Dagelijks archief: donderdag 2 augustus 2018

De salon van 1879 [ 3 ]

gelezen in Écrits sur l’art van Joris-Karl Huysmans
L’Art moderne (1883), Certains (1889) en Trois Primitifs (1905)

HuysmansDeze reeks over de salon van 1879 wordt afgesloten met zes schilders: Edouard Manet, Pierre Auguste Renoir, Pascal Dagnan-Bouveret, Jules Bastien-Lepage, Jean-François Raffaëlli en Pierre Puvis de Chavannes. In zijn verslag maakt Joris-Karl Huysmans er geen geheim van dat hij een hekel heeft aan het werk van de salonschilders. Net als Diderot ruim honderd jaar vóór hem Boucher zag als dé vertegenwoordiger van de slechte smaak (Cet homme a tout, excepté la vérité), zo was Bouguereau voor Huysmans het levende bewijs van zielloze schilderkunst. “Ni muscles, ni nerfs, ni sang.”, oordeelt hij over zijn Venus, een van de pronkstukken van de salon van 1879.

Huysmans voelt zich wel thuis bij schilders als Degas, Manet en Renoir, die tijdens de officiële salon van 1879 vertegenwoordigd zijn. Hij deelt dus de moderne smaak die de onze is geworden. Nog steeds wordt onze visie bepaald door de tegenstelling salonschilders vs. impressionisten. De salonschilders zijn dan door kunstcritici zoals Huysmans al voorzien van labels van afkeuring: gekunsteld, kitsch, fake, glossy, enz… terwijl de impressionisten hun stempel van goedkeuring hebben.

Ooit was dat precies omgekeerd en viel de impressionisten een vette R (van refusées) ten deel. De revolutie die de impressionisten ontketenden had grote gevolgen voor de schilderkunst. In de loop van de twintigste eeuw zou de academische schilderkunst neerbuigend worden behandeld. Over de weergaloze techniek van Cabanel, Gérôme of Bouguereau werd helemaal niet meer gesproken, over het schandaal des te meer. De media gingen een allesoverheersende rol spelen in ons oordeel over kunst.

Manet
Edouard Manet 1879
Dans la serre (Nationalgalerie Berlin)

Op de salon van 1879 hing een schilderij van Edouard Manet dat een van zijn bekendste werken zou worden. Ik zag het voor het eerst in 1985 in de Nationalgalerie in Berlijn, waar het een van de highlights is. Manet was in 1879 al een beroemdheid. Op de salon van 1863 had hij op de Salon des Refusées een schandaal veroorzaakt met zijn Déjeuner sur l’herbe. Hij werd de hoop van een groep jonge schilders die later de impressionisten zouden gaan heten en die zich enorm aangesproken voelden door de directheid en frisheid van zijn werk. Ook Huysmans is geraakt door de frisheid van Manet: “C’est là une oeuvre moderne très attirante, une lutte entreprise et gagnée contre le poncif appris de la lumière solaire, jamais observée sur la nature.”

Renoir
Pierre Auguste Renoir 1879
Madame Georges Charpentier en haar dochtertjes
(Metropolitan Museum New York)

Ook Pierre Auguste Renoir was in 1879 met een schilderij vertegenwoordigd in de Salon. Zijn grote portret van Mme Georges Charpentier en haar dochtertjes hangt nu in het Metropolitan Museum in New York. “En somme, c’est l’oeuvre d’un artiste qui a du talent et qui, bien que figurant au salon officiel, est un indépendant”, besluit Huysmans. Renoir was als impressionist een onafhankelijke, maar voor verkoop deed hij gewoon mee met de officiële Salon (voor veel van zijn vrienden de vijand!) In 1881 zou hij tegenover de kunsthandelaar Paul Durand-Ruel bekennen: “In heel Parijs zijn er misschien vijftien kunstliefhebbers in staat een schilder te waarderen zonder de Salon. Maar er zijn er 80.000 die niets willen kopen van een schilder die niet op de Salon tentoongesteld heeft. Dat is waarom ik mijn portretten elk jaar stuur. Mijn bijdrage aan de Salon is volledig vanuit commercieel oogpunt. Het is net als met sommige medicijnen: baat het niet, dan schaadt het niet.”

Dagnan-Bouveret
Pascal Dagnan-Bouveret 1879
Une noce chez un photographe

Het schilderij van Pascal Dagnan-Bouveret is een eigentijds tafereel: een bruidegom en zijn bruid laten zich fotograferen bij de plaatselijke fotograaf. De familie is meegekomen, want in 1879 was een fotografie nog iets bijzonders en de fotograaf nog een soort tovenaar. Het schilderij lijkt in zijn alledaagsheid zelf wel een kiekje, maar Huysmans merkt terecht op dat het slecht geschilderd is: “J’avoue tout d’abord que c’est médiocrement peint.”

Bastien-Lepage
Jules Bastien-Lepage 1879
Portret van Sarah Bernhardt

Het portret van de actrice Sarah Bernardt door Jules Bastien-Lepage kan Huysmans niet echt bekoren: “M. Bastien-Lepage, dont le portrait de Mlle Bernhardt semble peint à la loupe et exécuté à petites lèches sur une plaque d’ivoire, ne ferait pas mal de regarder l’oeuvre de M. Fantin-Latour.”

Raffaëlli
Jean-François Raffaëlli 1879
Voddenman

Bovenstaande aquarelle-gouache van Jean-François Raffaëlli spreekt Huysmans erg aan. “Voilà donc enfin une oeuvre qui est vraiment belle et vraiment grande!” We weten uit een interview dat Jules Huret in 1890 met J-K.Huysmans had, dat hij in zijn werkkamer een aquarel van Raffaëlli aan de muur had hangen. Na zijn kennismaking tijdens salon van 1879 met bovenstaande Chiffonnier van Raffaëlli is hij mogelijk zijn werk gaan verzamelen of is hij met deze kunstenaar bevriend geraakt.

Puvis de Chavannes
Pierre Puvis de Chavannes 1879
Drie meisjes aan het strand

Tenslotte een werk van Pierre Puvis de Chavannes. Huysmans zou in de jaren tachtig veelal geassocieerd worden met het symbolisme waarvan Puvis de Chavannes een vertegenwoordiger was. Voor Gustave Moreau en Odillon Redon zou Huysmans meer waardering hebben, maar hij geeft toe dat Puvis de Chavannes talent heeft:“ça agace, comme d’habitude, avec ses prétentions à la naïveté et son affectation du simple; et cependant, si incomplet qu’il puisse être, ce peintre-là a du talent.”

Tot zover dit drieluik over de Salon van 1879. Een volgende keer de Salon van 1880, waar Huysmans ook verslag van deed. Deze verslagen werden in 1883 gebundeld in l’Art Moderne.

de Salon van 1879 | Huysmans [ nl.wikipedia.org ]