Categorie archief: religie

Romaans in Bourgondië [ 2 ]

Romaanse abdijen en kerken in Bourgondië (1000-1200)
aflevering 2: timpanen (Autun, Charlieu, St.Julien-de-Jonzy, Anzy-le-Duc)

RomaansBij Bourgondië denken we in de eerste plaats meestal aan het goede leven. Of aan de 15e eeuw toen een groot deel van de Lage Landen onderdeel waren van het Rijk van Philips de Goede (1396-1467). Bart de Loo heeft hier onlangs een boek over geschreven. Het Hertogdom Bourgondië gaat echter veel verder terug dan de vijftiende eeuw. Het ontstond in de vroege tiende eeuw en was de geboortegrond van de twee belangrijkste kloosterorden in de Middeleeuwen: de Benedictijnse Orde van Cluny (sinds 910) en de Orde van de Cisterciënzers (sinds 1098). In juni en juli bezochten we in Bourgondië 5 abdijen en 20 kerken die allemaal gebouwd zijn tijdens de bloeitijd van het Romaans (1000-1200).

Routekaartje Romaans Bourgondië
Onze route door Romaans Bourgondië
[klik op afbeelding voor vergroting]

Het timpaan verwelkomt de gelovigen die de kerk binnentreden met een afbeelding van Christus als Majestas Domini. In de christelijke iconografie gaat dit type terug tot in de vierde eeuw. Christus bevindt zich op Zijn Rechterstoel tijdens de Jongste Dag om alle mensen te oordelen. Hij wordt omgeven door de mandorla, een amandelvormige figuur (mandorla betekent ‘amandel’ in het Italiaans) die de verbinding tussen hemel en aarde symboliseert. In de middeleeuwse bouwkunst (ook in de gotiek) bevindt het timpaan zich in het portaal waar we de kerk kunnen binnentreden. Meestal is dit het portaal in de Westelijke facade, maar vaak vinden we ook timpanen in het Noord- of Zuidportaal. Het timpaan wordt boven begrensd door een of meerdere archivolten (geprofileerde versiering rond een arcadeboog) en onder door een architraaf die meestal sculpturen bevat.

Romaans portaal
Het Romaanse portaal A. Timpaan B. Archivolt(en) c. Architraaf D. Trumeau (of verdeelpijler) E. Pilaargroepen

Ik fotografeerde de timpanen van de Saint Lazare in Autun, de Saint Fortunat in Charlieu, de Saint Julien de Jonzy en tenslotte van de priorijkerk in Anzy-le-Duc. Het beroemdste Romaanse timpaan van Bourgondië, dat van de Saint Madeleine in Vezelay, zat vanwege een restauratie achter de steigers. Ook voor het het timpaan van de Saint Hilaire in Semur-en-Brionnais stonden steigers. Jammer natuurlijk, maar tegelijkertijd weet je dan ook dat het Romaanse erfgoed in Bourgondië gekoesterd wordt.

Saint Lazare in Autun [bourgogneromane.com]
Op maandag 1 juli stonden we op een snikhete dag voor het iconische timpaan van de Saint Lazare in Autun. Het is een indrukwekkende binnenkomer. De pelgrims die in de Middeleeuwen van heinde en verre hier binnentraden om de relieken van de heilige Lazarus te vereren, moeten enorm ontzag gevoeld hebben.

Autun
Het Westportaal van de Saint Lazare in Autun

Niet alles aan het machtige Westportaal van de Saint Lazare dateert overigens uit 1120-1146, de periode waarin deze kerk gebouwd werd. De trumeau die de deuren van de hoofdingang van elkaar scheidt, is 19e eeuws. Zoals gebruikelijk staat op de verdeelpijlers in de portaal een beeld van de patroonheilige. De heilige Lazarus wordt geflankeerd door twee vrouwen, zijn zusters.

Autun
Trumeau uit de 19e eeuw met de heilige Lazarus in een wit gewaad, opgestaan uit de dood en geflankeerd door zijn zusters

Het is moeilijk voor te stellen dat de originele Romaanse timpaan in 1766 werd dicht gepleisterd. Toen men vanaf 1820 de Middeleeuwen eindelijk begon te waarderen werd het weer zichtbaar gemaakt.

