voorbijganger in Brussel

maandagmiddag een Art Nouveau wandeling doorheen Brussel gemaakt

handvatPrecies vijf jaar geleden begonnen we met onze architectuurwandelingen door Brussel. Wat ons betreft mag Brussel zich ook hoofdstad van de Art Nouveau noemen. Nergens ter wereld vind je zoveel bouwwerken in deze stijl. Tijdens de Bruxellisation, de rigoureuze stadsvernieuwing in de jaren zestig en zeventig, is er met name in het centrum veel moois verloren gegaan. Toch telt Brussel nog altijd meer dan duizend bouwwerken die tot de Art Nouveau gerekend mogen worden.

Art Nouveau kende in Europa een korte maar hevige bloei. In Brussel duurde het misschien toch wat langer. Een van de eerste woonhuizen in deze vernieuwende stijl is het Maison Autrique uit 1893. Tot aan de Eerste Wereldoorlog bleven Brusselse architecten eindeloos variëren met de stijlprincipes van de Art Nouveau, waarvan de zweepslaglijn het bekendst is. Art Nouveau werd tot in de kleinste details doorgevoerd. Na 1910 werden de vormen strakker, de Art Deco kondigde zich aan.

Onze vierde en laatste wandeling maakten we door de Squareswijk en Jubelwijk. Net als Sint Gilles, de Louizawijk en Schaarbeek ontstonden deze wijken rond 1900, tijdens de bloeiperiode van de Art Nouveau. Architecten als Victor Horta, Gustave Strauven en Paul Hankar werkten meestal in opdracht van bemiddelde opdrachtgevers. Hun huizen stonden vaak aan de rand van een klein stadspark, meestal met een vijver, of een groene boulevard. Zo vonden we aan de vijvers van Elsene, de Avenue Eugène Demolderde in Schaarbeek en aan de vijvers in de Squarewijk een grote dichtheid aan Art Nouveau. Maar ook in smalle straten waar je het niet verwacht, is veel moois te ontdekken.

Art Nouveau werd tot in de kleinste details doorgevoerd. Na 1910 werden de vormen strakker, de Art Deco kondigde zich aan.

neostijlenIn de wijken die aan het einde van de 19e eeuw in Brussel gebouwd werden, vormt de Art Nouveau uiteindelijk toch een bescheiden bestanddeel. De meeste gevels zijn opgetrokken in een of andere neo-stijl. Tijdens de vier wandelingen door de Brusselse stadsdelen vormde het eclecticisme telkens de hoofdmoot. Het Hôtel communal de Schaerbeek (1884-1887) en het Hôtel de Ville de Saint-Gilles (1896-1904) zijn toonbeelden van historisme.

Het is begrijpelijk dat jonge architecten rond 1890 uitzagen naar een nieuwe bouwkunst. Na neo-gotiek, neo-romaans, neo-renaissance, neo-barok en neo-classicisme hadden ze het gehad met deze eindeloze herhalingsoefening.

De breuk met de neo-stijlen ontstond uiteindelijk door de toepassing van nieuwe bouwmaterialen. In de utiliteitsbouw werden ijzer en glas als prefab onderdelen al sinds Crystal Palace (1851) toegepast. Maar pas aan het einde van de negentiende eeuw begon men deze materialen te waarderen om hun eigen karakter. Moderne constructies als stationsoverkappingen en natuurlijk ook de Eiffeltoren overtuigden architecten er tenslotte van dat staal en glas een nieuwe esthetiek vertegenwoordigden. Maar bijna altijd werden ze nog gecombineerd met een historische stijl. Dit is goed te zien in de twee tentoonstellingshallen in het Jubelpark . Op een onderbouw met zuilen die rechtstreeks teruggaat naar de bouwkunst uit de Oudheid rust een moderne constructie van glas en ijzer.

jubelpark-hal
Luchtvaarthal in het Jubelpark
op een onderbouw met zuilen die rechtstreeks teruggaat naar de bouwkunst uit de Oudheid rust een moderne constructie van glas en ijzer

En tóch kregen sommige architecten zelfs aan het begin van de twintigste eeuw nog steeds geen genoeg van deze neo-stijlen. Het neo-barokke Koninklijk Museum voor Midden-Afrika uit 1910 is hier een duidelijk voorbeeld van. Ook de triomfboog in het Jubelpark uit 1905 is een fraai staaltje van volharding in het historisme.

jubelpark
Triomfboog in het Jubelpark 1905
Samen met de Dom van Berlijn (1905), het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (1910) in Tevuren en het Vredespaleis (1907-1913) in Den Haag is dit een fraai staaltje van volharding in het historisme.

We eindigden onze laatste wandeling bij het Palais Stoclet (1906-1911) dat de Weense architect Josef Hoffmann ontwierp voor de zakenman Adolphe Stoclet. Het is een stukje Wiener Secession in Brussel dat zich duidelijk onderscheidt van de zweepslaglijnen van Horta. Het gebouw markeert het einde van de flamboyante Art Nouveau in Brussel. De toekomst was aan de strakke en meer zakelijke Art Deco.

Brussel
Onze vierde en laatste stadswandeling langs Art Nouveau in Brussel: van Hotel Van Eetvelde tot Palais Stoclet

Victor Horta (1861-1947)
Vorig jaar bezochten we tijdens onze derde wandeling het Maison Autrique van Victor Horta uit 1893. Het was een van de eerste ontwerpen van Horta die daarna nog vele andere woonhuizen en publieke gebouwen in Brussel zou ontwerpen. Hij bleef de stad zijn lange leven trouw. Horta´s woonhuis in Sint Gilles is tegenwoordig het Victor Horta Museum. Wij bezochten het tijdens onze eerste wandeling in 2009.

wandeling 1 Sint Gilles, 3 april 2009
wandeling 2 Louizawijk, 25 juli 2009
wandeling 3 Schaarbeek, 16 mei 2013
wandeling 4 Squareswijk, 31 maart 2014