Dagelijks archief: woensdag 7 februari 2018

Natasja’s Dans [ 1 ]

gelezen in Natasja’s Dans (2003) van Orlando Figes
hoofdstuk 2: Kinderen van 1812

Natasja's dansMijn oude schoolvriend André Wierenga raadde mij onlangs dit boek aan van de Engelse historicus Orlando Figes. Ik was zijn boek over de Krimoorlog aan het herlezen, maar nu ben ik toch begonnen aan zijn culturele geschiedenis van Rusland die hij in 2002 publiceerde. Heerlijk! Opnieuw bijna 600 pagina’s Figes in het vooruitzicht, als een maagdelijke besneeuwde Russische steppe voor mij. Ik besloot mijn eerste voetstappen te zetten in het tweede hoofdstuk: Kinderen van 1812. Die keuze was niet zo moeilijk omdat ik van Figes collega Adam Zamoyski al het vuistdikke boek gelezen heb over Napoleon’s veldtocht naar Rusland. Over de decembristenopstand heeft Zamoyski ook al geschreven in De Fantoomterreur. “Kinderen van 1812″ gaat dus over een episode van de Russische geschiedenis waar ik al het een en ander van weet.

De bloei van de Russische cultuur in de negentiende eeuw is ondenkbaar zonder Napoleon’s veldtocht naar Rusland. De “Kinderen van 1812″ legden de basis voor de zogenaamde Russische renaissance. De verschrikkingen van 1812 hadden toch ook een positieve kant. Doordat de geest van de Franse Revolutie definitief ook Rusland bereikt had, begon de Russische samenleving te ontwaken. Figes beschrijft het conservatisme van de Russische aristocratie. Deze was volledig Frans georiënteerd. Men las Franse schrijvers en men sprak Frans aan het hof en in de hogere kringen. Omdat officieren in het leger allemaal van adel waren, werd in het Russische leger ook Frans gesproken. Maar de veldtocht van 1812 zou alles veranderen. Frankrijk was niet langer de hoeder van de Russische aristocratie maar de vijand!

Gewone soldaten waren bijna zonder uitzondering ongeletterde lijfeigenen, die door de officieren niets meer waren dan menselijke beesten. De oorlog van 1812 schakelde het lot van de officieren en soldaten, dus van aristocraten en lijfeigenen, gelijk. Officieren ontdekten dat lijfeigenen mensen bleken te zijn. En lijfeigenen ontdekten dat officieren ook hele gewone mensen waren. In 1812 ontwaakte de Russische ziel zou je bijna kunnen zeggen. De idealen van “vrijheid, gelijkheid en broederschap” zorgden ervoor dat er een Russisch nationalisme ontwaakte. Officieren gingen in het leger Russische woorden gebruiken om hun soldaten dieper aan te kunnen spreken. Sommigen van deze officieren zouden in 1825 verantwoordelijk zijn voor de opstand tegen de omstreden tsaar Nicolaas I.

Maar met “Kinderen van 1812″ bedoelt Figes zeker ook de kunstenaars die de Russische ziel aanschouwelijk en hoorbaar maakten. In de allereerste plaats was dat natuurlijk Aleksandr Poesjkin (1799-1837). Aan hem is het te danken dat het Russisch de gemeenschappelijke taal wordt van alle Russen, van adel én lijfeigenen, ook al waren die laatsten bijna altijd analfabeet. Maar Poesjkin richtte zich ook naar hen. De Russische cultuur veranderde van een soort dépendance van Frankrijk in een eigen cultuur. Voor 1812 was het voor een aristocraat onmogelijk om kunstenaar te zijn. De adel was voorbestemd voor staatsdienst, moest zijn leven geven aan de Russische staat. Door de veldtocht van Napoleon zou dat gaan veranderen. De gewone Rus moest nog altijd kruipen, maar begon zich bewust te worden van zijn lot. In Gribojedovs drama Lijden door verstand uit 1823 zegt Tsjatski: “Ja, dienen graag, maar nooit kruipen leren.”

Ja, dienen graag,
maar nooit kruipen leren.

uit “Lijden door verstand” (1823)

Natasja’s dans is een monumentale cultuurgeschiedenis van Rusland vanaf circa 1770 tot circa 1970, waarbij vooral literatuur en muziek en in iets mindere mate schilderkunst en beeldende kunst aandacht krijgen. De titel, ontleend aan een scène in Tolstojs Oorlog en vrede, is een soort zinnebeeld voor ‘de ziel en identiteit van het Russische volk’; Figes tracht die in het boek te definiëren als een mengeling van de Europese elitecultuur (Sint-Petersburg) en de meer Oosters gewortelde boerencultuur (Moskou), alsook de voortdurende spanning tussen beide. Figes probeert ook te verklaren waarom literatuur en andere kunstvormen altijd zo’n belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van de Russen; hij ziet met name oorzaken in het altijd ontbroken hebben van (democratische) vrijheidsbeginselen, waardoor kunst telkens de rol kreeg toebedeeld om uitdrukking te geven aan wat er werkelijk onder het Russische volk leefde.
 
Bron:nl.wikipedia.org