Autun
Timpaan uit de periode 1120-1146 met een voorstelling van het Laatste Oordeel rond Christus als Majestas Domini
Autun
Details (rechts) van het timpaan (links)

Saint Fortunat in Charlieu [bourgogneromane.com]
In 1094 werd een begin gemaakt aan de abdijkerk van Saint Fortunat in Charlieu. Tegenwoordig staat alleen de narthex nog overeind. Deze werd gebouwd in het tweede kwart van de twaalfde eeuw. De ingang bevindt zich niet aan de West- maar aan de Noordzijde en bestaat uit een groot en klein portaal.

Charlieu
De noordzijde van de narthex van de abdijkerk Saint Fortunat in Charlieu

In het grote portaal bevindt zich traditioneel een timpaan met centrale Christusfiguur in een mandorla. Hij wordt omgeven door de vier Evangelisten, gerepresenteerd als een mens (Mattheus), leeuw (Marcus), rund (Lucas) en adelaar (Johannes). Deze iconografie is gebaseerd op het visioen van Ezechiël. In de architraaf staan op een rij de twaalf apostelen afgebeeld. De ornamenten in de archivolten boven het timpaan zijn gedetailleerd. De menselijke figuren zijn helaas zwaar beschadigd geraakt in de achttiende eeuw als gevolg van de Franse Revolutie.

Charlieu
Timpaan op het grote portaal van de narthex van de Saint Fortunat in Charlieu met de Majestas Dominus

Naast het grote portaal bevindt zich rechts een kleiner portaal. Ook hier zien we een origineel Romaanse timpaan uit de eerste helft van de twaalfde eeuw. Hierin wordt de Bruiloft te Kana afgebeeld waar Jezus zijn eerste wonder verricht. Ook hier heeft de Franse Revolutie helaas zijn gewelddadige sporen achtergelaten. In de archivolt boven het timpaan staan figuren afgebeeld uit het verhaal van de Verheerlijking op de Berg Tabor. We zien hier Petrus, Elia, Mozes en Jakobus.

Charlieu
Timpaan op het kleine portaal van de narthex van de Saint Fortunat in Charlieu met de Bruiloft van Kana.
Charlieu
Detail van de Bruiloft van Kana. Helaas zijn de beelden tijdens de Franse Revolutie vernield.

Notre-Dame-de-l’Assomption in Anzy-le-Duc [bourgogneromane.com]
Iets ten Noorden van Charlieu ligt de priorijkerk Notre-Dame-de-l’Assomption uit de twaalfde eeuw. Het Westportaal heeft een timpaan uit de twaalfde eeuw met een voorstelling van Christus als Majestas Domini gezeten in een mandorla en geflankeerd door twee engelen. In de achttiende eeuw werd het timpaan verwijderd (wellicht om het in veiligheid te brengen voor de revolutionairen?) en werd later vervangen door een kopie. Het origineel is tegenwoordig te zien in het Musee Hieron in Paray-le-Monial.

Saint Trinite
Het originele timpaan op de westgevel van de Notre-Dame-de-l’Assomption in Anzy-le-Duc bevindt zich in het Musee Hieron in Paray-le-Monial. Duidelijk is te zien dat Romaanse beeldhouwrken oorspronkelijk beschilderd (polychroom) waren.

Saint Julien de Jonzy [bourgogneromane.com]
Tenslotte vonden we in de Brionnais (het uiterste Zuid-Westen van Bourgondië) nog een klein kerkje uit de twaalfde eeuw met een fraai timpaan. Het vertoont wat de voorstelling betreft een duidelijke overeenkomst met het timpaan in Anzy-le-Duc. Maar de stijl is beweeglijker en Christus zit hier behalve in een mandorla ook op Zijn Rechterstoel. Het voetenbankje komt uit de Byzantijnse iconografie.

Saint Julien de Jonzy
Timpaan op de westgevel van de Saint Julien de Jonzy

[alle foto's, behalve de voorlaatste met het timpaan in het Musee Hieron, werden eind juni/begin juli genomen.]

Volgende aflevering: Romaanse crypten

Romaanse kunst in Bourgondië op internet
Pierres Romanes biedt een schat aan beeldmateriaal. Maar inhoudelijk en wat aantal locaties betreft is deze site veel beperkter dan L’art roman en Bourgogne. Deze website bestaat al 16 jaar en wordt nog altijd goed bijgehouden. Maar helaas zijn de vormgeving en functionaliteit sinds 2003 niet meer veranderd.

