liberalisme en nationalisme

gelezen: de laatste twee hoofdstukken van De fantoomterreur (2015)
hoofdstuk vijf van Aardse Machten (2005) en gezien: Noi Credevamo (2011)

de fantoomterreurVorig jaar juni schreef ik hier iets over De Fantoomterreur van Adam Zamoyski. In dit boek, dat verscheen na zijn twee succesvolle boeken over Napoleon, beschrijft hij de onderdrukking van liberale bewegingen tussen 1815 en 1848. Tijdens de Restauratie liep in Europa de paranoia hoog op. Het grootst was deze in het Habsburgse en Russische Keizerrijk. Met name het Habsburgse Rijk had te maken met vele bevolkingsgroepen die met het nationalisme besmet konden worden. Nationalisme en liberalisme gingen in die tijd hand in hand. Ook Rusland voelde zich bedreigd door de Poolse minderheid. Het oostelijk deel van Polen was eerst een Russische vazalstaat maar na de bloedige onderdrukking van de opstand van 1832 ging deze op in het Russische Rijk.

In Italië en Duitsland was het nationalisme zo nog sterker. Het nationalisme toonde hier een ander gezicht dan in Midden-Europa. In plaats van separatisme speelde hier unificatie nationalisme. Goethe en Schiller schreven in 1796 al “Deutschland? Aber wo liegt es? Ich weiß das Land nicht zu finden.” Hetzelfde kon toen ook voor Italië geschreven worden. Tot 1871 was er nog geen sprake van de Duitse en Italiaanse eenheidsstaat resp. onder Berlijn en onder Rome.

Deutschland? Aber wo liegt es? Ich weiß das Land nicht zu finden.

Goethe en Schiller in Xenien, 1796

Zamoyski beschrijft in De fantoomterreur vooral de bestrijding van liberale en nationale bewegingen door de staat en de toenemende paranoia tijdens het repressieve Systeem Metternich, zoals de Restauratie ook wel eens genoemd wordt. Europa was tussen 1815 en 1848 in feite één grote politiestaat. De revolutie mocht geen tweede keer uitbreken en moest overal de kop in gedrukt worden. Ook in het “liberale” Engeland.

In Parijs kwam het in juli 1830 opnieuw tot een revolutie en Frankrijk werd tussen 1830 en 1848 een toevluchtsoord voor gevluchte of verbannen Italiaanse en Duitse liberalen en nationalisten. Tenslotte kwam het in 1848 voor een derde maal in Parijs tot een uitbarsting en werden opnieuw barricaden opgeworpen.

In het laatste hoofdstuk “De duivel op oorlogspad” volgt Zamoyski de ontwikkelingen van 1847 en 1848. Overal kwam het in Europa tot opstand: in Berlijn, Wenen en in veel Italiaanse steden waaronder Milaan, Venetië en Rome. De laatste twee steden werden zelfs voor korte tijd een republiek. De grootste angst van Metternich was uitgekomen. “Eindelijk is de ziekte dan uitgebroken!” zei hij toen hij vanuit het raam van de kanselarij naar een boze menigte keek. Hals over kop moest hij vluchten, nota bene naar Londen, het bolwerk van het door hem zo verfoeide liberalisme.

Eindelijk is de ziekte
dan uitgebroken!

Metternich op 11 maart 1848

De revolutie van 1848 zou niet leiden tot een totale omwenteling zoals die van 1789. Al gauw kwamen overal in Europa contrarevolutionaire krachten in beweging en in de zomer van 1849 was bijna alles weer bij het oude. De enige monarch die afstand had moeten doen van de kroon was burgerkoning Louis Philippe en Frankrijk was weer een republiek. Maar in 1852 proclameerde Napoleon III het Tweede Keizerrijk . Frankrijk werd reactionair. In Parijs werden brede boulevards aangelegd. Nooit meer barricaden!

Noi CredevamoIk keek vrijdag ook weer eens naar de Italiaanse miniserie Noi Credevamo (2011), een epos over de pijnlijke Italiaanse eenwording in de negentiende eeuw, ter gelegenheid van de 150e verjaardag van het Koninkrijk Italië. Buiten Italië heeft deze film helaas weinig aandacht gekregen. Dat is begrijpelijk want het vraagt enige voorkennis van de Italiaanse geschiedenis. Voor ons zijn Mazzini, Cavour en Garribaldi historische figuren die eerst afgestoft moeten worden, terwijl ze voor de Italiaan nationale helden zijn. De muziek komt veel dichterbij. Het meeslepende Va pensiero uit Nabucco (1842) van Verdi is wereldberoemd. Maar bij het engelachtige, zweverige gevoel dat Va Pensiero oproept, hoort ook een grote pijn en om die te voelen, moet je Italiaan zijn. Deze zingt Va Pensiero met de hand op het hart.

Aardse MachtenTenslotte ben ik weer aan het lezen in Aardse Machten van Michael Burleigh (2005). In het vijfde hoofdstuk (uitverkoren volkeren: politiek messianisme) gaat het over de vaderlandsliefde. In de vijfde paragraaf schrijft Burleigh over Giuseppe Mazzini (1805-1872) de oprichter van La Giovine Italia. Hij noemt hem een martelaar. Zo schrijft de Italiaanse historica Anna Banti ook over Mazzini en Jong Italië: “Mazzini probeert zijn volgelingen te leiden met een kracht die zij al in zich hebben. Het moet gezegd dat zijn aanhangers die stierven voor de zaak, dat deden met zoveel moed en zoveel toewijding dat ze doen denken aan de eerste martelaren van het christendom.”