Categorie archief: documentaires

Jongens waren we

zondag gezien op BBC 2: they shall not grow old (2018)

they shall not grow oldZondagavond zond de BBC2 de veelgeprezen film they shall not grow old van Peter Jackson uit. Het is een indrukwekkend document geworden. Neem alleen het begin: we zien een historische opname van opgewekte, vrolijke Engelse soldaten die voorbij de camera marcheren. Er lijkt geen einde aan te komen. Honderden zijn het er, jongens van 19, 20 jaar oud. Alsof ze op weg zijn naar een feestje. Ze hebben er duidelijk zin in. Een groter contrast met wat hen aan de overkant van het Kanaal te wachten staat, is nauwelijks denkbaar.

De beelden zijn flakkerend als de schaduwen in Plato’s grot. Naarmate het beeld dichterbij komt vervaagt het ook. Alsof de onvermijdelijke werking van het geheugen wordt gedemonstreerd: hoe we ook ons best doen om herinneringen uit een ver verleden dichterbij te halen en scherp te stellen, telkens vervaagt het beeld weer en ontglipt ons het verleden. Deze jongens zijn allemaal voorbijgangers, laten hun lach even aan de camera zien en verdwijnen weer uit beeld. Maar het blijven allemaal jongens die nooit oud zullen worden.

they shall not grow old trailer

They shall not grow old [imdb.com]
They Shall Not Grow Old ‘brought the war to life for us’ [bbc.com]

Het laatste restje romantiek

gisterenavond gezien op NPO 2: Een Hollander in Parijs: Ary Scheffer

Ary SchefferAls er aandacht is voor Nederlandse schilders in het Parijs van de negentiende eeuw, dan richt deze zich vrijwel altijd op het belle epoque, het laatste kwart van de negentiende eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Toen begon het spannende avontuur van de moderne kunst: bekende Nederlandse schilders in Parijs waren Jongkind, Van Dongen en natuurlijk Van Gogh. Ook al is dit inmiddels een uitgekauwde geschiedenis, het grote publiek lijkt er niet genoeg van te kunnen krijgen.

Daarom vind ik het een dapper initiatief van de NPO om eens aandacht te besteden aan Nederlandse schilders in Parijs in de eerste helft van de negentiende eeuw. Wat moet het grote publiek zich daarbij voorstellen? Was dat niet de periode van de Biedermeier, van zoete sentimentele plaatjes? En zitten we daar tegenwoordig niet met onze rug naar toegekeerd? Ja, dat klopt. En dat is best wel jammer, want eigenlijk geven we onze ogen dan niet de kans om eens echt te kijken naar de schilderkunst uit de eerste helft van de negentiende eeuw.

Dante en Vergilius
Ary Scheffer 1854
Francesca da Rimini en Paolo Malatesta aanschouwd door Dante en Vergilius (Hamburger Kunsthalle)

Presentator Philip Freriks kan er blijkbaar niet omheen zijn verhaal over Ary Scheffer op te leuken met sappige anekdotes, o.a. over “kakken op een Frans schijthuis rond 1830″ of met kreten als “een man met geheimen” of kwijlerige vragen als “dus hij was best wel een rebel?”. Het is onvermijdelijk dat kunst op televisie zo behandeld wordt. Een programma over Ary Scheffer, die toch vooral bekend geworden is met mierzoete voorstellingen, is een gewaagde onderneming. Daarom wordt er ook een koppeling gemaakt naar de moderne kunst. Pat Andrea legt uit dat Scheffer abstracties, lege ruimten en kleurstellingen gebruikte waarin hij vooruitloopt op de moderne kunst. Gelukkig maar, hadden we bijna iets verkeerds gegeten…

Met Ary Scheffer lopen we het Parijs in waar de rust nog lang niet is weergekeerd. Parijs is in burgeroorlog. En Ary Scheffer bevindt zich in het centrum van de macht. Al beweren de geschiedenisboeken anders, hij was degene die Louis Philippe d’Orleans in 1830 op de troon zette. Scheffer was een uitgesproken persoonlijkheid, en dat staat in schril contrast met zijn mierzoete schilderijen. Kunstenaar Pat Andrea laat zien wat het talent van Ary Scheffer was. In zijn tijd een ware ster, maar nu zo goed als vergeten. Ook de kunst is onderhevig aan modegrillen.
 