Autun [bourgogneromane.com]
Charlieu [bourgogneromane.com]
Anzy-le-Duc [bourgogneromane.com]
Saint-Julien-de-Jonzy [bourgogneromane.com]

Romaans in Bourgondië [ 1 ]

Romaanse abdijen en kerken in Bourgondië (1000-1200)
aflevering 1: kapitelen (Vezelay, Saulieu, Semur-en-Brionnais, Anzy-le-Duc)

RomaansBij Bourgondië denken we in de eerste plaats meestal aan het goede leven. Of aan de 15e eeuw toen een groot deel van de Lage Landen onderdeel waren van het Rijk van Philips de Goede (1396-1467). Bart de Loo heeft hier onlangs een boek over geschreven. Het Hertogdom Bourgondië gaat echter veel verder terug dan de vijftiende eeuw. Het ontstond in de vroege tiende eeuw en was de geboortegrond van de twee belangrijkste kloosterorden in de Middeleeuwen: de Benedictijnse Orde van Cluny (sinds 910) en de Orde van de Cisterciënzers (sinds 1098). In juni en juli bezochten we in Bourgondië 5 abdijen en 20 kerken die allemaal gebouwd zijn tijdens de bloeitijd van het Romaans (1000-1200).

Routekaartje Romaans Bourgondië
Onze route door Romaans Bourgondië
[klik op afbeelding voor vergroting]

Bourgondië is een schatkamer van Romaanse bouwkunst. Al in 910 werd de Orde van Cluny gesticht die aan de wieg stond van het hoog-romaans. Na het legendarische jaar 1000 brak er een periode aan met grote bouwactiviteit. Overal in Europa verrezen Romaanse kerken en abdijen. Het meeste is verloren gegaan of verdwenen onder bouwstijlen uit latere tijd, maar in Bourgondië zijn nog tientallen, zo niet honderden Romaanse bouwwerken te vinden, voornamelijk kerken en abdijen.

De Romaanse bouwkunst bood alle ruimte voor wat de Biblia pauporum wordt genoemd. Aangezien de meeste mensen tussen 1000 en 1200 arm waren en niet konden lezen, was deze “armenbijbel” de Bijbel waaruit de mensen ‘lazen’. In Bourgondië ontwikkelde zich in de elfde eeuw een expressieve beeldhouwkunst die op verschillende wijzen in de architectuur geïntegreerd werden. Een heel belangrijke toepassing van beeldhouwkunst zien we in het kapiteel. Dat is het kopstuk van een zuil. in de klassieke Griekse bouwkunst zijn kapitelen abstract (Ionisch) of bevatten deze bladmotieven (Korinthisch). Maar in het Romaans vormen kapitelen een ‘Bijbel in steen’.

Sainte Madeleine in Vezelay [bourgogneromane.com]
In deze pelgrimskerk vinden we maar liefst 118 kapitelen met Bijbelse voorstellingen, mythologische thema’s en fabeldieren : 24 in de narthex en 94 in het schip. Ze dateren allen uit de periode 1125-1140. Samen met de kapitelen in de Saint Lazare in Autun vormen ze het hoogtepunt van de Romaanse beeldhouwkunst in Bourgondië.

Vezelay
kapitelen in de Sainte Madeleine in Vezelay. De kapitelen in lichtere steen dateren uit de negentiende eeuw en vervangen de oude.

Saint Andoche in Saulieu [bourgogneromane.com]
In Saulieu, ten Zuid-Oosten van Vezelay, ligt aan de rand van de Morvan een andere pelgrimskerk die gewijd is aan Saint Andoche. Het schip van deze kerk telt 50 kapitelen.

Saulieu
kapitelen in de Saint Andoche in Saulieu

Sainte Hilaire in Semur-en-Brionnais [bourgogneromane.com]
Zuidelijker, in de Brionnais, staat de kapittelkerk van Sainte Hilaire in Semur-en-Brionnais. Hier kwam ik onderstaande duivels tegen als atlanten. Ze dragen hier een pilaster, een in de muur verzonken pijler.

