Maandelijks archief: november 2019

Gemopper in de kantlijn

gisteren gekocht: Hooligans (1989) van Jan Hendrik van den Berg
metabletisch onderzoek naar de betekenis van Centre Pompidou en Crystal Palace

hooligansSoms koop je wel eens een boek waarin een vorige lezer aantekeningen heeft gemaakt. Meestal is dat hinderlijk, maar soms is het leerzaam en een enkele keer zelfs amusant. De boekverkoper van boekwinkeltjes.nl had mij netjes geattendeerd op “aantekeningen in potlood”. De volgende dag was het boek er al. Het bleek mee te vallen. De aantekeningen zijn in een klein en fijn handschrift (met een scherp geslepen H-potlood gemaakt) zodat ze tijdens het lezen nauwelijks storend zijn. Hoe ‘fluisterend’ het commentaar visueel ook is, inhoudelijk is het met een vette marker gemaakt. Schreeuwende kritiek genoteerd in een uiterst bescheiden handschrift heeft iets komisch.

De aantekeningen werden misschien wel dertig jaar geleden gemaakt, want Hooligans van Jan Hendrik van den Berg werd gepubliceerd in 1989 (uitgeverij G.F. Callenbach in Nijkerk.) Blijkbaar had deze lezer geen hoge dunk van de metableticus Van den Berg. Dit blijkt al op het titelblad, waar hij achter de naam dr. Jan Hendrik van den Berg geschreven heeft: ‘rechtse rakker, gevaarlijk eenzijdig, bijziend, oppervlakkig, onrechtvaardig, sociale racist – en nog zo wat.’

commentaar
de vorige eigenaar van het boek waarschuwt op het titelblad van Hooligans voor het “weerzinwekkend mens- en wereldbeeld” en de “verderfelijke theorieën” van dr. Jan Hendrik van den Berg.

Het bovenstaande is een voorproefje van wat mijn commentator in de marges van de volgende 230 bladzijden noteert. Zo ontlokt het conservatisme van Van den Berg hem meermalen een spottend ‘ochot!’ Wanneer hij Van den Berg ergens op meent te kunnen betrappen dan staat er: ‘alsjeblieft, de aap uit mouw’. Bij verontwaardiging: ‘Wel ja, toe maar’. En tenslotte laat hij zich kennen als een progressieve moralist: ‘Van den Berg heeft een weerzinwekkend mens- en wereldbeeld. Bovendien bedenkt hij verderfelijke theorieën.’, ‘Heeft Van den Berg sympathie voor bepaalde methoden van Hitler om de minderen en de minsten te laten verdwijnen?’, ‘Van den Berg: dirty mind’, ‘Wat een smeerlapperij’.

Ondanks al dit gemopper in de marge, blijkt het boek Hooligans een interessante cultuurkritische studie over de relatie tussen moderne architectuur en het wegvallen van gezagsverhoudingen in de samenleving. De Hooligans zijn voor Van den Berg voor de cultuur en menselijke waardigheid bedreigender dan de Barbaren dat zijn voor Alessandro Barricco. De laatste, onthoudt zich uit vrees voor cultuurpessimisme van een duidelijke stellingname. Van den Berg schrijft vanuit een dapper conservatisme, waarvoor hij door zijn commentator genadeloos afgerekend wordt.

De Krimoorlog [ 16 ]

Deze maand gelezen: Sebastopol vertellingen (1855) van Tolstoj

De derde en laatste vertelling van Tolstoj over Sebastopol, speelt zich af in augustus 1855, een maand voor de val van de Russische havenstad. Het is het verhaal van de broers Mikhail en Vladimir Semjonytsj Kozeltsov. Met het gegeven van twee broers voegt Tolstoj een extra dimensie toe aan de gruwelijke setting die Sebastopol tijdens het beleg van 1854 en 1855 vormde. Natuurlijk versterkt het de dramatiek, maar met de twee broers brengt Tolstoj juist ook veel tederheid en psychologie zijn vertelling binnen.

De hel van Sebastopol
Dante had zijn inferno opgebouwd als een trechter van concentrische ringen en deze waren gerangschikt volgens een hiërarchie van verschrikkingen. De aardse hel van Sebastopol bestond in zekere zin ook uit concentrische ringen in een toenemende graad van pijn en dodelijkheid. Alleen was het hier precies omgekeerd: het dieptepunt van de hel bevond zich niet in het centrum maar aan de randen van de stad. Bastion 4, het meest vooruitgeschoven bolwerk, gold als het gevaarlijkste. Degenen die dit bastion binnen gingen konden “alle hoop laten varen”.

