Categorie archief: tekeningen en prenten

a tale of the coming terror

The angel of the revolution : a tale of the coming terror (1893)
van George Chetwynd Griffith

Twintig jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verscheen The angel of the revolution : a tale of the coming terror van George Chetwynd Griffith. Net als Jules Verne schreef hij science fiction verhalen die met met staalgravures geïllustreerd waren. Bladerend langs deze prenten trekt een stoet wetenschappelijke fantasieën voorbij. Meestal lachwekkend, maar soms beangstigend realistisch in de vooruitziende blik.

Griffith, a tale of the coming terror
bovenstaande prent heeft als onderschrift: “Do you understand now why you could not make terms for Russia?” (credits: archive.org)

De hel van de loopgravenoorlog lag in 1893 nog achter de horizon, maar soms leek de lezer er aan het einde van de negentiende eeuw er al een glimp van mee te krijgen. Het verhaal heeft als ondertitel a tale of the coming terror, een profetische “evergreen”.

The Angel of the Revolution: A Tale of the Coming Terror (1893) is a science fiction novel by English writer George Griffith. It was his first published novel and remains his most famous work. It was first published in Pearson’s Magazine and was prompted by the success of The Great War of 1892 in Black and White magazine, which was itself inspired by The Battle of Dorking.
 
A lurid mix of Jules Verne’s futuristic air warfare fantasies, the utopian visions of News from Nowhere and the future war invasion literature of Chesney and his imitators, it told the tale of a group of terrorists who conquer the world through airship warfare. Led by a crippled, brilliant Russian Jew and his daughter, the ‘angel’ Natasha, ‘The Brotherhood of Freedom’ establish a ‘pax aeronautica’ over the earth after a young inventor masters the technology of flight in 1903. The hero falls in love with Natasha and joins in her war against society in general and the Russian Czar in particular.
 
Bron: en.wikipedia.org

Bray album

het schetsboek van luitenant Gabriel Bray (1775)
National Maritime Museum, Greenwich, London

Gabriel Bray (1750-1823) was tweede luitenant op HM Pallas tijdens een reis naar West-Afrika en het Caraïbisch gebied tussen december 1774 en september 1775. Het doel van deze missie was vermoedelijk om rapport uit te brengen over de Britse belangen in de slavenhandel. Er volgde nog een tweede reis, maar alle tekeningen uit zijn schetsboek zijn tijdens de eerste reis gemaakt. De HM Pallas zeilde in december 1774 naar Tenerife en voer in januari verder naar Senegal waar het tot in februari bleef liggen. Daarna werd de oversteek gemaakt naar West-Indië.

gabriel_bray
Self-portrait of Lieutenant Gabriel Bray sketching in watercolours (credits: National Maritime Museum, Greenwich, London. Purchased with the assistance of the Society for Nautical Research Macpherson Fund.)

Het schetsboek van Gabriel Bray is een fraai tijdsdocument dat op informele wijze het leven aan boord van een Engels schip 240 jaar geleden illustreert. Ook maakte Bray met waterverf ingekleurde tekeningen van plaatselijke stammen die hij in West-Afrika bezocht zoals de Wappo in Ivoorkust en de Jolliffes. Volkenkunde was in het laatste kwart van de achttiende eeuw eerder een hobby dan een wetenschap. De onbevangen nieuwsgierigheid van Bray, die als tekenaar ongeschoold was, geeft zijn schetsboek charme.

national maritime museum [ rmg.co.uk ]

Piranesi in Leiden

webtentoonstelling over Piranesi van de Leidse Universiteit

Het prentenkabinet van de Leidse Universiteitsbibliotheek bezit een groot aantal prenten van de beroemde Italiaanse graficus Giovanni Battista Piranesi (1720-1778). Bijna al deze prenten behoren tot de serie Vedute di Roma. Dit is een verzameling prenten in groot formaat van oude en moderne (1700-1750) gebouwen in Rome en Tivoli . In de tweede helft van de achttiende eeuw waren deze prenten bijzonder in trek, met name onder Engelse toeristen die een Grand Tour door Italië maakten.

Piranesi Grotteschi 1747
uit: Grotteschi ca. 1747 (detail)
Het aantrekkelijke van deze prentkunst is voor mij de combinatie van wetenschap en poëzie.

Piranesi begon rond 1745 aan zijn vedute toen hij vijfentwintig was. Aanvankelijk stond hij onder invloed van Giovanni Paolo Panini die op dat moment in Rome een gevierd schilder van stadsgezichten was. Toen eind jaren veertig Herculanuem, Pompeï en Paestum werden opgegraven, raakte de oudheid in de mode. De Duitse archeoloog en kunsthistoricus Johann Winckelmann was een belangrijk theoreticus en formuleerde het beroemde stijlprincipe van het neo-classicisme: edele eenvoud, stille grootsheid. Men kreeg ontzag voor de oudheid. Piranesi bleef tot aan zijn dood in 1778 prenten vervaardigen, want de vraag bleef onverminderd groot.

Tot in de achttiende eeuw waren overblijfselen van antieke tempels soms nog omgebouwd tot stal of boerderij. Vaak staken dan de bovenzijde van de zuilen en de kapitelen nog boven de grond uit. Op sommige prenten van Piransi is dat mooi te zien. Maar met de komst van het toerisme uit Engeland werden ruïnes bezienswaardigheden. De tempels op het forum romanum werden nu volledig uitgegraven en voor zover als mogelijk vrijstaand gemaakt. Er kwam monumentenzorg op gang. Piranesi‘s prenten droegen ertoe bij dat het enthousiasme voor het antieke Rome zich door heel Europa kon verspreiden.

piranesi 1778
uit Vasi, candelabri, cippi … 1778 (detail)

In 1756 werden ruim 250 platen gebundeld in het vierdelige Le Antichità Romane de’ tempo della prima Repubblica e dei primi imperatori. Naast vedute bevatte deze verzameling prenten ook technische tekeningen en platen van ornamenten en archeologische reconstructies. Meestal stonden er informatieve bijschriften onder en in de prent. In de jaren vijftig van de achttiende eeuw verschenen ook de eerste delen van de Encyclopédie, ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers en veel van Piransi‘s archeologische prenten hebben dezelfde uitstraling als de wetenschappelijke gravures uit de Franse Encyclopédie.

Het aantrekkelijke van deze prentkunst is voor mij de combinatie van wetenschap en poëzie. Dit is een verschijnsel dat je in de jaren 1750-1770 vaker tegenkomt. Het dromerige en “vloeibare” van het rococo loopt in deze periode over in het strakke en rationele neo-classicisme. In het werk van Piranesi kom je deze uitersten ook tegen: van de Grotteschi (of Capricci) in zijn vroege werk uit de late jaren veertig (waarin Piranesi nog duidelijk onder de invloed van rococo en Tiepolo staat) tot de objectiverende, technische tekeningen uit zijn laatste werk Vasi, candelabri, cippi, sarcofagi, tripodi, lucerne, ed ornamenti antichi disegnati ed incisi (1778).

webtentoonstelling Piranesi [ socrates.leidenuniv.nl ]