Pulchinella aan de macht !

De Pulchinella’s van Giovanni Domenico Tiepolo in Ca’Rezzonico

Giovanni Domenico Tiepolo (1727-1804) was de rechterhand van zijn vader, de grote Venetiaanse frescoschilder Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770). Op de beroemde plafondschildering in de Würzburger Residenz staan ze beiden naast elkaar afgebeeld. Na de dood van zijn vader in 1770 ontwikkelde Giovanni Domenico een eigen stijl. Zijn bekendste werk bevindt zich in het Ca’Rezzonico in Venetië. Hier schilderde hij een aantal fresco’s die bevolkt worden door klonen van Pulchinella, een figuur uit de Commedia del Arte.

pulchinella
Giovanni Domenico Tiepolo
Pulchinella’s op een fresco in Ca’Rezzonico

Wat bezielde deze schilder om zijn huis vol te schilderen met deze onbetrouwbare snuiter uit de Commedia del Arte? In de BBC documentaire over het rococo legt presentator Waldemar Januszczak het uit. Toen Napoleon in 1797 een einde maakte aan de bijna duizendjarige onafhankelijkheid van Venetië, was de stad een schaduw van wat ze ooit geweest was. Doordat Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de handel op zee hadden overgenomen, was het bergafwaarts gegaan met Venetië. In de achttiende eeuw werd het een soort Las Vegas. De rijken maakten tijdens hun Grand Tour graag een extra lange stop in Venetië om er te gokken en achter de vrouwen, mannen of kinderen aan te zitten. Zo was “La Serenissima” ten prooi gevallen aan moreel verval.

pulchinella
Giovanni Domenico Tiepolo
Pulchinella’s op een fresco in Ca’Rezzonico
Giovanni Domenico Tiepolo schildert een machtsgreep van paljassen. Niets wordt meer serieus genomen. Het vermaak domineert.

Dit morele verval wil Giovanni Domenico Tiepolo volgens Januszczak laten zien. Op een van de plafondschilderingen staat een groepje Pulchinella’s die capriolen uithalen op een slap koord. Op de plaats waar ooit Christus stond en later de antieke god Apollo, staat nu een clown. Sinds de Renaissance zagen we al een toenemende verwereldlijking. Dat begon al met de fresco’s van Michelangelo op het plafond van de Sixtijnse kapel. “Naakte atleten in een kerk, meer iets voor een kroeg!” oordeelden tijdgenoten. In de achttiende eeuw worden Christus en de heiligen vervangen door Apollo en het heidense pantheon. Het wordt steeds meer een kermisvertoning. Op de fresco’s in Ca’Rezzonico maakt Giovanni Domenico Tiepolo het af. Hij schildert een soort machtsgreep van paljassen. Niets wordt meer serieus genomen. Het vermaak domineert.

narDe relativist in mij haalt zijn schouders op. Die taferelen in Ca’Rezzonico zijn toch van alle tijden? Kwamen er op de schilderijen van Jeroen Bosch ook al geen narren en dwazen voor? De dwaasheid is toch zo oud als de wereld? Net als het pessimisme dat we steeds verder afglijden. Toch stelt deze relativering mij niet gerust. Omdat dwaasheid van alle tijden is, betekent het nog niet dat we er maar niets aan moeten doen. Het morele appèl is ook van alle tijden. Als je Pulchinella daarmee confronteert, slaat hij met een knuppel op je kop en schatert zijn publiek.

A World of Pulcinellas at Ca’ Rezzonico [ veneziablog.blogspot.nl ]