Categorie archief: tekeningen en prenten

het schuim van de droom

rococo, rocaille en de prenten van Jean Mondon le Fils uit 1736

De achttiende eeuw staat bekend als de Eeuw van de Rede. Het is de tijd waarin het absolutisme het uiteindelijk moet afleggen tegen de ideeën van de Verlichting die tenslotte in de Franse Revolutie hun politieke uitwerking krijgen. Tijdens het koningschap van Lodewijk XV raakt het (1715-1774) ancien régime vermolmd en wanneer in 1774 Lodewijk XVI aantreedt, is de Verlichting al tot in de donkerste hoeken van het absolutisme doorgedrongen.

rocaille
de 18e eeuw is niet alleen de Eeuw van de Rede maar ook de Eeuw van de Droom

In de achttiende eeuw ontwikkelt zich uit de zeventiende eeuwse barok een nieuwe stijl. Het is een soort lichte variant, een baroque light. Onder de naam rococo heeft deze stijl in de kunstgeschiedenis een plekje gekregen tussen de barok en het classicisme in het tweede en derde kwart van de achttiende eeuw. Rococo dankt zijn naam aan het rocaille, een schelpmotief. In de ornamentiek van de 16e en 17e eeuw zien we al voorlopers van het rocaille met name in cartouches in de heraldiek.

Prof. dr. J.H. van den Berg heeft er in Metabletica van God op gewezen dat het kwabmotief verwijst naar de vulva. In het rocaille is het in allerlei variaties aanwezig. Rococo was voor de rijken, die zich in een droomwereld uit de grauwe werkelijkheid hadden teruggetrokken. In de paleizen leefde de aristocratie zich uit in een fantasiewereld, die vaak erotisch getint was. De kleuren waren meestal zacht en vrij licht, met een voorkeur voor roze en zacht turquoise.

fresco in St. Nikolaus, GrossaitingenHet is verleidelijk om het kwabornament van het rocaille Freudiaans te interpreteren. Zelf zie ik het rocaille als “het schuim van de droom.” Iedereen die wel eens een kerkje met rococo-interieur in Oostenrijk of het zuiden van Duitsland heeft bezocht, herinnert zich de plafondschilderingen met “medaillons” waarin voorstellingen van heiligen geschilderd zijn. Deze Bild-inslen zijn omzoomd door wit rocaille. Omdat rocaille meestal asymmetrisch is en net als een fractaal breed uitgesponnen is, doet het denken aan opspattend schuim. Een van de mooiste stucwerken uit het rococo vind ik de weißer Saal van Antonio Bossi in de Würzburger Residenz.

Mondon le Fils 1736
weißer Saal van Antonio Bossi, 1744/45

Rocaille komt niet alleen voor in de plastische kunsten maar ook in de schilder- en tekenkunst. Vorige week ontdekte ik een serie gravures uit het boek Quatrieme Livre De Formes Ornées de Rocailles Cartels Figures Oyseaux et Dragons chinois ontworpen door Jean Mondon le Fils in 1736. Tot nu toe heb ik op internet nog weinig over hem kunnen vinden, behalve een aantal fascinerende prenten. Deze laten zien dat de achttiende eeuw niet alleen de Eeuw van het Verstand was, maar ook de Eeuw van de Droom.

Mondon le Fils 1736
Jean Mondon le Fils 1736
(gravure van Antoine Aveline)
Mondon le Fils 1736
Jean Mondon le Fils 1736
(gravure van Antoine Aveline)
Mondon le Fils 1736
Jean Mondon le Fils 1736
(gravure van Antoine Aveline)

Barok en Rococo in Beieren [ W&V ]

trawanten

de ministers van koning Friedrich Wilhelm IV van Pruisen
in de expressionistische film Die Weber (1927)

HauptmannHet toneelstuk Die Weber (1893) van Gerhart Hauptmann werd in 1927 verfilmd. Het verhaal speelt zich af in juni 1844 wanneer er in Sileziëonder de wevers een opstand uitbreekt. In een van de scenes vragen de wevers aan een reservist (Moritz Jäger) die op verlof is, of de koning in Berlijn eigenlijk weet dat zijn onderdanen honger moeten lijden. Moritz is de enige die kan lezen. Hij pakt een krant en leest een bericht voor waarin staat dat de koning en zijn ministers de Schwanenorden nieuw leven hebben ingeblazen. Ze willen de orde inzetten om de armoede in de wereld aan te pakken: de arme bevolking in Afrika zal tot het Christendom bekeerd worden. Maar over het ellendige bestaan van de wevers in Sileziëwordt geen woord gerept.

Friedrich Wilhelm IVTerwijl Moritz het bericht voorleest, zien we in een volgende scene koning Friedrich Wilhelm IV en zijn ministers aan een lange tafel het glas heffen. Hoe voldaan de raadsheren over zichzelf zijn, zien we in de serie close ups. Het zijn stuk voor stuk gluiperds met toegeknepen oogjes en een valse trek om de mond. In de expressionistische film is geen plaats voor subtiliteit. Emoties worden uitvergroot. We zien een soort poppenkast met groteske figuren, uitgesneden langs scherpe contouren.

In de expressionistische film is geen plaats voor subtiliteit. Emoties worden uitvergroot. We zien een soort poppenkast met groteske figuren, uitgesneden langs scherpe contouren.

Deze overdreven manier van voorstellen vormt voor mij de kracht van de expressionistische film. Het concentreert zich op één betekenis. Deze representatie van de werkelijkheid vinden we tegenwoordig onrealistisch, geconditioneerd als we zijn door een ambigue, subtiele en problematische benadering van de werkelijkheid.

portretten uit Die Weber
Ik tekende uit Die Weber wat koppen van ministers na (gewassen inkt op romandruk)

Die Weber werd gemaakt in 1927 tijdens die Goldene Zwanziger. Het socialisme van de Weimar Republiek had afgerekend met het keizerrijk en wees de monarchie ook af. In de Vormärz was de koning van Pruisen in feite een dictator en de ministers waren zijn trawanten. Ze vertegenwoordigden niet het volk maar hun eigenbelang. Dit is precies het beeld dat de scene uit Die Weber ons haarscherp geeft: de trawanten van de koning zijn hypocriete en zelfingenomen gluiperds. Expressionistische schilders als George Grosz en expressionistische filmmakers wisten wel raad met dit soort types.

Die Weber [ de.wikipedia.org ]