Dagelijks archief: zaterdag 10 februari 2018

nieuwe rook [ 5 ]

zondag 4 februari gezien in Museum De Fundatie:
Dromos – Neo Rauch – schilderijen 1993-2017

Hoewel ik zijn werk al kende van afbeeldingen, heb ik afgelopen zondag voor het eerst bewust de schilderijen van Neo Rauch goed kunnen bekijken. De vraag of zijn werk goed geschilderd is, is net zo gemakkelijk te beantwoorden als de vraag of Lou Reed goed kan zingen. Het geheel is overtuigend en daar gaat het om. Maar als je klassieke maatstaven hanteert, dan is het erbarmelijk geschilderd.

Iedereen die deze tentoonstelling bezoekt, raad ik aan om op de begane grond de vaste collectie te bekijken. Daar hangt een lang olieverfschilderij uit 1971 van Werner Tübke (1929-2004). Het is een voorstudie voor een wandschildering in de stijl van het sociaal realisme. Als je dit op zijn technische kwaliteiten vergelijkt met het werk van Rauch, is het verschil duidelijk.

Werner Tübke
Werner Tübke detail van een voorstudie voor een muurschildering in de DDR (1971)

Tübke was al zestig toen de muur viel, Rauch nog geen dertig. Na de Wende kon Rauch een volledige draai maken naar de hedendaagse schilderkunst in het vrijde Westen. Maar tijdens zijn studie aan de Hochschule für Grafik und Buchkunst Leipzig in de jaren tachtig kon hij zich al tamelijk vrij ontplooien waarbij hij kon bouwen op het fundament van ambachtelijk schilderonderwijs. Maar Tübke, beslist ook een eigenzinnig kunstenaar, doorleefde met zijn volwassen leven tussen zijn twintigste en zestigste levensjaar de Duitse socialistische heilstaat. Hij bleef de figuratieve schilderkunst gebaseerd op ambachtelijke techniek zijn leven lang trouw.

Neo Rauch
Hohe Zeit 2012

Hohe Zeit (2012) is op het eerste gezicht een landelijke idylle. Er zit een maniëristisch element in de compositie. De centrale figuur met de viool in het midden staat op gelijke hoogte met het gezelschap rechtsonder. Dat werkt vervreemdend. Op een afbeelding wekt het schilderij de indruk tamelijk ambachtelijk geschilderd te zijn. Zogenaamde “flat colors” verwijzen naar de populaire plaatjescultuur.

Neo Rauch draagt het mee in zijn naam en wordt vaak met een neostijl geassocieerd. Je kunt zijn persoonlijke stijl neosurrealisme noemen, maar zeker ook neomaniërisme en in sommige gevallen zelfs neorococo. Nu hangen surrealisme (20e eeuw), rococo (18e eeuw) en maniërisme (16e eeuw) ook duidelijk samen. Deze stijlen hebben een voorkeur voor vervreemding en verwijzen vaak naar de droom. Ook balanceren maniërisme en surrealisme graag langs het randje van de afgrond en zoeken ze geregeld de nachtmerrie op, in tegenstelling tot het rococo dat juist wil behagen. Deze dubbelheid heeft het werk van Neo Rauch ook: het bedwelmt je met een wolk parfum in je gezicht maar tegelijkertijd opent het een afgrond.

Rauch zegt over deze “afgrond”: “Das kann kunst leisten. Aber sie sollte niemals den Sprung wagen über die Bruchkante hinaus. Hand in Hand mit dem Betrachter. Sie sollte ihm den Abgrund zeigen un ihn dann umarmen und ihn zurückführen in gesicherte Gefilde.”

Neo Rauch
Hohe Zeit 2012 (detail)

Wanneer we gaan inzoomen zien we dat de figuren slordig geschilderd zijn. Rauch schildert met olieverf maar is dit materiaal naar klassieke maatstaven onwaardig. De verf ligt erop als gekleurde modder. Wanneer we het van nog dichterbij bekijken, dan valt op hoe cynisch het geschilderd is. Het is duidelijk dat Rauch zich hierin geconformeerd heeft aan de hedendaagse westerse schilderkunst van de jaren tachtig met zijn postmodernen en nieuwe wilden.

Neo Rauch
Hohe Zeit 2012 (close up)

In de meeste andere schilderijen tref je deze uiterst cynische verfbehandeling ook aan. Bijvoorbeeld in Hüter der Nacht uit 2014. Hieronder in het geheel, daaronder detail en tenslotte een close up.

Neo Rauch
Hüter der Nacht 2014
Deze dubbelheid heeft het werk van Neo Rauch ook: het bedwelmt je met een wolk parfum in je gezicht maar tegelijkertijd opent het een afgrond.
Neo Rauch
Hüter der Nacht (detail)
Neo Rauch
Hüter der Nacht (close up)
Das kann kunst leisten. Aber sie sollte niemals den Sprung wagen über die Bruchkante hinaus. Hand in Hand mit dem Betrachter. Sie sollte ihm den Abgrund zeigen un ihn dann umarmen und ihn zurückführen in gesicherte Gefilde.

Neo Rauch

Neo Rauch [4]