vergeten radicalen [ 2 ]

aan het lezen in: Het verdorven genootschap
De vergeten radicalen van de Verlichting
van Philipp Blom

Het verdorven genootschapIn de proloog van Het verdorven genootschap – De vergeten radicalen van de Verlichting wordt direct al duidelijk dat Philipp Blom met zijn boek een missie heeft. Hij presenteert het materialistische denken van Baron d’Holbach en Denis Diderot als het hoogtepunt van de Verlichting. In de eenentwintigste eeuw zouden we nog steeds niet écht voor de Verlichting hebben gekozen, maar ergens zijn blijven steken in een schemering van gevoelens, die vooral door de Romantiek bepaald zijn.

Blom noemt bijvoorbeeld het verzet tegen stamcellenonderzoek, de cyborg of klonen van dieren. Onze weerstand daartegen zou bepaald zijn door de romantische opvatting dat je het leven moet eerbiedigen en niet mag onderwerpen aan techniek. Ook al weten we met ons verstand, dat we met stamcellenonderzoek bepaalde ziekten kunnen voorkomen of genezen, we blijven grote moeite houden met het idee van “sleutelen aan het leven”. Philipp Blom ziet uiteindelijk de oorzaak van dit verzet in het christendom. We leven weliswaar in een postchristelijke maatschappij, maar toch werkt de christelijke erfenis, met name door de Romantiek, nog altijd diep op ons door.

Ook al weten we met ons verstand, dat we met stamcellenonderzoek bepaalde ziekten kunnen voorkomen of genezen, we blijven grote moeite houden met het idee van “sleutelen aan het leven”.

We zouden radicaal voor de Verlichting moeten kiezen, meent de schrijver en lijkt daarmee toegetreden tot de gelederen van strijdbare atheïsten als Christopher Hitchens, Richard Dawkins, Daniel Dennett en Sam Harris. Zijn grote voorbeelden zijn Denis Diderot en Baron d’Holbach. Zij waren openlijk atheïst en ondervonden in hun tijd enorm veel weerstand. Veel van hun geschriften waren verboden en werden illegaal verspreid. Hun vijand was uiteraard de toen nog machtige kerk en de monarchie, die tijdens het ancien régime twee handen op één buik waren. Nog altijd ziet het atheïsme het christelijk geloof als zijn tegenstander. Daarom ziet Blom achter de Romantiek nog altijd de geest van het christendom. Dat Rousseau, die je de geestelijk vader van de Romantiek zou kunnen noemen, juist een paganist was en niets van de Kerk moest hebben en dat de meeste romantici pantheïstisch georiënteerd waren, daar kijkt hij veel te gemakkelijk overheen.

Wat dit boek mij wel duidelijk maakt, is dat de zuivere Verlichting waarvan d’Holbach en Diderot de exponenten waren, in zijn radicalisme het zuivere licht van de rede wil en dat we alle grijstinten, die ontstaan door menging van de duisternis van het christelijk (bij)geloof, achter ons zouden moeten laten. Ook al is het christendom in de seculiere samenleving naar de marge verdrongen, nog steeds speelt religie in de postchristelijke maatschappij een grote rol. Het atheïsme accepteert geen enkel godsbeeld, ook niet dat van de nieuwetijdse spiritualiteit (New Age) waarin elke mens ten diepste het goddelijke in zich Zelf kan realiseren. Dat zou allemaal de erfenis van Rousseau zijn, die een verkeerde afslag heeft genomen en in dezelfde duisternis terecht zou zijn gekomen als het christelijk geloof.

Je zou denken dat Immanuel Kant, de Verlichtingsfilosoof bij uitstek, wél de goedkeuring zou krijgen van de radicale verlichters. Maar Kant sloot vrede met de (christelijke) religie en kiest niet radicaal voor het atheïsme. Weliswaar ziet hij de rede en niet de religie als basis voor de moraal, toch geeft hij religie de ruimte. Want, zo concludeert Kant in zijn Kritik der reinen Vernunft: de wereld zoals deze echt is, het Ding an Sich, blijft voor het verstand principieel onkenbaar. En dat schept ruimte voor het geloof.

In onderstaande illustraties heb ik de visie die Philipp Blom in zijn boek verkondigt, proberen te visualiseren. Hij is ervan overtuigd dat de zuivere Verlichting, vertegenwoordigd door d’Holbach en Diderot, de mensheid de weg omhoog wijst. We zouden ons moeten afkeren van de sprookjes die het christendom verkondigt, maar ook van de “romantische religie” die bijvoorbeeld in New Age onderdak heeft gevonden. Helaas werd de zuivere Verlichting tegengewerkt door invloedrijke figuren als Rousseau en zelfs door Kant. De laatste sloot vrede met het geloof en dat geldt voor de radicale Verlichting als een verraad.

Verlichting
het beeld vanuit de radicale Verlichting
[ klik op afbeelding voor vergroting ]

Het bovenstaande beeld kun je natuurlijk ook omkeren. Vanuit het traditionele christendom gezien is de Verlichting een dwaallicht, dat de mens bij Zijn Schepper vandaan lokt. Het verleidt de mens met de triomfen van de wetenschap. Het maakt hem klein (een dier onder de dieren) om iets groots met hem te beginnen (technologische vooruitgang). De mens wint daarbij de wereld, maar verliest zijn ziel. Hoe dieper hij afdaalt in de Verlichting, hoe meer hij gaat denken dat hij louter materie is en dat “de ziel” een misvatting is. Net als God. Als hij dit traject helemaal uitloopt, passeert hij Rousseau en Kant die het christendom wel de rug hadden toegekeerd, maar nog niet ver genoeg waren gegaan.

Verlichting
het beeld vanuit het traditionele christendom
[ klik op afbeelding voor vergroting ]

Bovenstaande illustraties tonen de tegenpolen die beide uitgaan van een radicale grondhouding. Je zou ze als de uiteinden van het religieuze spectrum kunnen zien. Alle posities daartussen worden afgewezen als laffe of vuile compromissen. Voor de radicale atheïst, zijn alle posities waarin God, het goddelijke of de ziel gespaard blijven, halfslachtig. Voor de orthodoxe christen vallen alle posities die God niet aanvaarden als persoonlijke Schepper die mens is geworden in Christus buiten het ware geloof. Om een mogelijk beeld te geven van godsbeelden, van de christelijke God tot het goddeloze wereldbeeld van atheïsme, heb ik een infographic gemaakt van het religieuze spectrum.

Verlichting
het religieuze spectrum
[ klik op afbeelding voor vergroting ]

vergeten radicalen [ 1 ]