Bron: npostart.nl

Hij staat gestandbeeld in Dordrecht [de-maarschalk.blogspot.com]

koningin zoekt boerderij

gisteren gezien op Arte: Marie Antoinette und die Geheimnisse von Versailles

De Zonnekoning was al zeventig jaar dood toen de koningin van Frankrijk, Marie Antoinette, in de tuin van Versailles haar droom liet realiseren: een boerendorpje waar ze zichzelf letterlijk even kon bevrijden van het knellende korset van het protocol. Hier kon ze even vrij adem halen, van een geïdealiseerd boerenleven genieten en met haar koninklijke handen de koeien melken of de (geparfumeerde!) schapen hoeden. Een boerderij op Versailles, Lodewijk XIV zou zich omdraaien in zijn graf.

Hameau de la reine
Hameau de la reine
… ontmoeting tussen rococo en romantiek …

En toch had de stichter van Versailles onbedoeld de aanzet hiertoe gegeven. Hij was de bedenker van een hofcultuur waarin hij de complete adel van Frankrijk in een soort bijenkorf gevangen hield en deze vervolgens om hem heen liet zwermen. Wie het best zijn rol speelde, werd beloond door bijvoorbeeld ‘s morgens aanwezig te mogen zijn tijdens het koninklijk toilet. Er ontstonden ontelbare regels die de etiquette aan het hof bepaalden en waarin iedereen zat ingesponnen. Het korset van de dames was een materialisatie van dat andere korset: de etiquette. Degenen die zich het beste aanpasten, hadden de meeste kansen om op Versailles te overleven én om hogerop te komen.

Deze hofcultuur waarbij alles draaide om de rol die men behoorde te spelen, moest wel tot een heftige reactie leiden. Versailles was in feite een theater en de hovelingen waren de acteurs. De mens zou door een mens in opstand komen tegen dit nepleven. Die mens heette Jean-Jacques Rousseau. De wal had voor hem het schip gekeerd. De Franse cultuur, die inmiddels de toenmalige beschaafde wereld in zijn greep had gekregen, was overgecultiveerd geworden en moest terug naar de natuur.

Het appèl van Rousseau vond overal gehoor. In de jaren zeventig van de achttiende eeuw nam zijn invloed steeds meer toe en toen hij in 1778 stierf, brak er een Rousseau-mania uit. Marie Antoinette was toen 23 jaar en al acht jaar gekneed aan het hof van Versailles. Ze droeg belachelijk hoge kapsels die in de tweede helft van de jaren zeventig mode waren geworden. De rol van koningin die ze vanaf 1775 moest spelen, was de hoogste rol die er voor een vrouw was en dus een voorbeeld voor alle andere vrouwen aan het hof.

In 1775 had ze van haar gemaal Lodewijk XVI het Petit Trianon cadeau gekregen, een klein paleisje dat op afstand lag van het grote paleis van Versailles. Door zich daarin terug te trekken, kon ze ook afstand nemen van alle etiquette waarin het leven aan het hof van Versailles verstrikt was. Na 1780 ging er een andere wind waaien. De ideeën van Rousseau en andere Verlichtingsdenkers kregen steeds meer invloed. Ook de koningin van Frankrijk wilde terug naar de natuur.

Marie-Antoinette
Op een portret uit 1783 dat Elisabeth Vigée-Lebrun van Marie-Antoinette schilderde, draagt de koningin een jurk van dunne stof, een hoed van stro en misschien wel het opvallendst van alles: ze draagt geen juwelen. Dit portret is een statement waarmee de koningin wil laten zien dat ook zij een volgeling van Rousseau wil zijn: terug naar de natuur.

