Categorie archief: boeken

geschiedenis van vroeger

gelezen in: Geschiedenis van Noord-Amerika van Jaap ter Haar
en Washington uit de serie De groten van alle tijden

Afgelopen weekend keerde ik bij het haardvuur terug naar de geschiedenisboeken uit mijn jeugd. Ik groeide eind jaren zestig, begin jaren zeventig op met de serie De groten van alle tijden, een van de eerste volledig geïllustreerde boekenseries (in kleur) die de weg naar honderdduizenden huiskamers wist te vinden. Bij de meeste 55-plussers stond een halve eeuw geleden wel een deel uit deze serie in de boekenkast van het ouderlijk huis. Wij hadden thuis Rembrandt. Nu is deze serie vooral te vinden bij de kringloopwinkel, want de jongere generatie heeft er weinig meer mee.

De groten van alle tijden
Washington, Robespierre en Napoleon uit de serie De groten van alle tijden

Dat geldt waarschijnlijk ook voor de geschiedenisboeken van Jaap ter Haar (1922-1998). Hij schreef tussen 1959 en 1974 prachtige, levende geschiedenis waarvan zijn Geschiedenis van de Lage Landen (vier delen, 1970-1971) waarschijnlijk het bekendste is. Ik lees nu over de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783) in zijn eerste geschiedenisboek uit 1959: De geschiedenis van Noord-Amerika. Omdat er alleen getekende zwart wit illustraties (door Rein van Looy) in staan, blijkt het deel Washington uit de serie De groten van alle tijden een uitstekende aanvulling op het vergeelde boek van Jaap ter Haar.

Jaap ter Haar
De geschiedenis van Noord-Amerika (1959), De Franse Revolutie (1961) en Napoleon (1974) van Jaap ter Haar

Het is geschiedschrijving die ons nu soms vreemd in de oren klinkt. Op de flaptekst van De geschiedenis van Noord-Amerika lezen we: “U wordt geconfronteerd met het onvoorstelbare leed van de burgeroorlog en met het uiterst zwaar wegende, ook nu nog niet opgeloste negerprobleem.”

Tranen met Truitje

aan het lezen in: Het huis Lauernesse (1840) van G.L.A.Toussaint

In 1814 verscheen Waverley van Walter Scott (1771-1832) en begon de opmars van de historische roman in Europa. Dit genre sloot naadloos aan op de romantiek met zijn nadruk op het gevoel en een geïdealiseerd verleden. Vaak ging het, als reactie op de rationaliteit van de Verlichting en de industriële revolutie, om een vlucht in het verleden, meestal de Middeleeuwen. De romans van Scott veroverden na 1820 Europa en vonden veel navolging.

In Nederland werd het genre in de jaren dertig opgepakt door Aarnout Drost (1810-1834), Jan_Frederik_Oltmans (1806-1854), Jacob van Lennep (1802-1866) en Geertruida Bosboom-Toussaint (1812-1886). In Vlaanderen werd de historische roman vooral vertegenwoordigd door Hendrik Conscience (1812-1888). Tot de bekendste Nederlandstalige historische romans van de jaren dertig behoren De leeuw van Vlaanderen (Concience, 1838), De lotgevallen van Ferdinand Huyck (Van Lennep, 1840) en Het Huis Lauernesse (Toussaint, 1840). Deze romans spelen zich respectievelijk af rond 1302, 1740 en 1521.

Huis Lauernesse 1840
Gravure op het titelblad van Het Huis Lauernesse (1840) met de jonge prediker Paul van Mansfeld, een volgeling van Luther en Melanchton

Afgelopen weken las ik de roman van Geertruida Toussaint die ze tussen 1838 en 1840 schreef in opdracht van de heer Beijerinck. Ze was toen pas 24 jaar en had al drie historische romans op haar naam staan. Met Het Huis Lauernesse vestigde ze in een keer haar naam want het boek werd onmiddellijk een groot succes. Dat kwam omdat haar boek, dat zich afspeelt in de Nederlanden aan het begin van de Reformatie, een thema raakte dat in de jaren veertig hoogst actueel was: hoe moest in het nog jonge Koninkrijk der Nederlanden het protestantse volksdeel zich verhouden tot het katholieke volksdeel?