Semur
duiveltjes, gebruikt als atlanten, in de Saint Hilaire in Semur-en-Brionnais

Notre Dame de l’Assomption in Anzy-le-Duc [bourgogneromane.com]
Iets ten Noorden van Semur-en-Brionnais ligt Anzy-le-Duc waar in de twaalfde eeuw een priorijkerk werd gebouwd.

Anzy-le-Duc
kapitelen in de Notre Dame de l’Assomption in Anzy-le-Duc

[Alle foto's werden eind juni/begin juli genomen]

Volgende aflevering: Romaanse timpanen

Romaanse kunst in Bourgondië op internet
Pierres Romanes biedt een schat aan beeldmateriaal. Maar inhoudelijk en wat aantal locaties betreft is deze site veel beperkter dan L’art roman en Bourgogne. Deze website bestaat al 16 jaar en wordt nog altijd goed bijgehouden. Maar helaas zijn de vormgeving en functionaliteit sinds 2003 niet meer veranderd.

Vezelay [bourgogneromane.com]
Saulieu [bourgogneromane.com]
Semur-en-Brionnais [bourgogneromane.com]
Anzy-le-Duc [bourgogneromane.com]

Het rijke Roomsche leven

gisteren met Patrick bezocht: kloosterdorp Steyl bij Tegelen

Op weg in SteylOp de veerweg bij Baarlo kwamen we veel fietsers tegen. In de zon was het twintig graden wat voor een dag in februari uitzonderlijk is. Bij de Maas gekomen stond een groep ouderen op de fiets te wachten om met het veer over te steken naar Steyl. We sloten ons bij hen aan. Aan de overkant verrees de dubbele torenfaçade van de Sint Michael, de kloosterkerk van Steyl, veilig opgeborgen in de vleugels van het Missiehuis. Dit is het hart van Steyl, gebouwd in het laatste kwart van de negentiende eeuw onder de bezielende leiding van Arnold Janssen (1837-1909). Patrick, in 1962 geboren in Tegelen op een steenworp afstand van Steyl, was mijn gids. Als kind heeft hij nog net iets kunnen proeven van het rijke Roomsche leven in Steyl. Door toedoen van het Tweede Vaticaanse Concilie maar in de eerste plaats door de oprukkende moderniteit, zou het rijke Roomsche leven na 1965 geleidelijk opdrogen en als cultureel erfgoed voortleven.

Steyl is nu een soort openluchtmuseum en op een zeer vroege voorjaarsdag als gisteren een ontluikende lusthof. Patrick leidde mij rond: eerst langs de drukkerij en het ketelhuis. De gemeenschap was ooit geheel zelfvoorzienend. In het ketelhuis werd de energie voor de communiteit opgewekt. Het benodigde water werd geleverd door de op kleine afstand liggende watertoren. Van het ketelhuis liepen we om de Heilig Hartheuvel langs een pad dat zich omhoog slingert naar het Heilig Hartbeeld. Van hieruit heb je een fraai uitzicht op de bosrijke omgeving waar het ketelhuis aan grenst. Het Heilige Geestklooster en het Heilig Hartklooster ten noorden van het ketelhuis lieten we even links liggen en nestelden ons in het prieeltje in het heuvelachtige park. Arnold Janssen trok zich graag op deze plek terug om in de stilte van de natuur de correspondentie van missionarissen en misszusters van over de hele wereld te lezen.

Er ontwikkelde zich een mooi gesprek, o.a. over de vraag of er binnen het geloof ruimte voor nostalgie mag zijn. Nostalgie wordt meestal te snel afgedaan als een improductief verlangen naar iets dat voorbij is en nooit meer terugkomt. En staat er in het Evangelie niet “Wie de hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk van God” Het rijke Roomsche leven hier op Steyl is definitief voorbij. Dat kan weemoedig stemmen. We leven nu in een tamelijk cynische tijd waar mooie herinneringen aan het katholicisme uit de jaren vijftig onder druk van de kennis van nu (lees: misbruikschandalen in de katholieke kerk) vaak niet eens meer de kans krijgen om op te bloeien. Misschien moeten we erkennen dat het rijke Roomsche leven een mythe is die later gecreëerd is? Een nostalgisch vehikel?

Maar toch.