De afkeer van het protocol aan het hof van Versailles en de terugkeer naar de natuur zouden er komen. Rond 1785 werd achter het Petit Trianon een Engelse tuin aangelegd met daarin een pittoresk boerendorpje. Het telt een tiental huizen waaronder een watermolen (die verder geen functie heeft), een schapenstal en een boerderij. Of Marie-Antoinette nu een authentiek mens was geworden, valt te betwijfelen. Ze speelde nu gewoon af en toe ook een andere rol, die van boerin.

Hameau de la reine
Hameau de la reine
Den Höhepunkt ihres Gestaltungswillens und ihrer Sehnsucht nach Privatsphäre bildet das tief im englischen Landschaftsgarten verborgene Hameau – von außen ein beschauliches Bauerndörfchen, doch im Inneren ein echtes Schmuckstück. In gerade einmal 20 Jahren hat Marie Antoinette Versailles ihre ganz persönliche Prägung verliehen: Zwar wurde das Schloss von Ludwig XIV. erbaut, doch die Innenarchitektur trägt die Handschrift der Königin. Nach der Revolution begann der Zahn der Zeit am Hameau de la Reine zu nagen. Nach umfangreichen Restaurierungsarbeiten ist er nun in alter Pracht wiedererstanden und erstmals seit dem 18. Jahrhundert der Öffentlichkeit zugänglich. Kunsthandwerker legen im restaurierten Hameau letzte Hand an, Möbel und Nippes finden ihren ursprünglichen Platz. Aus dem Halbdunkel beobachtet eine einsame Marie Antoinette das Geschehen. Der letzten Königin von Frankreich wurde zum Verhängnis, dass sie ihrer Zeit voraus war und für sich das Recht auf Glück in Anspruch nahm.
 
Bron: arte.tv
Hameau de la reine
Hameau de la reine

goede smaak

gisteren gezien op Arte: Der erotische Blick – Johann Winckelmann
documentaire van Christian Feyerabend over “de vader van de archeologie”

WinckelmannDe Frans-Duitse zender Arte legt vaak het Frans-Duitse cultuurverschil bloot. In de documentaire Der erotische Blick – Johann Winckelmann die gisterenavond te zien was, kwamen een Duitse en een Franse kunsthistorica aan het woord. In Duitsland wordt Winckelmann in de eerste plaats gezien als kunsttheoreticus en als de vader van de archeologie, maar in Frankrijk staat hij vooral bekend als een politiek denker.

Dit verschil heeft alles te maken met de invloed van de klassieke oudheid op de kunst en politiek in de tweede helft van de achttiende eeuw. Winckelmann propageerde de kunst van de antieken en zag deze als superieur. De geest van de klassieke kunst vatte hij krachtig samen in de oneliner edele eenvoud, stille grootsheid. Het rococo van zijn tijd was daar ver van afgedwaald en getuigde volgens Winckelmann niet van goede smaak. Om weer terug te keren naar de goede smaak moest de kunstenaar zich verdiepen in de klassieke kunst.

Gedanken über die Nachahmung der griechischen Werke in der Malerei und Bildhauerkunst uit 1755 was Winckelmann’s eerste geschrift over zijn esthetische opvattingen en vestigde zijn naam. Het werd een bestseller. Winckelmann had de juiste snaar weten te raken en zijn devies vond overal navolging. Tussen 1770 en 1780 vond er een stijlverandering plaats. De frivole rococo begon langzaam maar zeker plaats te maken voor een strenge en serieuze stijl, het neo-classicisme. In Frankrijk werden de esthetische opvattingen van Winckelmann gehoord door Jacques-Louis David en kregen ze een sterke politieke lading mee.

David 1774
Jacques-Louis David Erasistratos ontdekt welke ziekte Antiochius heeft (1774)
In dit vroege werk van David is duidelijk de overgang van het rococo naar het neo-classicisme te zien. De compositie is nog overvol, de kleuren gloeiend en de posen barok. In de jaren 1780′s zal David zijn sobere en koele stijl vinden.