SebastopolLuitenant Mikhail Semjonytsj Kozeltsov, gedeeltelijk hersteld van zijn verwondingen, keert vanuit Simferopol weer terug naar de loopgraven van Sebastopol. Onderweg loopt hij zijn jongere zeventienjarige broer Wladimir tegen het lijf. Wladimir, zo schrijft Tolstoj, “leek veel op zijn broer Mikhail, maar dan zo als een uitbottende knop op een uitgebloeide roos lijkt.” Boven zijn lippen groeide wat licht donshaar. Russen hebben de gewoonte elkaar te noemen met de naam van hun vader als tweede naam en gebruiken vaak ook een koosnaam om genegenheid uit te drukken. “De oorlog is anders dan jij denkt, Wolodja” zegt zijn oudere broer wanneer ze elkaar op weg naar Sebastopol onverwacht ontmoeten. “Het woordje ‘Wolodja’ ontroerde de jongste broer.”

Tolstoj beschrijft de psychologische dimensie van de oorlog, zoals hij twintig jaar later in zijn magnum opus Oorlog en Vrede opnieuw zou doen. De jongste broer wil graag dapper zijn maar loopt tot zijn schaamte tegen zijn angst aan. Hij probeert dit tegenover zijn oudste broer, die wel frontervaring heeft, te verbergen. Hij verwijt zichzelf dat hij een lafaard is, want zijn angst is veel groter dan zijn voornemen om een held te zijn. Tolstoj fileert het heldendom genadeloos, met name onder officieren. En toch bespeurt hij “een wil tot dapperheid”, met name onder gewone soldaten, die grenst aan het heroïsche. Dit is echter een heroïek ondanks onszelf. In het gebed van Wladimir Kozeltsov geeft Tolstoj een heel persoonlijke en universele uitdrukking aan de wil om dapper te zijn:

“Hij wierp zich op zijn knieën, sloeg een kruis en vouwde zijn handen zo samen, als hij dat in zijn jeugd had geleerd. Dat gebaar gaf hem een lang vergeten gevoel van gelukzaligheid. “Als ik moet sterven, als het nodig is dat er een eind komt aan mijn leven, laat dat dan gebeuren Heer”, dacht hij, “en laat het dan zo snel mogelijk gebeuren; en als daarvoor dapperheid en vastberadenheid nodig zijn – die ik niet heb – geef me die dan, maar bewaar me voor de schande en smaad die ik niet kan verdragen, en leer mij, wat mij te doen staat om Uw wil te vervullen.” Zijn kinderlijke, angstige, kleine ziel was plotseling volwassen geworden, zag alles duidelijker en een nieuwe brede, lichtere horizon tekende zich af.
…en als daarvoor dapperheid en vastberadenheid nodig zijn – die ik niet heb – geef me die dan, maar bewaar me voor de schande en smaad die ik niet kan verdragen, en leer mij, wat mij te doen staat om Uw wil te vervullen.

Pruikentijd op Prime Time

gezien op ZDF: Terra X – Ein Tag in Paris 1775 Ein Tag im Leben
des Perückenmachers Léonard Minet van Jochen Ruderer en Sigrun Laste

MinetHoewel Robespierre na 1789 een pruik bleef dragen, maakte de Franse Revolutie abrupt een einde aan de pruikentijd. De pruik gold voor het revolutionaire Frankrijk als hét symbool van het decadente ancien régime. Een florerende bedrijfstak, met name in Parijs (rond 1775 waren er meer dan 800 ateliers waar pruiken gefabriceerd werden), ging na 1789 vrijwel geheel verloren. Het docudrama Ein Tag in Paris 1775 – Ein Tag im Leben des Perückenmachers Léonard Minet dat het Duitse ZDF in februari van dit jaar uitzond, draait de klok terug naar 1775. We volgen een dag lang de fictieve pruikenmaker Léonard Minet.

Paris in 1775
still uit Ein Tag in Paris 1775 – Ein Tag im Leben des Perückenmachers Léonard Minet in februari 2019 uitgezonden op het ZDF

Historici, antropologen én pruikenmakers geven daarbij commentaar zodat we een prima indruk krijgen van de pruikenmakersbranche aan de vooravond van de Franse Revolutie. De makers hebben waarschijnlijk bewust voor het jaar 1775 gekozen. Lodewijk XVI was het jaar daarvoor zijn grootvader Lodewijk XV opgevolgd als koning van Frankrijk. Hij resideerde net als zijn voorgangers in het Château de Versailles. De hofcultuur had daar een graad van decadentie bereikt, die zich rond 1775 vooral zou uiten in de extravagante dameskapsels.

Ein Tag in Paris 1775

Der Terra X-Film Ein Tag in Paris 1775 schildert den Alltag des jungen Perückenmachers Léonard Minet, der gegen das starre Klassendenken rebelliert und heimlich Damenfrisuren kreiert. Zur Zeit des Ancien Régime gilt es selbst in der Modestadt Paris für einen Friseur als unschicklich, einer Frau die Haare zu machen. Den talentierten Léonard Minet (Max Hegewald) kümmert das nicht. Der Film erzählt, wie es ihm gelingt, Hoffriseur von Versailles zu werden. (Bron: crush.de)

Ein Tag in Paris 1775 [zdf.de/dokumentation/terra-x]