wereldverbeteraars [ 3 ]

gelezen in: Aardse Machten van Michael Burleigh (2005)
over utopisten uit de 19e eeuw: Fourier (1772-1837)
 

Utopisten in de negentiende eeuw waren idealisten die meenden dat de volmaakte maatschappij bestond. Hun ideeën hoefden “alleen maar“ in praktijk gebracht te worden! Twijfel aan zichzelf leken ze niet te kennen. Bescheidenheid evenmin. De nieuwe mens, de nieuwe religie en de nieuwe wereld begon voor utopisten in hun eigen hoofd. Verblind door een naïef geloof in de vooruitgang en de goedheid van de mens, zagen ze aan de horizon hun schitterende visioen. En alles wat hun utopie in de weg stond, werd gezien als kwaad. Dat kwaad projecteerden ze buiten zichzelf in de oude maatschappij, die tot een nieuwe wereld omgevormd moest worden. Utopisten werden zo de wegbereiders van de totalitaire ideologieën uit de twintigste eeuw.

Aardse MachtenUtopisten geloven dat een harmonieuze wereld mogelijk is. Eén les uit de geschiedenis lijken ze niet te willen trekken, namelijk de les dat de menselijke wil tot macht altijd weer tot chaos, strijd, waanzin en vernietiging leidt. Charles Fourier die in 1772 geboren werd, groeide op in de jaren voor en na de Franse Revolutie. Als jongeman maakte hij al genoeg mee om voor de rest van zijn leven ontgoocheld te zijn over de goede bedoelingen van de mens. Zo moest hij van zijn baas uit commerciële overwegingen eens een grote voorraad rijst vernietigen, terwijl er in het land honger werd geleden. Hij zou er een levenslange afkeer van handel aan over houden. Maar de onrechtvaardigheid en chaos in de wereld ontmoedigden hem niet, maar wakkerden zijn idealisme juist aan.

Charles Fourier werkte een ideale samenleving uit op basis van de menselijke hartstochten. Hij onderscheidde twaalf verschillende hartstochten en leidde daar 810 verschillende karaktertypen uit af. De ideale maatschappij was voor hem georganiseerd in gemeenschappen die hij phalanstères noemde. Dit waren grote gebouwen met meerdere verdiepingen waar in het ideale geval 2000 mensen woonden. Het waren geen communes of pseudo-kloosters waarin iedereen gelijk was, want Fourier geloofde in meritocratie. Niet de ongelijkheid, maar de armoede was voor hem de oorzaak van alle ellende in de wereld.

Ledoux
La Saline royale d’Arc-et-Senans uit 1778 van de utopische architect Claude-Nicolas Ledoux toont verwantschap met de woon- en werkgemeenschappen die Fourier phalanstères noemde.

In de phalanstères zou er nog steeds verschil zijn in positie en inkomen, maar degenen die niet konden werken, zouden een basisinkomen krijgen zodat er geen armoede meer was. De rijken zouden in de bovenste luxe verdiepingen wonen en de minder rijken op de begane grond. Joden werden echter uitgesloten en moesten op aparte boerderijen buiten de phalanstères wonen. Maar Fourier discrimineerde geen vrouwen en homoseksuelen. Hij zag hen als volwaardige individuen, wat voor zijn tijd heel opmerkelijk was. Er is nog nooit één phalanstère echt gerealiseerd. Toch werd er na zijn dood in 1837 wel geëxperimenteerd met zijn gedachtegoed, met name in de Verenigde Staten. Het bekendste project dat gebaseerd was op het utopisme van Fourier, was de Familistère van de Franse industrieel Jean-Baptiste André Godin.

Charles Fourier
Charles Fourier
Goed, het is niet de eerste keer dat God een kleine man heeft gebruikt om de groten te vernederen en een onbekende man heeft gekozen om de wereld de belangrijkste boodschap te brengen.

Charles Fourier over zichzelf

Tijdens zijn leven had Charles Fourier slechts enkele aanhangers. Just Muiron was de belangrijkste; Victor Prosper Considérant heeft een belangrijke rol gespeeld bij het verspreiden van het gedachtegoed van Fourier, met het uitbrengen van het tijdschrift La Phalanstere (vanaf 1832). Na Fouriers dood groeide zijn beweging, het fouriérisme. Vooral in de Verenigde Staten werden gemeenschappen gesticht, die gebaseerd waren op het gedachtegoed van Fourier. Ze waren echter meestal geen lang leven beschoren.
 
Bron: nl.wikipedia.org

charlesfourier.fr | familistere.com