In 1840 was in Nederland het zogenaamde placetum regium van kracht. Dit hield in dat de overheid het recht had om pauselijke of bisschoppelijke besluiten goed te keuren eer ze mogen worden bekend gemaakt en uitgevoerd. De belangrijkste rooms-katholieke politici sloten zich rond 1840 aan bij de liberalen, omdat ook de liberalen streefden naar democratische hervormingen. Hun verbond leidde er toe dat in 1848 het toezicht van de koning op de rooms-katholieke kerk werd afgeschaft. In 1853 werden er voor het eerst sinds de 16e eeuw in Nederland weer bisschoppen benoemd door de paus. Tegen de achtergrond van deze maatschappelijke ontwikkelingen moeten we de grote belangstelling voor Het huis Lauernesse in 1840 (en daarna) zien.

In de narede van haar roman schrijft Toussaint hoe haar opdracht luidde: “In het laatst van het jaar 1838 vroeg de Heer Beijerinck van mij een’ roman, uit het eerste tijdperk der Hervorming in Holland, en die bepaaldelijk voorstellen moest: den invloed der laatste op het burgerlijk en huiselijk leven der Nederlanders.” Het ging dus om het concretiseren van de beginjaren van de Reformatie en dan met name in de huiselijke sfeer. In de Biedermeiertijd stond het burgerlijk leven centraal en Toussaint’s opdrachtgever vroeg haar om de impact van de Reformatie op het familieleven centraal te stellen.

Jan van WoerdenZo hoopte hij dat de burgerij persoonlijk geraakt kon worden. De 24-jarige apothekersdochter uit Alkmaar slaagde daar meesterlijk in. Hoewel ze zelf overtuigd protestants was, schetste ze bewust geen karikaturaal beeld van de katholieken en protestanten. Bij beide groepen zag ze fanatici en gematigden. Door het op te nemen voor de gematigden, toonde ze begrip voor de gematigde katholieken en wees ze fanatisme bij protestanten af. Het Huis Lauernesse droeg daardoor bij aan het verzoeningsproces tussen protestanten en katholieken in de jaren veertig.

Romantische kenmerken, zoals een grote nadruk op het gevoel, zijn overduidelijk aanwezig. In een paar gebeurtenissen worden alle registers van het gevoel opengetrokken, zoals in de breuk tussen Ottelijne en Arnoud Bakelszn, de dood van de weduwe Bakelszn en de martelaarsdood van Jan van Woerden (1499-1525) op de brandstapel. We zien hetzelfde vertoon van heftige emoties zoals in de historische schilderkunst uit die tijd, met veel ten hemel gerichte smachtende blikken en geschrei. Kortom: Tranen met Truitje (Toussaint).

Reizen met Robert

gelezen: De verovering van de Rockies (2017) door Robert Kaplan

De verovering van de RockiesIn 2015 reed Robert Kaplan met zijn auto van coast to coast. Net als John Steinbeck in 1960 (en Geert Mak in 2010) reisde hij van oost naar west, maar koos voor een iets zuidelijkere route. Hij begon in zijn woonplaats Stockbridge in Massachusetts en reed via New Jersey, Philadelphia, Harrisburg, Pittsburgh, Cincinnati, Indianapolis, Springfield, Des Moines, Omaha en Lincoln naar de honderdste meridiaan in Nebraska. Vervolgens ging hij verder door Wyoming, Utah, Nevada en Californië naar het eindpunt San Diego.