De rijkdom van het Roomsche leven is zeker geen illusie. Op Steyl kun je nog proeven hoe men vroeger leefde met het Evangelie. De parkachtige omgeving is helemaal ingericht op gebed. Er zijn drie grotten waarin de gelovige zich kan terugtrekken en mediteren. We namen een kijkje in de Olijfberggrot waar de Bijbelse vertelling over de Hof van Getsemane met beelden is geënsceneerd. Het is katholiek theater. Als voormalige protestantse jongen maar zeker ook als orthodox christen heb ik weinig op met al die gipsen theatereffecten die de gelovige kippenvel moeten bezorgen. Maar als het geloof maar doordringt tot het diepe hart, dan mag het daarbij best ook een prikkel geven die zich even aan de huid hecht. We zijn nu eenmaal ook emotionele wezens.

kaart van Steyl
overzichtskaartje van Steyl aan de Maas
[uit: "Op weg in Steyl. Spirituele speurtocht".]

kloosterdorpsteyl.nl | Steyl [ nl.wikipedia.org ]

een gelovig wetenschapper

Op 5 december a.s. verschijnt bij de Deutsche Post een herdenkingspostzegel
t.g.v. de 250e geboortedag van Friedrich Schleiermacher

Veel uit de periode 1750-1850 heeft mijn bijzondere aandacht. Dat geldt zeker ook voor de theologie uit dit tijdvak. Na 1750 begon de wetenschap steeds grotere invloed uit te oefenen op het denken over mens en wereld. Natuurlijk werkte dit ook uit op het christelijke geloof. Friedrich Schleiermacher is een van de bekendste en invloedrijke theologen uit het begin van de negentiende eeuw. Daarom wordt hij wel eens de ‘de kerkvader van de 19de eeuw‘ genoemd. Hij leefde in een tijd dat de wetenschap de geloofswaarheden uit de Bijbel begon te ondermijnen. Deze ontwikkeling was tijdens de Verlichting al op gang gekomen en zette in de negentiende eeuw definitief door.

Schleiermacher Briefmarke
postzegel t.g.v. de 250e geboortedag van Friedrich Schleiermacher

Zo ontstonden er allerlei wetenschappen die de kennis op grond van de Bijbel in twijfel gingen trekken. De geologie kwam bijvoorbeeld op ramkoers te liggen met het Scheppingsverhaal. De Ierse bisschop James Ussher berekende in de zeventiende eeuw op grond van het scheppingsverhaal in Genesis dat de aarde op 22 oktober 4004 voor Christus moest zijn geschapen. De wetenschap kwam tot heel andere berekeningen. In de eerste dertig jaar van de negentiende eeuw werd de natuurlijke historie met miljoenen jaren opgerekt en ontstonden de namen van de geologische tijdvakken. Het rijtje Trias, Jura, Krijt klinkt de meeste scholieren nu bekender in de oren dan het rijtje Leviticus, Numeri, Deuteronomium. Wat Schleiermacher in zijn tijd meemaakte was een verschuiving van het christelijke, theocentrische wereldbeeld naar een wetenschappelijk, postchristelijk wereldbeeld. Op deze verschuiving, die natuurlijk ook een confrontatie was, reageerde Schleiermacher met zijn theologische geschriften. Zijn bekendste is Über die Religion. Reden an die Gebildeten unter ihren Verächtern uit 1799.

Schleiermacher worstelde met de in zijn tijd dringende vraag naar de verhouding tussen wetenschap en geloof, tussen de kennis van het hoofd en kennis van het hart. Hij vroeg zich af of het wel mogelijk is om tegelijkertijd een goed christen te zijn en een modern denkende wetenschapper, een vraag, die begrijpelijk is voor wie zijn levensgeschiedenis kent.
 
Bron: koinonia.kerkwinkel.eu

Boekenwijsheid

gelezen in Les Misérables (1862) van Victor Hugo

Les MisérablesIn de twintigste eeuw begint het woord God uit de literatuur te verdwijnen. Een zin als “God had gewild, dat Cossette een liefde leren kennen, die haar redde.” zul je in de literatuur na 1945 niet meer zo snel tegenkomen. Of het moet in een streekroman zijn. Maar streekromans worden niet tot de literatuur gerekend en dus ook niet zo serieus genomen.

