de grimlach van Voltaire

Nederlandse vertaling van Dialogues d’Euhémère (1777)
het nut van filosofie door Voltaire

Voltaire met grimlach door HoudonWanneer Voltaire in deze tijd geleefd zou hebben, dan was hij waarschijnlijk columnist of stand-up comedian geweest. Maar in het galante tijdperk was zijn bijtende spot ongewoon. Zo werd hij in 1716 op 22-jarige leeftijd al tot 11 maanden Bastille veroordeeld wegens een satire op de monarchie. Tien jaar later was het weer raak. Voltaire had een machtige edelman, de Chevalier de Rohanwerd beledigd en werd weer veroordeeld, ditmaal werd hij voor drie jaar verbannen naar Engeland. Toen hij in 1729 terugkeerde, kon hij zich een paar jaar inhouden maar in 1734 moest hij alweer zijn biezen pakken wegens zijn kritiek op de overheid en vertrok hij naar Nederland. Voltaire ‘s sarcasme is onsterfelijk geworden en vooral bij de katholieke kerk maakte hij zich voor altijd gehaat. Zo lees ik in het katholieke Leerboek der Algemeene Geschiedenis, Uitgeverij Malmberg uit het begin van de vorige eeuw, het volgende over deze Franse filosoof:

Hij was de vader van het lichtzinnige spotzieke ongeloof
en met een deamonischen haat
tegen het christendom bezield
Voltaire was opgegroeid in de hoogere kringen der maatschappij en daarin behoorde lichtzinnige, niets ontziende spot tot den modetoon. Hij was de vader van het lichtzinnige spotzieke ongeloof en met een deamonischen haat tegen het christendom bezield. “Escrasez l’ infame”. Als mensch en als karakter stond hij zeer laag.” (Bron: Leerboek der Algemeene Geschiedenis, door Jos Kleijntjes S.J.)

de tombe van Voltaire in het PantheonToen Voltaire in 1778 stierf, mocht hij niet in kerkelijke grond begraven worden vanwege zijn kritiek op de Kerk. Het schijnt dat de bisschop van Parijs gezegd zou hebben dat zijn lijk maar op de mesthoop moest worden gegooid. Tijdens het revolutionaire bewind was Voltaire een van de helden van de revolutie geworden en in 1791 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het Pantheon in Parijs, dat inmiddels een tempel van de Rede was geworden. Toen het Pantheon in 1815 weer een kerk werd, liet koning Lodewijk XVIII Voltaire daar rusten, omdat het volgens de reactionaire koning “hem goed zou doen om af en toe een mis te horen”.

Onlangs verscheen bij Uitgeverij Van Gennep een Nederlandse vertaling van Dialogues d’Euhémère uit 1777 dat behoort tot het laatste wat hij aan zijn enorme literaire en essayistische productie heeft toegevoegd. Meer dan 700 werken verschenen in druk en het doornemen van zijn volledige bibliografie neemt op zich al uren in beslag. Deze dialogen kunnen misschien beschouwd worden als Voltaire’s filosofische testament. Net als in Candide uit 1759 voert hij een personage op die door zijn vele reizen wereldwijs is geworden. Bij Voltaire gaat wereldwijsheid samen met verbittering. “Ik heb de halve wereld rondgereisd, en ik heb niets anders gezien dan waanzin, ellende en misdaad.” zegt de hoofdfiguur Euhémère in de dialogen. Voltaire had in zijn beroemde gedicht (1756) over de aardbeving in Lissabon al de goedheid van God betwijfeld en in Candide (1759) stak hij de draak met LeibnizTheodicee die ervan uitgaat dat God de beste van alle mogelijke werelden geschapen heeft. In de Dialogues d’Euhémère draagt hij zijn verbittering tenslotte met een ferme grimlach.

Ik heb de halve wereld rondgereisd, en ik heb niets anders gezien dan waanzin, ellende en misdaad

uit: Dialogues d’Euhémère

Er zijn in deze twaalf dialogen van Euhemeros twee hoofdlijnen te vinden. De eerste zes gaan over vraagstukken van metafysische aard: of er zoiets als een ziel is; of God bestaat en zo ja wie er dan verantwoordelijk is voor alle ellende op aarde. En de laatste zes dialogen gaan over fysica: wat we weten of denken te weten over de kosmos, de aarde, het ontstaan van bergen, over voortplanting en het zich vormen van nieuw leven.
 
Bron: trouw.nl
il faut cultiver son jardin
(je moet je tuin onderhouden)

uit: Candide

Chateau Voltaire te Ferney Voltaire laat zijn hoofdpersoon uit Candide concluderen ‘dat we onze tuin moeten onderhouden’. Toen Candide 250 jaar geleden gepubliceerd werd, was Voltaire juist op een landgoed komen te wonen bij het dorpje Ferney, even ten Noorden van Genève. Door allerlei beleggingen was hij rijk geworden en de seigneur van Ferney liet het bestaande landgoed uitbreiden met akkers en wijngaarden. Dus wist hij zeer goed dat we onze tuin moeten onderhouden. De dorpsbewoners profiteerden van zijn aanwezigheid en honderd jaar na zijn dood zou het plaatsje uit eerbetoon worden omgedoopt in Ferney-Voltaire

Voltaire [ nl.wikipedia.org ] | 533 citaten van Voltaire [ franstalig ] | Institut et Musée Voltaire [ ville-ge.ch ] | Voltaire Foundation | voltaire-integral.com