Die Welt als Brahman und Maya

gelezen: hoofdstuk 14 in de biografie van Schopenhauer

SchopenhauerDe Duitse pessimistische filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) was tweehonderd jaar geleden een early adopter van de oosterse mystiek. Hij maakte kennis met het oud-Indische gedachtegoed in zijn Dresdener jaren (1814-1818) door een Latijnse vertaling van de Upanishaden. Rüdiger Safranski beschrijft in zijn biografie Schopenhauer – de woelige jaren van de filosofie hoe de 27-jarige Schopenhauer in Dresden aan het broeden was op zijn filosofie die hij in zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung in 1819 zou presenteren. Maar pas na 1850 zou zijn filosofie inslaan als een bom en grote invloed hebben, o.a. op het denken van Nietzsche.

Große Meißner Gasse 35
Van 1814 tot 1816 woonde Schopenhauer in deze “woonkazerne” aan de Große Meißner Gasse 35 in Dresden. Hier ontstond het concept voor zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung.

Net als zijn tijdgenoten, de Duitse idealisten Schelling, Fichte en Hegel, verwerkte Schopenhauer de filosofie van Immanuel Kant, die in 1781 met zijn Kritik der reinen Vernunft een aardverschuiving in de filosofie teweeggebracht had. Kant had tegenover de wereld der verschijnselen het zogenaamde Ding an Sich geïsoleerd. Het Ding an Sich is geen synoniem van het object dat in het empirisme traditioneel tegenover het menselijk subject wordt geplaatst. Over de wereld an Sich, zoals deze buiten de menselijke waarneming bestaat, daarover valt niets te zeggen. Daar waren de filosofen na Kant het niet helemaal mee eens. De blinde vlek die Kant midden in de menselijke kennis had geplaatst werd door het zogenaamde Duitse idealisme grondig overwogen. Kant zag het Ding an Sich overigens niet als blinde vlek in de menselijke kennis, maar als een oceaan die de menselijke kennis aan alle kanten omringt. Hij verklaarde deze oceaan tot het domein van het geloof.

Door het Ding an Sich te isoleren van de wereld der verschijnselen had Immanuel Kant de Duitse filosofie na hem de diepte ingejaagd.

Door de grenzen van de menselijke kennis zo haarscherp in kaart te hebben gebracht, moesten de filosofen na Kant zich wel gaan bezighouden met het jenseitige. Het transcendentale onderzoek van Kant werd voortgezet en de Duitse filosofie betrad rond 1800 het terrein van de mystiek. Ruim honderd jaar later zou Wittgenstein schrijven dat we moeten zwijgen over de dingen waarover we niet kunnen spreken, maar zover was het rond 1800 nog niet. Fichte trad het eerste in de voetsporen van Kant en schreef geheel in de geest van de beroemde filosoof uit Königsberg een tekst waarmee hij in één klap zelf ook beroemd werd. Dat kwam omdat deze tekst anoniem werd gepubliceerd en de lezers meenden dat Kant deze tekst geschreven had. Maar Kant was zelf ook onder de indruk. Fichte introduceerde het “ik” in de moderne filosofie.

Schelling en Fichte gebruikten het begrip “intellectuele aanschouwing”. Safranski schrijft: “De intieme relatie met de werkplaats van de gedachten opent voor ons de poort naar het geheim van de wereld.” Schelling zag voorbij het “ik” van Schelling nog een dieperliggende grond die hij “natuur” noemde. Voor de jonge Schopenhauer waren Fichte en Schelling nog steeds te intellectueel bezig. Hij zocht het Ding an Sich in het primaat van de ervaring waar de intellectuele aanschouwing niet kan doordringen.

Oupnek'hatHoe kwam Schopenhauer de grond van alle dingen op het spoor? Hoe is de wereld voorbij alle voorstellingen die wij van de wereld maken? De Oupnek’hat, de Latijnse vertaling van de Upanishaden door de Fransman Abraham Hyacinthe Anquetil-Duperron (1731-1805) gaf Schopenhauer in 1815 het antwoord. De heilige boeken van het hindoeïsme noemen de wereld der verschijnselen Maya. Door onze zintuigen zijn wij verstrikt in de webben van Maya en de wereldziel, de essentie van de wereld, houdt zich voor ons verborgen. De wereldziel wordt in de Upanishaden aangeduid met Brahman. Schopenhauer noemde zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung maar had het voor hindoes een andere titel kunnen geven: Die Welt als Brahman und Maya

Maya (Sanskriet; oorspronkelijke betekenis: illusie) is een begrip uit het hindoeïsme en het boeddhisme, dat vertaald kan worden als “sluier van illusies”. Beide religies wijzen erop dat de mens meestal een wereldbeeld heeft dat ver van de werkelijkheid af staat, zodat het de mens belet inzicht te hebben. Dit onwerkelijke beeld is het resultaat van materiële waarneming via de zintuigen (empirisme) en een foute interpretatie ervan. Omdat de mens hierdoor door een sluier van illusies is omgeven, wordt de ware toestand van de wereld aan het zicht onttrokken. Zowel het hindoeïsme als het boeddhisme gaan ervan uit dat deze toestand de mens verhindert het ware geluk te vinden. De Maya kan worden opgeheven door onder andere meditatie. (Bron: nl.wikipedia.org)

Schopenhauer vond in zijn exemplaar van de Oupnek’hat precies wat hij zocht: een religie zonder God en een metafysica zonder hiernamaals. Zo kwam het tweehonderd jaar geleden, nog ver vóór New Age tot een echte ontmoeting tussen Oost en West. Kant had door het Ding an Sich te isoleren van de wereld der verschijnselen de filosofen na hem de diepte ingejaagd. Wat lag er achter de wereld der verschijnselen waar de natuurwetenschappen geen toegang toe hebben? Het antwoord kwam uit de hindoeïstische mystiek: Brahman, de wereldziel. Schopenhauer noemde het de wereldwil. Hij bedoelde daarmee uitdrukkelijk niet de doelgerichte wil maar een blinde wil.

Etymologisch betekent Brahman ‘kracht’. Hiermee werd de kracht van het ritueel bedoeld. Rituelen stonden centraal in de Vedische godsdienst van de Brahmanen. In de oudste filosofische teksten betekent Brahman zoiets als levensziel van alles, de ziel van de wereld. Het wordt in deze teksten los gezien van Atman. Vrij snel gaat in de Upanishaden het idee ontstaan dat Brahman en Atman een zijn. De individuele ziel is niet anders dan het wereldzelf. Dit idee zal in de Indiase filosofie steeds terug komen, al wordt Brahman vaak door andere woorden vervangen, zoals de goden Vishnu en Shiva. De centrale vraag blijft: wat is het Atman? Hoe krijg te toegang tot het uiteindelijke Zelf? (Bron: katinkahesselink.net)