über den Aufbruch der Jugend
in den 1950er Jahren
schrijfster Annette Hess over Ku’damm 56
Na de dure en succesvolle UFA-productie Unsere Mütter, unsere Väter brengt de ZDF opnieuw een period piece over jonge Duitsers die inmiddels onze ouders of grootouders kunnen zijn. In Ku’damm 56 gaat het over een moeder en drie dochters. De drie zusjes groeien na de oorlog op in een van de vele vaderloze gezinnen in Duitsland. Moeder heeft een dansschool aan de Kurfürstendamm in West-Berlijn.
Het verhaal brengt allerlei aspecten van de Adenauerzeit bij elkaar: het Wirtschafstwunder, de Oost-Westverhouding én de rock ‘n roll uit Amerika, een voorbode van de seksuele revolutie en de vrouwenemancipatie. Het zou geen Duits drama zijn als de reflectie op de oorlog en het gespleten naoorlogse Duitsland ontbrak.
Zestig jaar later kijken de Duitsers weer als één volk naar hun verleden dat veertig jaar lang in twee delen was opgesplitst: een Amerikaanse en een Russische vazalstaat. De vervreemding tussen beide Duitslanden was in 1956 volop aan de gang. De Berlijnse muur was er nog niet, maar er was in 1953 wel een grote opstand geweest en door het Wirtschaftswunder van Adenauer was de DDR aan het leeglopen. In 1956 keerden de laatste Duitse krijgsgevangen uit Siberië terug. Veel Wehrmachtsoldaten waren tijdens hun krijgsgevangenschap in de Sovjet-Unie overtuigde socialisten “geworden” en vestigden zich in de DDR om een nieuw anti-fascistisch Duitsland op te bouwen.
Ku’damm 56 heeft alles in zich om een klassieker te worden: de positie van de vrouw staat weliswaar centraal, maar er wordt ook een mooi beeld gegeven van de naoorlogse generatie die het zwijgen van de ouders nog niet durfde te verbreken. De Rote Armee Fraktion en de seksuele bevrijding lagen nog te ver in de toekomst. In de Adenauerzeit dompelden de West-Berlijners zich liever onder in zoete pastelkleuren. Het tijdsbeeld in Ku’damm 56 is net als in Der Baader-Meinhof Komplex gründlich gereconstrueerd, met de BMW Isetta in het straatbeeld en de moderne huisvrouw met snelkookpan in de keuken.
Morgenavond om 20.15 op ZDF volgt het derde en laatste deel.
Het boekje Bond by design geeft inkijk ik het production design achter een halve eeuw James Bond films. Een van de beroemdste production designers ter wereld is Sir Ken Adam, geboren als Klaus Hugo Adam in Berlijn in 1921. Met zijn 95 jaar is hij ook een van de oudste production designers ter wereld. Ken Adam ontwierp de decors voor Dr. No, de allereerste James Bond film uit 1962. Daarna ontwierp hij decors voor Goldfinger (1964), Thunderball (1965), You Only Live Twice (1967) en Diamonds Are Forever (1971). Voor de supertanker in The Spy Who Loved Me (1977) liet hij een gigantische sound stage bouwen. De laatste Bondfilm waaraan hij meewerkte, was Moonraker. (1979)
Sir Ken Adam, geboren Klaus Hugo Adam (Berlijn, 5 februari 1921), is een Brits production designer. Hij schreef in de jaren zestig en zeventig filmgeschiedenis met zijn doordachte en extravagante decors voor de vroege James Bondfilms. Hij won twee Oscars en verschillende andere prijzen en werd voor zijn bijdragen aan de filmindustrie en de Anglo-Duitse relaties in 2003 door koningin Elizabeth geridderd. (Bron: nl.wikipedia.org)