Op de klassieke kunst van de Romeinen en de Grieken werd ook een vrijheidsideaal geprojecteerd. Toen Winckelmann zijn ideeën begon te verkondigen, was de Verlichting doorgebroken, maar was de staat nog allesbehalve verlicht. De meeste mensen zuchtten nog onder de onderdrukking door het ancien régime. De klassieke kunst fascineerde niet alleen door haar schoonheidsideaal, maar gaf ook hoop. Vergeleken bij het rococo, die de smaak van het hof vertegenwoordigde, leek de klassieke kunst zich niet te richten op aardse genoegens maar op deugden. Jacques-Louis David pakte dat op en zijn schilderijen zouden dit gaan laten zien. Ze zouden het volk gaan onderwijzen in burgerdeugden en het patriottisme aanwakkeren.

Johann Joachim Winckelmann
Geschichte der Kunst des Altertums 1776

Door de invloed van Winckelmann op David en het neoclassicisme, dat de officiële stijl van de Franse Revolutie zou worden, wordt Winckelmann in Frankrijk dus meer gezien als een politieke denker dan als een archeoloog.

Für Winckelmann war die Schönheit schlechthin das Maß aller Dinge, und so wurde er zu einem wahren Meister des guten Geschmacks. Sein wohl bekanntester Spruch lautet: „Edle Einfalt, stille Größe”, und er bewunderte die Kunst der stilsicheren Griechen, nicht zuletzt mit seinem Werk „Gedanken über die Nachahmung der griechischen Werke in der Malerei und Bildhauerkunst” (1755). So ebnete er den Weg für den Klassizismus – seiner Ansicht nach sollten sich die Menschen und die Kunst von Rokoko und Barock distanzieren und vielmehr die griechische und römische Antike neu entdecken.
 
Bron: schwaebische.de

paint it black

gezien op Canvas: The Vietnam War
Part 6 – Things fall apart (January 1968 -June 1968)

The Vietnam War DVDOver de eerste zeven jaren (1963-1970) van mijn leven heb ik een idyllisch beeld. Het lijkt alsof alle subpersoonlijkheden in mij stilzwijgend de afspraak hebben gemaakt om dat zo te houden. De jaren zestig als zachte bakermat onder mijn bestaan. En Flower power, the summer of love, hippies en Heintje bevestigen dat. Maar je kunt dit rooskleurige beeld van de sixties eenvoudig binnenstebuiten keren: rassenrellen, Biafra, Noord-Ierland en Vietnam.

Als mijn ouders het over de tweede helft van de jaren zestig hadden, dan spraken ze over “grimmige jaren”. Ze waren toen al te “oud” om de optimistische jongerencultuur nog in zich op te nemen. Laat staan om zich mee te laten slepen door de seksuele revolutie. Maar wel kregen ze veel zwart-witbeelden op hun netvlies. De moord op John F. Kennedy (22 november 1963) en de moord op Martin Luther King (4 april 1968) en Robert F. Kennedy (6 juni 1968). En alle gruwelijkheden uit Vietnam. Vergeleken bij de Tweede Wereldoorlog die ze als kind hadden meegemaakt, kwam het geweld pas na 1965 via de televisie bij de meeste Nederlanders de huiskamer, en dus ook de bovenkamer, binnen.

I look inside myself
and see my heart is black
I see my red door,
I must have it painted black

The Rolling Stones, Paint it black (1966)

De Vietnamoorlog was de eerste “televisieoorlog”. Voor het eerst in de geschiedenis kon het thuisfront de oorlog van dag tot dag op de televisie volgen. Verslaggevers in Vietnam brachten de oorlog in de huiskamer, de comfort zone bij uitstek. Dat bleef niet zonder gevolgen. De protesten waren enorm. Vietnam vormde het keerpunt voor de Verenigde Staten als supermacht. Niet alleen verloor het aan prestige dat het sinds de Eerste Wereldoorlog had opgebouwd, maar de Vietnamoorlog voedde ook een virulent antiamerikanisme dat een halve eeuw later nog steeds niet is uitgewerkt.