Steinbeck (en Mak) hielden een soort inspectietocht. Hoe lagen de Verenigde Staten er in 1960 (en 2010) bij? Kaplan wilde in 2015 vooral kijken naar de geografie van Amerika, de natuurlijke infrastructuur en de geschiedenis van de kolonisatie. Het was zeker niet zijn bedoeling om van De verovering van de Rockies een patriottisch epos te maken zoals How the West was won. Wat in 1962 nog kon, kan nu allang niet meer. Daarvoor heeft zich in de VS een te pijnlijk bewustzijn ontwikkeld rond de nationale geschiedenis met het slavernijverleden en het vrijwel uitroeien van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika.

thegreatplains En toch blijft er naast schaamte over dit verleden ook nog steeds ruimte voor nationale trots. Sterker nog, Kaplan betoogt dat het Amerikaanse exceptionalisme de drijvende kracht is achter de leidende rol die zijn land na 1917 in de wereld is gaan spelen. De verovering van het immense gebied tussen twee oceanen in, dat volgens Kaplan tegelijkertijd een unie, een land en een continent is, blijft naast de misdadige ook zijn heroïsche kant behouden.

Op zijn reis door vijftien staten nam hij drie “heilige boeken” mee van Amerikaanse historici over de MidWest: The Great Plains uit 1931 van Walter Prescott Webb uit 1931, The Year of Decission – 1846 van Bernard DeVoto uit 1942 en Beyond the Hundredth Meridian van Wallace Stegner uit 1953. Deze drie boeken benaderen de geschiedenis van het Midden-Westen en het Westen vanuit de geografie. Of concreter gezegd: vanuit het landschap. Kaplan stelt dat wanneer je iets van een land wilt weten en van zijn (al dan niet expansieve) militaire macht, dat je dan moet beginnen bij een analyse van de geografie.

devoto_trilogie
De trilogie van Bernard DeVoto over de geschiedenis van de MidWest: The Year of Decision: 1846 (1943), Across the Wide Missouri (1947) en The Course of Empire (1952)

Zo laat hij zien dat de Amerikaanse expansie naar het Westen die begon na de Louisana Purchase in 1803 en in 1846 echt op gang kwam, de buitenland politiek van de Verenigde Staten in de twintigste eeuw ingrijpend beïnvloed heeft.

In de eerste helft van de negentiende eeuw begon de American frontier op te schuiven naar het Westen. De frontier en de natuurlijke grens van de Appalachen vielen rond 1800 ongeveer nog samen maar de Ohiovallei, die door Franse kolonisten al enigszins verkend was, begon nu vol te stromen met kolonisten. De Ohio werd de belangrijkste Oost-Westverbinding.

In het tweede kwart van de negentiende eeuw was de frontier al opgeschoven tot aan de Mississippi. Saint Louis werd voor ontelbare kolonisten het beginpunt van hun avontuurlijke en gevaarlijke tocht langs en over de Missourri naar het Westen. De Noordwestelijke staten waren nog niet gesticht en de terra incognita was verdeeld in drie reusachtige gebieden: de Missouri, Iowa en Oregon territoria.

fotokatern
fotokatern bij De verovering van de Rockies

Door het spoorwegennet dat zich kort na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog razendsnel ontwikkelde, werden de noordwestelijke territoria ontsloten en kon je na 1870 een treinreis maken van de Atlantische Oceaan naar de Pacific. Het wilde Westen was nu ontsloten en in 1893 stelde de historicus Frederick Jackson Turner vast dat de frontier, die zo’n belangrijke motor was geweest achter de Amerikaanse cultuur, nu niet meer bestond.

fotokatern
fotokatern bij De verovering van de Rockies

Maar daarmee viel de motor nog niet stil, integendeel. Vijfentwintig jaar later waren de VS na het einde van de Eerste Wereldoorlog het voormalige moederland Engeland als machtigste land in de wereld voorbijgestreefd. Nu de VS na actieve deelname aan de oorlog in Europa uit het isolationisme gekropen was, werd volgens Kaplan de hele wereld de frontier van de VS. De buitenlandpolitiek van de VS met zijn legerbases en militaire interventies wereldwijd, kortom de Amerikaanse geopolitiek is te begrijpen vanuit de expansie naar het Westen uit de negentiende eeuw.

Virtueel reizen met Geert | Reizen met Cees