Bij de literaire reuzen uit de negentiende eeuw, zoals Dostojewsky, Tolstoi en Hugo, hoort God er nog helemaal bij. Ik hou van romans met levensbeschouwelijke overdenkingen en uitspraken die mijn leven verdiepen en die niet met een wijde boog om God heenlopen. Natuurlijk kunnen schrijvers die met aforismen strooien zoals standup comedians met harde grappen, pedant overkomen. Maar bij Hugo heb ik dat niet, ook al is hij een van de kampioenen van het aforisme in de Franse literatuur van de negentiende eeuw. Google maar eens op ‘Victor Hugo quotes’

La pensée est le labeur de l’intelligence, la rêverie
en est la volupté.

uit: Les Misérables

Voor mij zijn Hugo‘s aforismen vaak snoepjes die je onderweg van hem krijgt en waar je lang mee kunt doen. Gisteren las ik in het vierde deel van Les Misérables deze: “De gedachte is het werk van het brein, de droom is het genot ervan. Wie het denken nalaat ter wille van het dromen, neemt een vergif in plaats van voedsel.”(La pensée est le labeur de l’intelligence, la rêverie en est la volupté. Remplacer la pensée par la rêverie, c’est confondre un poison avec une nourriture)

Daar kan ik dan heerlijk over mijmeren. “De fijne uurtjes van de geest” noemde Schopenhauer dat en hij verkoos het in zijn jonge jaren boven de leut in de kroeg. Natuurlijk moet je er wel voor waken dat het mijmeren en reflecteren weer geen dromen wordt. De ‘aformismejunk‘ die in wijsheden vlucht maar de praktijk schuwt, mist uiteindelijk het belangrijkste: de levende ervaring. Het inzicht dat het aforisme of de wijsheid voortbrengt, is als een flits, een heldere ervaring ondanks onszelf. Hugo zal deze ogenblikken vaak beleefd hebben.

Aimer une autre personne,
c’est voir le visage de Dieu.

uit: Les Misérables

Huilen om Rousseau

La lapidation de Môtiers september 1765

Voor huilen met Rousseau zijn we tegenwoordig te nuchter, maar huilen om Rousseau moet met een beetje goede wil wel lukken. Zeker als je in zijn (auto)biografie leest hoe hij in 1765 uit Môtiers verdreven werd, een episode die bekend staat als de steniging van Môtiers.

Môtiers
Michaela naast een silhouet van Rousseau voor zijn woning in Môtiers (12 juli 2018)

Wat was er gebeurd? Na het succes van Julie in 1761 was Rousseau in één klap de beroemdste schrijver van Europa. Julie werd de best gelezen roman van de achttiende eeuw. Rousseau wilde voor zijn vijftigste zijn schrijverschap afsluiten; dat deed hij niet met één maar met twee invloedrijke boeken: een boek over opvoeding (Émile, ou De l’éducation) en een boek over de maatschappij (Du contract social). Zijn ideeën waren inmiddels tot volle rijping gekomen. Beide boeken sloegen in als een granaat. Zijn opvattingen over het christelijk geloof in Emile waren ondermijnend voor het kerkelijk gezag. Maar nog explosiever was zijn idee van de volonté general in Du contract social.

Rousseau wilde voor zijn vijftigste zijn schrijverschap afsluiten; dat deed hij niet met één maar met twee invloedrijke boeken.

Rond 1760 was het heel gewoon wanneer boeken anoniem verschenen. De schrijvers van de Verlichting wisten dat hun opvattingen controversieel waren en hadden geen behoefte hun naam op het titelblad te laten drukken. Vaak durfde de uitgever in Frankrijk het niet aan en werden Franstalige boeken in de Republiek gedrukt. Emile werd uitgegeven in Parijs maar Du contract social bij Marc-Michiel Rey in Amsterdam. Deze uitgever had geen privilege aangevraagd en het boek werd vervolgens door de Staten-Generaal der Nederlanden verboden. In Frankrijk werd het clandestien verspreid. Toen de boodschap eenmaal was doorgedrongen, en lang duurde dat niet, barstte de storm los.

Op 9 juni 1762, vlak voor zijn vijftigste verjaardag, moest Rousseau hals over kop het land uit. Hij vluchtte eerst naar zijn oude vriend Roguin in Yverdon aan het meer van Neuchâtel in Zwitserland. Een maand later vestigde hij zich in het dorpje Môtiers in de Val de Travers, twintig kilometer ten noordwesten van Yverdon. Zijn levensgezellin Thérèse Levasseur volgde hem enkele weken later. Ze waren bannelingen geworden. Beter gezegd: politieke vluchtelingen, ook al bestond dat woord tijdens het ancien régime nog niet. Ze zouden tot begin september 1765 in Môtiers blijven wonen.

