Bogart in kleur

zondagmiddag gezien op Een: The African Queen (1951)

The African QueenIn de AFI 100 greatest American movies of all time staat The African Queen (1951) op een zeventiende plaats, zes plaatsen boven The Maltese Falcon (1941), die andere beroemde film van John Huston met Humphrey Bogart. Ik had deze film nog nooit gezien en mijn verwachtingen waren hooggespannen. Maar wat een tegenvaller! Het verhaal is flinterdun (man en vrouw maken samen op een krakkemikkig stoombootje een gevaarlijke tocht door de Afrikaanse jungle) en moet helemaal gedragen worden door de twee hoofdrolspelers Humphrey Bogart en Katherine Hepburn. Eigenlijk moet je de volgorde omkeren, want Bogart speelt een wat schlemielige vagebond die slaafs de commando´s van Hepburn opvolgt, een vrijgevochten tante in korset en opgestoken haren, die naarmate de film vordert, steeds losser gaan zitten.

Bogie
Humphrey Bogart speelde in The Treasure of the Sierra Madre (1948) de ongeschoren avonturier Dobbs. In The African Queen (1951) zien we hem als Charlie Allnut nog eens als vagebond.

Huston laat Bogart als Charlie Allnut een totaal ander type spelen als het type dat we van hem gewend zijn zoals Sam Spade (The Maltese Falcon, 1941), Rick Blaine (Casablanca, 1942), Philip Marlowe (The Big Sleep, 1946) of Dixon Steele (In a Lonely Place, 1950). In die andere avonturenfilm The Treasure of the Sierra Madre (1948) zagen we hem ook al met baard, maar Dobbs was nog een type dat enigszins in de buurt komt van de hardboiled macho. Maar Charlie Allnut is met zijn brede grijns een clowneske figuur geworden die de potentie van Bogart geen recht doet.

Katherine Hepburn schreef vele jaren later het boek The Making of The African Queen, or: How I went to Africa with Bogart, Bacall and Huston and almost lost my mind.

The African Queen