Producenten Ken Burns en Lynn Novick werkten tien jaar aan de reeks en laten tachtig getuigen van alle betrokken partijen aan het woord: Amerikaanse veteranen, en militairen en burgers uit Noord- en Zuid-Vietnam. De focus ligt daarbij eerder op gewone mensen die de oorlog van dichtbij hebben meegemaakt, dan op experts en historici.
 
Het productieteam maakte gebruik van 25.000 foto’s en 1500 uur zeldzame en gedigitaliseerde archiefbeelden van over de hele wereld, historische tv-uitzendingen, privéfilms en geheime geluidsopnames van de regeringen Kennedy, Johnson en Nixon. De tijdsfeer wordt daarnaast geëvoceerd met meer dan 100 iconische songs uit die tijd, en met voor de serie geschreven muziek van Trent Reznor en Atticus Ross, alsook van het Silk Road Ensemble met Yo-Yo Ma.
 
Bron: canvas.be

Bron: The Vietnam War [ canvas.be ]

ils ne passeront pas

gisteren gezien op Arte: Verdun van Paul Jankowski (2014)
Verdun
sie werden nicht durchkommen!
Heute ist Verdun Symbol für die industrialisierten Menschen- und Materialschlachten, für die Gräuel, Sinnlosigkeit und Unmenschlichkeit des Ersten Weltkriegs.
Die Hölle von Verdun: Vor über 100 Jahren, am 21. Februar 1916, startete die fünfte Armee des deutschen Heeres den Angriff auf die französischen Stellungen. Ende des Jahres war sie wieder auf ihre Anfangsposition zurückgeworfen. Das zehnmonatige Ringen um die französische Festung Fort Douaumont war eine der blutigsten Schlachten des Ersten Weltkriegs. Ohne die Unterstützung ihrer Verbündeten standen sich die beiden Nationen in einem mörderischen Stellungskrieg frontal gegenüber und bezahlten einen hohen Preis: Mehr als 300.000 Soldaten verloren ihr Leben auf den Schlachtfeldern von Verdun. Heute scheint diese Schlacht absurd. Sie forderte auf beiden Seiten fast gleich viele Menschenleben, ohne militärisch tragfähige Ergebnisse zu erzielen. Doch 1916 fanden die deutschen und französischen Soldaten diese Schlacht nicht sinnlos. Warum waren sie bereit zu kämpfen?
 
Mit Unterstützung des US-amerikanischen Historikers Professor Paul Jankowski von der privaten Brandeis University in Waltham, Massachusetts, ergründet der Dokumentarfilm die Hintergründe. Er fragt nach den politischen Motiven beider Lager, beleuchtet den Kriegsalltag der Soldaten, ihre Träume und Ängste und trennt die Wirklichkeit vom Mythos dieses „Duells vor den Augen der Welt“, wie der Lyriker und Philosoph Paul Valéry (1871-1945) die Schlacht von Verdun einst beschrieben hatte. Warum haben sich Deutsche und Franzosen damals bekämpft? Aus Nationalismus? Aus Kriegsroutine? Oder waren es andere Gründe? Heute ist Verdun Symbol für die industrialisierten Menschen- und Materialschlachten, für die Gräuel, Sinnlosigkeit und Unmenschlichkeit des Ersten Weltkriegs. In dem ehemaligen Kampfgebiet liegen 40 französische und 30 deutsche Soldatenfriedhöfe. Insgesamt 170.000 Gefallene sind dort begraben.
 
Bron: arte.tv

Verdun, de grootste veldslag aller tijden [ wereldoorlog1418.nl ]

Balfour Declaration 1917

gezien op BBC 2: This World The Balfour Declaration
Britain’s Promise to the Holy Land met Jane Corbin

Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat de Engelse minister van Buitenlandse Zaken James Balfour (1848-1930) een korte brief schreef die enorme gevolgen zou hebben. Deze brief is bekend geworden als de Balfour Declaration. De explosieve kern “a national home for the Jewish people” ligt aan de basis van het Arabisch-Israëlische conflict.

