het James-Bond-gevoel [ 2 ]

gezien op RTL7: Goldfinger(1964)

GoldfingerDe James Bond-klassieker Goldfinger viert dit jaar zijn halve eeuwfeest. Omdat ik zondag naar To catch a thief (1955) had gekeken, wilde ik Goldfinger ook weer eens zien om beide films eens met elkaar te vergelijken. Ze passen naar mijn gevoel in hetzelfde genre. Dat James Bond films de diepgang van een soepbord hebben, wisten we al. Maar ook Hitchcock maakte crowd pleasers als To catch a thief en North by Northwest, volgens sommigen “de eerste James Bond film”.

Dat James Bond films de diepgang van een soepbord hebben, wisten we al.

Ik probeerde eens na te gaan welke tijdgeest To catch a thief en Goldfinger nu precies weerspiegelen. De naoorlogse periode tot 1963 was eigenlijk schizofreen, zeker in de Verenigde Staten. Aan de ene kant was er de Koude Oorlog en hing de nucleaire dreiging in de lucht. Aan de andere kant liet een ongekende welvaart overal haar gezicht zien. De American Way of Life werd daar het synoniem van. Als je de massabeeldcultuur wilde geloven, leek het alsof de hemel op aarde was nedergedaald: de televisie raakte ingeburgerd, allerlei nieuwe elektrische apparaten deden hun intrede in het huishouden, supermarkten raakten in en op de weg blonk het chroom.

Amerikanen waren altijd rijk en mooi omdat ze in de film altijd rijk en mooi waren. Film was een belangrijke boodschapper van de American Dream. Staatspropaganda zoals in de Sovjet-Unie was nauwelijks nodig, want de Amerikaanse massacultuur was dé grote pleitbezorger van de naoorlogse welvaart en het daaraan gekoppelde kapitalistische systeem. Hoe aanstekelijk welvaart werkt, weet iedereen die sinds het begin van de jaren negentig in een voormalig oostblokland is geweest. De massabeeldcultuur die de welvaart aanprijst, is opium voor het volk.

Goldfinger is een verwijzing naar de mythe van koning Midas. Alles wat hij aanraakte, veranderde in goud. Het is een metafoor van de naoorlogse welvaart die vanuit Amerika na 1945 Europa veranderd heeft en na de triomf van het kapitalisme over het communisme in 1989 tenslotte ook Rusland en China.

Welvaart betekent ook massaconsumptie en oppervlakkigheid. Het gaat hierbij om steeds meer genotsprikkels en piekervaringen. De protestgeneratie van de jaren zestig verzette zich aanvankelijk tegen de negatieve effecten van het kapitalisme, maar werd er tenslotte ook door verleid en verloor de strijd. In de eenentwintigste eeuw is consumeren een jacht op “meer-en-nu” geworden, een heel alledaagse ervaring. Met televisie, computer, tablet of mobiel scheren we over de toppen zonder in een dal te komen om de ervaring van het spectaculaire permanent te maken. Hoppen van de ene naar de volgende kick. Ook al zou je daarbij nooit in een dal terechtkomen en alleen maar piekervaringen als kralen aan een snoer zou kunnen rijgen, dan zou er toch inflatie optreden.

Dit is precies wat er in tijden van overvloed gebeurt. De naoorlogse generaties lijken in zekere zin veel op de puissant rijke maar verveelde Franse adel uit de achttiende eeuw. De wereld van James Bond is de wereld van de happy few: mooie meiden, snelle auto’s, extreme sporten, betoverende locaties, casino’s, juwelen en Dom Pérignon. Maar als je er teveel van krijgt, raak je blasé. Na een halve eeuw James Bond films, is het genre uitgemolken. Wat in 1964 fantastisch werd gevonden, is nu belegen. Mondt het spectaculaire tenslotte niet uit in een oceaan van verveling en een uitgeholde binnenkant?

Goldfinger [ imdb.com ]