de ogen van Yvonne

gelezen: Tijdloos (2014) de debuutroman van Sybold Deen

tijdloosJe hebt romans die niet alleen een verhaal vertellen maar ook een theorie verkondigen. In de wetenschap van de achttiende eeuw was het gebruikelijk om een wetenschappelijke theorie te presenteren in een dialoogvorm. Zo schreef de Britse empirist George Berkeley in 1714 drie dialogen tussen Hylas en Philonous waarin hij zijn beroemde radicale kerngedachte Esse est percipi (zijn is waargenomen worden) door zijn alter ego Philonous tegenover de materialist Hylas uiteen laat zetten.

Sybold Deen is in zijn debuutroman Tijdloos niet minder radicaal dan Berkeley als hij Sybold tegenover zijn rationele wederhelft Yvonne laat zeggen dat tijd een illusie is en dat alles al gebeurd is. In de dialogen tussen Sybold en Yvonne lijkt ons een wetenschappelijke onderbouwing voor de predestinatie te worden aangereikt. Zo worden de breinmachine van Patrick Haggard, het holografische principe van Gerard ‘t Hooft en de simulatietheorie van Nick Bostrom erbij gehaald.

Hoe meer Sybold en Yvonne in Tijdloos het spoor van de predestinatie gaan volgen (“alles is al gebeurd”) hoe groter hun worsteling wordt. Het is niet alleen de worsteling met het vraagstuk van de (on)vrije wil, maar ook met het harde gelijk van de wetenschap. Het universum van Sybold en Yvonne ligt op het snijpunt tussen de abstracties van de natuurwetenschap en de nabijheid van de geliefde. “Mooie ogen. Ik moet er niet aan denken dat het allemaal niet echt is” zegt Sybold tegen Yvonne.

Het universum van Sybold en Yvonne ligt op het snijpunt tussen de abstracties van de natuurwetenschap en de nabijheid van de geliefde.

Als control freak is Sybold een man van de wetenschap. Hij weet dat de (neuro)wetenschap van de mens een l’homme machine maakt. Of een breinmachine (Haggard). En dat Dick Swaab beweert dat we ons brein zijn. Zou laatstgenoemde, die de ziel “een misvatting” noemt, ook de liefde tot “neuronenactiviteit” reduceren?

Hoewel Tijdloos een flirt maakt met predestinatie en reductionisme, lijkt de roman zich er ook juist tegen te verzetten. Het is namelijk meer dan een wetenschappelijke roman. Het is ook de verwerking van een verloren liefde en leest daarom ook als een heel persoonlijk verhaal. Sybold Deen lijkt op zoek naar de volmaakte synthese tussen verstand en gevoel. Hij probeert beide polen naar elkaar toe te buigen: de breinmachine van Haggard en de ogen van Yvonne.

Deze synthese leidt tot een manier van begrijpen waar de Duitse filosoof Wilhelm Dilthey op wees. Hij zocht naar een methode om de menselijke ervaring te begrijpen en stelde daarbij vast dat de natuurwetenschappen daarvoor niet geschikt zijn. Het kennen van de oorzaak van een ervaring, is iets anders dan het begrijpen van een ervaring. Bovendien veranderen we zelf in het proces van begrijpen. “De natuur verklaren we, het geestelijke leven begrijpen we.” Sybold zou het daar waarschijnlijk mee eens zijn.

Tijdloos is geen evenwichtige roman geworden. Het begint als een scifi verhaal, maar dit breekt met het tweede hoofdstuk af en het wordt eigenlijk niet goed duidelijk waarom. Ook is er weinig dynamiek tussen de karakters. Sybold en Yvonne zijn eerder vehikels voor de persoonlijke queeste van de auteur. En het doorbreken van de derde wand is een techniek die op het toneel of in een film soms werkt, maar die je in een roman beter kunt laten liggen. Toch is Tijdloos een overtuigend debuut. Sybold Deen, onthoud die naam.

sybolddeen.nl | Lycka Till Förlag [ lyckatill.nl ]