Johannes Cassianos is in het westen vooral bekend geworden om zijn werk de Institutiones dat hij omstreeks 425-28 in Marseille schreef op verzoek van de bisschop Castor van Apt (Provence). Benedictus van Nursia zou een eeuw later veel aan dit werk ontlenen, bij het opstellen van zijn monniksregel. De Institutiones bestaan uit twaalf boeken die verschillende aspecten van het monniksleven beschrijven. De eerste vier boeken gaan over de buitenkant: de kleding, het officie, de psalmodie en wereldverzaking. De acht overige boeken behandelen ieder een van de acht boze geesten die zijn leermeester Evagrios voor het eerst van elkaar heeft onderscheiden. In de Philokalia zijn twee teksten van Johannes Cassianos opgenomen. De eerste tekst over de acht boze geesten is door de samensteller de hl.Nikodimos van de Heilige Berg overgenomen uit de boeken V-XII van de Institutiones
Nu we deze strijd op ons nemen hebben we, eerbiedwaardige vader castor, uw gebeden nog dringender nodig om hun zo subtiele, zo verborgen en zo duistere natuur op te sporen zoals het behoort, en daarna de oorzaken op een bevredigende manier uiteen te zetten, en tenslotte de manier en de middelen om ervan te genezen aan te reiken.
Nederlandse vertaling: Christofoor Wagenaar, ocso
De Institutiones verschenen in een Nederlandse vertaling onder de titel Instellingen, leven en streven van monniken in 1984 als deel 26 in de reeks monastieke cahiers bij de Abdij Bethlehem te Bonheiden (B)
Bron: pigizois.gr