Môtiers gedenksteen
Gedenksteen in Môtiers

Het drama komt na de publicatie van Lettres écrites de la montagne in 1764. Hierin doet Rousseau een politieke aanval op zijn vaderstad Genève en was daarbij zo naïef niet te voorzien dat dit gevolgen zou hebben voor zijn verblijf in Môtiers. In de ruim drie jaar dat hij hier woonde, had hij geen goed contact met de lokale bevolking al ontving hij tientallen vrienden uit Frankrijk en Engeland. Dat waren over het algemeen intellectuelen uit de hogere klassen waar de eenvoudige boeren in Môtiers met afkeuring naar keken.

Rousseau kwam in het voorjaar van 1765 tenslotte tegenover zijn pastor Montmollin te staan. Deze stond onder toenemende druk disciplinaire maatregelen te nemen tegen Rousseau die weliswaar bij hem naar het avondmaal ging, maar desondanks ketterse opvattingen verkondigde. Toen dat niet helemaal lukte en Montmollin gezichtsverlies dreigde te gaan leiden, begon hij de calvinistische bevolking in Môtiers tegen Rousseau op te zetten. Op 1 september hield hij een opruiende preek die grote gevolgen had. Rousseau werd eerst op straat uitgejouwd en toen ging het van kwaad tot erger. Op 3 september vloog de eerste steen door de ruit. La lapidation de Môtiers was begonnen…

In zijn Bekentenissen schrijft Rousseau: J’allais sortir de ma chambre, écrit la victime, pour aller dans la cuisine, quand un caillou traversa la cuisine après avoir cassé une fenêtre, tomba au pied de mon lit, de sorte que si je m’étais pressé d’une seconde, j’avais le caillou dans l’estomac. Je vais à la cuisine, trouve Thérèse tremblante.’

Môtiers
Een tekening uit de tijd dat Rousseau en Thérèse in Môtiers woonden op de eerste verdieping. De waterput links op de voorgrond is er nog steeds.

Op 8 september vluchtten Rousseau en Thérèse het dorp uit. De waranda lag vol met keien. ‘Het lijkt hier wel een steengroeve!’ riep een van Rousseau‘s vrienden verschrikt uit. De volgende dag werd er bij de nabijgelegen waterput een pop gevonden die Rousseau moest voorstellen.

huilen met Rousseau

gelezen: Jean-Jacques Rousseau – een rusteloos genie (2012)
door Leo Damrosch

RousseauOp 28 juni 2012 was het precies 300 jaar geleden dat Jean-Jacques Rousseau in Genève geboren werd. Maarten Doorman schreef een boekje over zijn persoonlijke relatie met de vader van de moderne autobiografie (en nog wel meer) en Uitgeverij Ten Have/Veen bracht in 2012 een bijna vuistdikke vertaling van Rousseau – Restless Genius (2005) van Leo Damrosch op de markt. Een paar jaar later kwam het in de ramsj en ik kocht het om het bijna twee jaar ongelezen in de boekenkast te laten staan.

Deze zomer kwam een mooie gelegenheid om het te lezen: tijdens onze vakantie in de Jura bezochten we Môtiers, het Zwitserse bergdorpje waar Rousseau en zijn levensgezellin Thérèse tussen 1762 en 1765 in ballingschap zouden wonen. Helaas was het kleine museum gesloten, maar het was toch fijn om even op de beroemde waranda te hebben gestaan, al is in de afgelopen 250 jaar bijna alles vernieuwd.

Môtiers
Môtiers …op de trap naar de waranda van het huis waar Rousseau na de publicatie van Emile en Le contract social in 1762 verbleef.
(Foto genomen op 11 juli 2018)

In Frankrijk zijn er nog tientallen andere “Rousseau bedevaartsplaatsen”. De meeste dateren van kort na zijn dood in 1778 toen er een Rousseaucultus ontstond. In de achttiende eeuw hoorde je in de voetsporen van Rousseau je zakdoek te pakken en enkele tranen te plengen. Ik hield het droog in Môtiers.

boekbespreking door Sebastien Valkenberg in Trouw [ trouw.nl ]