Balfour Declaration
Balfour Declaration 2 november 1917

Er is veel gespeculeerd over het motief van de toenmalige Engelse minister van Buitenlandse Zaken. In november 1917 stond Engeland er in de Eerste Wereldoorlog beroerd voor. Na de Slag aan de Somme (1916) was de Slag bij Passendale (1917) geëindigd in een debacle. De oorlog had Engeland uitgeput, niet alleen mentaal maar ook financieel. Omdat Balfour zijn brief adresseerde aan Lord Lionel Walter Rothschild (1868-1937) neemt men meestal aan dat Engeland dringend kapitaal nodig had en dat de bekende joodse bankiersfamilie daarin tegemoet kon komen. Lord Rothschild was een van de leiders van de Joodse gemeenschap in Engeland. De Balfour Declaration was een overwinning voor Chaim Weizmann die intensief gelobbyd had voor de zionistische zaak.

Het meest opvallende van de The Balfour Declaration is dat er niet gerept wordt over een Joodse staat, maar over “een nationaal thuis”. Balfour wist dat de Joodse nationalisten streefden naar een eigen natiestaat in Palestina. Engeland was in 1917 nog in strijd tegen het Osmaanse Rijk en had de Arabieren als bondgenoot nodig. Met openlijke steun aan het zionisme zou Engeland het Midden-Oosten in brand steken. Daarom dekte Balfour zich in met de term “thuis” in plaats van “staat”. Daarmee schoffeerde hij niet alleen de Arabieren maar ook de Fransen. Want zijn briefje aan de Joodse gemeenschap in Engeland was in strijd met eerdere afspraken die Engeland gemaakt had met de Arabieren en de Fransen. En tenslotte verraadde hij ook de zionisten, omdat hij bewust onduidelijk was gebleven en slechts suggereerde de Joden een eigen natiestaat te geven.

De korte brief staat aan het begin van een geweldsspiraal zonder einde. Engeland ontdekte al gauw dat Palestina niet bepaald het land van melk en honing was. De Engelsen moesten in de jaren twintig en dertig steeds vaker Arabieren en Joden uit elkaar houden. Ze probeerden te de-escaleren en boven de partijen te staan. Door deze houding werden ze tenslotte door beide partijen ervan beschuldigd te heulen met de vijand en werd zo tenslotte zélf doelwit. Steeds vaker werden Engelsen gedood door Arabische of Joodse terroristen. Aan het einde van de jaren Engeland was Palestina liever kwijt dan rijk. Toen kwamen de Tweede Wereldoorlog en de holocaust.

BBC reporter Jane Corbin volgt in hoofdlijnen de ontwikkelingen die leidden tot de oprichting van de staat Israël in 1948. De vier oorlogen met de Arabische wereld die volgden in 1948, 1956, 1967 en 1973 maakten het conflict alleen nog maar dieper. Hoewel de Camp David-akkoorden in 1978 en de Oslo-akkoorden in 1993 lichtpuntjes waren, is de situatie nog altijd uitzichtloos. Zolang extremisten aan beide zijden alleen hun eigen vrede willen, blijft het conflict zich voortslepen.

100 years ago, just 67 words on a single sheet of paper lit a fire in the Holy Land, igniting the most intractable conflict of modern times. The Balfour Declaration was the first time the British government endorsed the establishment of ‘a national home for the Jewish people’ in Palestine. While many Palestinians see it as a betrayal, many Israelis believe it was the foundation stone of modern Israel and the salvation of the Jews.
 
The legacy of the declaration is one that BBC reporter Jane Corbin has watched unfold over the last 30 years – charting the conflict on both sides. But it is also a story that Jane has a personal connection to. One of her own ancestors, Leo Amery, a British politician and Cabinet minister, played a key part in drafting the original declaration and then oversaw Britain’s governance of Palestine in the 1920s.
 
Now, on a journey starting in her home village, Jane explores what Leo did and whether the aspirations of The Balfour Declaration – for both sides to live peacefully and prosper together – were doomed to inevitable failure or if there is still hope of a peaceful solution in the Holy Land?
 
Bron: bbc.co.uk