urban Gothic romans uit het City Mysterie genre
 
Les Vrais Mysteres des Paris by Eugene Vidocq
The Mysteries of London by G. W. M. Reynolds
The Mysteries of Lisbon by Camilo Branco
The Slums of St. Petersburg by Vsevolod Krestovsky
The Mysteries of New York by Ned Buntline

Les Mystères de Paris [ gallica.bnf.fr ]

Matho Tonga

De klassieker Matho Tonga (1948-1954) van Hans Georg Kresse
verscheen opnieuw in stripweekblad PEP (1 t/m 29) van 1970

Matho TongaAf en toe blader ik weer eens door de PEP’s uit de jaren zeventig. Het jeugdsentiment ben ik dan meestal ver voorbij. PEP is een schatkamer van Nederlandse stripmakers. Een van de nog levende meesters Dick Matena (Den Haag, 1943) tekende al vanaf 1968 voor PEP. Eerst De Argonautjes (1968-1973) en Ridder Roodhart (1969-1971) naar scenario’s van Lo Hartog van Banda. Tussen 1971 en 1975 tekende en schreef hij de strip Grote Pyr. Na 1970 werd PEP uitgebreid van 32 naar 48 pagina’s en verschenen nog meer strips van Nederlandse makelij. Hans G. Kresse (1921-1992) tekende vanaf 1966 voor PEP. In 1970 verscheen zijn klassieker Matho Tonga – de laatste der Mandan’s met nieuwe belettering opnieuw in PEP.

Kresse tekende verschillende verhalen van Matho Tonga. Het derde verhaal, het geheim van dr. Dorian, verscheen in Nederland in 1955 in Jaargang 58 van De Wereldkroniek.

Matho Tonga
plaatje uit Matho Tonga (pagina 59)

Het aantrekkelijke van Matho Tongha is dat deze strip niet ingekleurd is. Het fenomenale tekenwerk komt zo veel beter tot zijn recht. In 1970 zou Hans G. Kresse starten met zijn indianenstrips. PEP publiceert daarvan de eerste verhalen: De wraak van Minimic [#36 1970], Mangas Coloradas – Woestijn van wraak [#43 1971 t/m #9 1972] en Wetamo – De heks van Pocasset [#40 1972 t/m #8 40 1973]. Deze strips zijn wel ingekleurd waardoor het tekenwerk lang niet meer zo mooi uitkomt.

Matho Tonga
laatste pagina van Matho Tonga in PEP
Matho Tonga
plaatje uit Matho Tonga (pagina 59)
Matho Tonga
In 1977 verscheen bij Uitgeverij Oberon een fraai album in zwart-wit van Matho Tonga – de laatste der Mandan’s. Daarna verscheen nog het tweede deel De strijd in de Zwarte Bergen

Matho Tonga [ depepsite.nl ] | Matho Tonga [ vlaamsstripcentrum.be ]