Botanische Kunst t/m 13 december 2015
Bron: hetnoordbrabantsmuseum.nl
Iedere tijd zijn eigen gekte. Had de zeventiende eeuw zijn tulpenmanie (1634-1637), rond het midden van de achttiende eeuw heerste in Europa een neushoorngekte. In de BBC documentaire over het rococo omschrijft presentator Waldemar Januszczak de neushoorn als een dier dat in 1740 nog geen Europeaan gezien had, terwijl het tien jaar later een dier was dat geen Europeaan niet gezien had. Overal doken ineens afbeeldingen van dit exotische dier op. En het kwam allemaal door de Europese tournee van Clara.
Baudelaire schreef dat het de machtigste list van de duivel is ons te laten geloven dat hij niet bestaat. Sinds de Verlichting hebben we de duivel samen met heksen en weerwolven verbannen naar het domein van de verbeelding en de gothic novel. In de literatuur en in de film keert de duivel telkens weer terug, maar slechts als zinnebeeld van het Kwaad in de wereld. Alleen dogmatici geloven nog in de duivel als een realiteit en niet als “de mascotte van het Kwaad”. Dat is zo ongeveer de situatie in de 21e eeuw.
Philip C. Almond, emeritus hoogleraar Religie aan de Universiteit van Queensland in Australië, schrijft in zijn boek De duivel. Een biografie over Credulity, Superstition, and Fanatism: